WW 5 - gevolgen vergrijzing voor i/a-ratio

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4,5

Havo 5

Lesdoelen

Terugblik

• Huiswerkcheck
• Nakijken met nakijkboekje

Huiswerk was:

Maken 2.1 t/m 2.5 

Let op verandering in planning: vrijdag a.s. SO H 1 + 2

Wat is de formule van de i/a-ratio?

Wat is de i/a-ratio?

inactieven / actieven x 100% 

Welke gevolgen heeft de vergrijzing voor de i/a-ratio?

Gevolgen vergrijzing

• De i/a-ratio zal stijgen. 
• Er zullen minder actieven zijn en meer inactieven. Oftewel minder mensen om het grotere uitkeringsbedrag voor de inactieven op te brengen.

Welke oplossingen zijn er voor de stijging van de i/a-ratio?

Oplossingen voor stijging i/a-ratio

• Hogere belasting en premies voor actieven. (lager netto-inkomen)
•  Totaal bedrag uitkeringen verkleinen. (hoogte en aantal)
• Beiden onwenselijk, omdat deze oplossingen het netto-inkomen van in-/ of actieven verlaagd. 

Wenselijke oplossing

• Nationaal product = nationaal inkomen
• Als er meer geld binnenkomt, dan is er meer om uit te keren aan de uitkeringsgerechtigden. 

Wenselijke oplossingen 

• Vergroten van de productie per medewerker.
  
• Verhogen van de arbeidsparticipatie.
  
  

Vergroten productie per medewerker.

• Actieven meer uren per jaar laten werken. 
• Arbeidsproductiviteit per uur verhogen.  
  
• Scholing, verbeteren organisatie van het arbeidsproces
• Door het stijgen van de productie per werkende kan een groeiend aantal inactieven betaald worden zonder dat de netto-inkomens van de actieven dalen.

Verhogen van de arbeidsparticipatie

• AOW-leeftijd verhogen van 65 naar 67 jaar.
• Verlagen van de hoogte van de uitkeringen. Als deze te laag wordt, zullen inactieven eerder een baan accepteren.
• Verbetering van de kinderopvang.
• Het verhogen van de AOW-leeftijd is in dit verband een effectieve maatregel omdat tegelijkertijd het aantal actieven toeneemt en het aantal inactieven afneemt. 

Instructie & begeleid oefenen

Tijdens deze les maken we klassikaal opdracht 2.6.

Schrijf je antwoorden telkens op, zodat je ze voor de vervolgvraag kunt gebruiken.

2.6a Bereken het netto-inkomen per werkende.

Vraag afkomstig uit LWEO, Werk en Werkloosheid, 2e druk, vraag 2.6a

2.6b Bereken hoeveel procent van het inkomen naar belasting en premies gaat.

Vraag afkomstig uit LWEO, Werk en Werkloosheid, 2e druk, vraag 2.6b

2.6c Bereken de belasting- en premie-inkomsten van de overheid.

Vraag afkomstig uit LWEO, Werk en Werkloosheid, 2e druk, vraag 2.6c

2.6d Bereken de uitkering per inactieve.

Vraag afkomstig uit LWEO, Werk en Werkloosheid, 2e druk, vraag 2.6d

2.6e Bereken hoeveel procent de uitkering van de inactieve is uitgedrukt in het netto-inkomen van een werkende.

Vraag afkomstig uit LWEO, Werk en Werkloosheid, 2e druk, vraag 2.6e

2.6f Bereken hoe hoog de uitkering per inactieve dan wordt.

Vraag afkomstig uit LWEO, Werk en Werkloosheid, 2e druk, vraag 2.6f

2.6g Bereken hoeveel er dan aan belasting en premies moet worden afgedragen per actieve.

Vraag afkomstig uit LWEO, Werk en Werkloosheid, 2e druk, vraag 2.6g

2.6h Bereken hoeveel procent van het inkomen er nu naar belasting en premies gaat.

Vraag afkomstig uit LWEO, Werk en Werkloosheid, 2e druk, vraag 2.6h

Zelfstandig werken

Huiswerk:

B: 2.7 t/m 2.9

I: 2.7 t/m 2.9

P: 2.8 + 2.9

Evaluatie