(Week 50 Blauw) verleden tijd (ten/den)

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 6

Welkom

1. Huiswerk bespreken
2. Werkstuk: tekst schrijven
3. Spelling: de verleden tijd
4. Zelfstandig werken
5. Terugkijken
6. Nieuwsbegrip

De stam van een werkwoord maak je door...

Hele werkwoord

en de stam

• Het hele werkwoord eindigt meestal op -en. Je gebruikt het bij WIJ. > Wij lopen, wij fietsen, wij bakken

• De stam van het werkwoord is -en eraf halen. Je gebruikt de stam bij IK. > Ik loop, ik fiets, ik bak

De STAM van een werkwoord

De stam van een werkwoord vind je door van het hele werkwoord -en af te halen; wat je overhoudt, is de stam.

Bijvoorbeeld:

worden - en = word

leiden - en = leid

houden -en = houd

• LOPEN  
• PLAGEN
• MAKEN
• GROEIEN
• DOEN
• HALEN
• PASSEN

• LIEPEN
• PLAAGDEN
• MAAKTEN
• GROEIDEN
• DEDEN
• HAALDEN
• PASTEN

De VERLEDEN TIJD van een werkwoord

STERK WERKWOORD, VERANDERT ZELF

ZWAK WERKWOORD, HEEFT HULP NODIG

• LOPEN 
• PLAGEN
• MAKEN
• GROEIEN
• DOEN
• HALEN
• PASSEN

• LIEPEN
• PLAAGDEN
• MAAKTEN
• GROEIDEN
• DEDEN
• HAALDEN
• PASTEN

 STERKE werkwoorden

• LOPEN 
• PLAGEN
• MAKEN
• GROEIEN
• DOEN
• HALEN
• PASSEN

• LIEPEN
• PLAAGDEN
• MAAKTEN
• GROEIDEN
• DEDEN
• HAALDEN
• PASTEN

 ZWAKKE werkwoorden

De STAM van een werkwoord

Daar zijn 5 regels voor. We hebben er 4 geleerd: 

1. het werkwoord verandert niet: draaien > draai
2. het werkwoord verandert: lopen > loop
3. dubbele medeklinkers: bakken > bak
4. v/f en z/s: blazen >  blaas

De VERLEDEN TIJD van een 

ZWAK werkwoord

stam + te(n) of de(n)

Kijk maar:

groeien > groei > ik groeide / wij groeiden

maken > (mak +a) maak > hij maakte / de meiden maakten

*wanneer je -te(n) of -de(n) gebruikt leer je volgende week

• spelen
  
• plagen
• maken
• roken

• spel + e = speelden
  
• plag + e = plaagden
• mak + a = maakten
• rok + o = rookten

stamregel 2 :  Het werkwoord verandert

Sommige hele werkwoorden hebben een lange klinker. Om die klinker lang te houden, moet je een extra klinker toevoegen.

• draaien
• fietsen 
• werken 
• duwen
  
• antwoord
• wachten

• draaiden
• fietsten
• werkten
• duwden
  
• antwoordden
• wachtten

stamregel 1: Het werkwoord verandert niet

haal -en van het hele werkwoord af, 

maak de verleden tijd

• bakken
• klappen
• rennen
• missen

• bakk - k = bakten
• klapp - p = klapten
• renn - n = renden
• miss - s  = misten

stamregel 3: Dubbele medeklinkers 

Sommige hele werkwoorden hebben dubbele medeklinkers. We halen er dan ook één medeklinker af.

• verhuizen
  
• beven
• durven
• lozen

• verhuiz > verhuisden
  
• bev > beefden
• durv > durfden
• loz (+o) > loosden

stamregel 4:  De f verandert in de v en de s verandert in de z

Wat is de verleden tijd van
zingen. (Wij...)

Wat is de verleden tijd van
eten. (Wij...)

Wat is de verleden tijd van
geven. (Wij...)

Wat is de verleden tijd van
vinden. (Wij...)

Wat is de verleden tijd van
bellen. (Wij...)

Wat is de verleden tijd van
koken. (Wij...)

Wat is de verleden tijd van
graaien. (Wij...)

Wat is de verleden tijd van
grazen. (Wij...)

Wat is de verleden tijd van
verraden. (Wij...)

Vijf uur terug.

Tot straks, succes!

Capsule met gruis uit de ruimte geland

Het is de Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA gelukt om ruimtegruis naar de aarde te krijgen. Een capsule met gruis is in Australië geland. Het gaat om stukjes van planetoïde Ryugu, zo'n 300 miljoen kilometer van de aarde vandaan. Wetenschappers hopen met hulp van het ruimtegruis meer te leren over het ontstaan van ons zonnestelsel.

Dit heb ik geleerd vandaag:

huiswerk week 50

1. Werkstuk: tekst schrijven
2. Junior Einstein afmaken
3. Nieuwsbegrip