Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2
Moet de arbeidsparticipatie omhoog?
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
het verschil tussen AOW en bedrijfspensioen uitleggen
Kun je de i/a ratio berekenen
Kun je uitleggen welke gevolgen een verandering van de i/a ratio heeft voor de belastingen en de premies en voor de hoogte van de uitkeringen
uitleggen hoe de nadelige gevolgen van een hoog i/a ratio kunnen worden opgevangen
uitleggen hoe de participatiegraad kan toenemen
uitleggen hoe de arbeidsproductiviteit kan toenemen
Slide 2 - Diapositive
Oude dag voorziening
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Vergrijzing
Vergrijzing: het aandeel ouderen in de totale bevolking neemt toe en de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt.
Om de uitkeringen voor die AOW’ers te kunnen blijven betalen, heeft de overheid besloten de AOW-leeftijd te verhogen.
Slide 5 - Diapositive
Arbeidsparticipatie
Arbeid
moeite, inspanning van geestelijke of lichamelijke aard; = beroepsbezigheid: aan de arbeid gaan
Participatie
het hebben van aandeel in iets; = deelname
Slide 6 - Diapositive
Inactieven / actieven
Inactieven zijn mensen zonder betaald werk die een uitkering ontvangen, bijvoorbeeld omdat ze arbeidsongeschikt, werkloos of boven de pensioenleeftijd (AOW’ers) zijn.
De actieven verdienen ook het inkomen voor de inactieven.
Op deze manier zorgt de overheid voor herverdeling van de inkomens.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Door vergrijzing
--> Meer inactieven dan actieven
Of de uitkeringen omlaag (inactieven)
Of belastingen en premies omhoog (actieven)
Slide 10 - Diapositive
i/a ratio
er wordt uitgegaan van arbeidsjaar (dus 1 volledige baan)
Slide 11 - Diapositive
Voorbeelden
i/a ratio = 70
Dit betekent dat er 70 inactieven op de 100 actieven zijn
Gevolg vergrijzing?
i/a ratio zal stijgen
Slide 12 - Diapositive
Hoofdstuk 2
Moet de arbeidsparticipatie omhoog?
Les 2
Slide 13 - Diapositive
i/a ratio
er wordt uitgegaan van arbeidsjaar (dus 1 volledige baan)
Slide 14 - Diapositive
Voorbeelden
i/a ratio = 70
Dit betekent dat er 70 inactieven op de 100 actieven zijn
Gevolg vergrijzing?
i/a ratio zal stijgen
Slide 15 - Diapositive
Ongewenste oplossingen voor stijging i/a-ratio
Hogere belasting en premies voor actieven (lager netto-inkomen)
Totaalbedrag uitkeringen verkleinen (hoogte en aantal)
Beiden onwenselijk, omdat deze oplossingen het netto-inkomen van in-/ of actieven verlaagd.
Slide 16 - Diapositive
Gewenste oplossingen van de overheid
1. Vergroten van de arbeidsproductiviteit zodat er meer productie is, dus meer inkomen is om te verdelen
2. Arbeidsparticipatie verhogen
Slide 17 - Diapositive
Hoe vergroten we de productie per werknemer?
Actieven meer uren per jaar laten werken.
Arbeidsproductiviteit per uur verhogen.
Scholing, verbeteren organisatie van het arbeidsproces
Door het stijgen van de productie per werkende kan een groeiend aantal inactieven betaald worden zonder dat de netto-inkomens van de actieven dalen.
Slide 18 - Diapositive
Aan de slag!
- Maken 2.1 t/m 2.11
- Met degene die naast je zit aan de slag, overleggen mag
- Vragen? > Lees samen de vraag nog een keer door > Aan mij vragen
- Maak de opdrachten in je schrift
Klaar?
- Nakijken van de opgaven
- Oefenopgaves maken
Slide 19 - Diapositive
Wat gebeurt er met de i/a-ratio als de arbeidsproductiviteit verdubbelt?
A
De i/a-ratio stijgt
B
De i/a-ratio daalt
C
De i/a-ratio
verandert niet
Slide 20 - Quiz
Wat gebeurt er met de i/a-ratio (stijgen, dalen of gelijk blijven) in de volgende situatie. Verklaar het antwoord.
1. de uitkeringen worden verlaagd.
A
Stijgen
B
Dalen
C
Gelijk blijven
Slide 21 - Quiz
Wat gebeurt er met de i/a-ratio (stijgen, dalen of gelijk blijven) in de volgende situatie. Verklaar het antwoord.
2. de leerplicht wordt verhoogd van 16 naar 18 jaar.
A
Stijgen
B
Dalen
C
Gelijk blijven
Slide 22 - Quiz
Door vergrijzing wordt de i/a ratio?
A
groter
B
kleiner
Slide 23 - Quiz
Als de i/a-ratio stijgt dan zal de belasting- en premiedruk voor de actieven:
A
stijgen
B
dalen
Slide 24 - Quiz
Hoe berekenen wij de i/a-ratio?
A
(Actieven / Inactieven)
B
(Inactieven / Actieven)
C
(Actieven / Inactieven) x 100
D
(Inactieven / Actieven) x 100
Slide 25 - Quiz
Een gevolg van een stijgend I/A ratio is
A
Meer ezels in Nederland
B
Meer actieven t.o.v. inactieven
C
Uitkeringen worden onbetaalbaar
D
Dalende premies
Slide 26 - Quiz
Is de sociale zekerheid moeilijker te betalen bij een daling of bij een stijging van de i/a-ratio?
A
Moeilijker te betalen bij een daling van de i/a-ratio
B
Moeilijker te betalen bij een stijging van de i/a-ratio
Slide 27 - Quiz
i/a-ratio = inactieven / actieven x 100 Als de i/a-ratio 20% is, dan ...
A
Betaalt elke inactieve 20% van een uitkering
B
Betaalt elke actieve 20% van een uitkering
C
Betaalt elke inactieve 80% van een uitkering
D
Betaalt elke actieve 80% van een uitkering
Slide 28 - Quiz
Hoe kunnen de nadelige gevolgen van een hoger i/a ratio worden opgevangen?
Slide 29 - Question ouverte
Wat is juist?
De participatiegraad stijgt als...
A
de AOW-gerechtigde leeftijd wordt verlaagd naar 60 jaar.
B
fulltimers in deeltijd gaan werken.
C
de vergrijzing van de bevolking afneemt.
D
het aantal werklozen daalt.
Slide 30 - Quiz
Bedrijven streven naar een hoge arbeidsproductiviteit. De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
A
scholing
B
prestatieloon
C
verbeteren van arbeidsomstandigheden
D
Alle antwoorden zijn goed,
Slide 31 - Quiz
Lesdoelen behaald? Kun je....
het verschil tussen AOW en bedrijfspensioen uitleggen
de i/a ratio berekenen?
uitleggen welke gevolgen een verandering van de i/a ratio heeft voor de belastingen en de premies en voor de hoogte van de uitkeringen
uitleggen hoe de nadelige gevolgen van een hoog i/a ratio kunnen worden opgevangen
uitleggen hoe de participatiegraad kan toenemen
uitleggen hoe de arbeidsproductiviteit kan toenemen