LV blok 4 verbindingsmanieren

Vandaag:
- wat weten we nog?
- nakijken huiswerkopdracht 4 op blz. 190
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vandaag:
- wat weten we nog?
- nakijken huiswerkopdracht 4 op blz. 190

Slide 1 - Diapositive

Donderdag 28 januari:


FORMATIEVE TOETS VERBINDINGSMANIEREN

Slide 2 - Diapositive

Verbindingsmanieren
Om samenhang in een tekst te krijgen, worden alinea's onderling met elkaar verbonden. 
HOE?
-signaalwoord
-verwijswoord
-herhaling
-aankondigende zin

Slide 3 - Diapositive

Op welke manieren kunnen 2 alinea's met elkaar worden verbonden?

Slide 4 - Question ouverte

voorbeeld 1
laatste zin alinea 1: 
Na een reis van ruim een half jaar, zijn de astronauten ongedeerd teruggekeerd op aarde.
eerste zin alinea 2: 
Wat de astronauten het meest hadden gemist, was een boterham met pindakaas.

Slide 5 - Diapositive

Op welke manier zijn de alinea's met elkaar verbonden?
A
signaalwoord
B
verwijswoord
C
aankondigende zin
D
herhaling

Slide 6 - Quiz

Aan welk(e) woord(en) of zin kun je dat zien?

Slide 7 - Question ouverte

voorbeeld 2
laatste zin alinea 2: 
De astronauten zullen de komende week verslag doen van al hun bevindingen en belevenissen.
eerste zin alinea 3: 
Deze zullen zij in eerste instantie met de pers delen, daarna zijn andere belangstellenden aan de beurt. Ook zullen er televisieoptredens plaatsvinden.

Slide 8 - Diapositive

Op welke manier zijn de alinea's met elkaar verbonden?
A
signaalwoord
B
verwijswoord
C
aankondigende zin
D
herhaling

Slide 9 - Quiz

Aan welk(e) woord(en) of zin kun je dat zien?

Slide 10 - Question ouverte

voorbeeld 3
laatste zin alinea 3:
De astronauten zullen zich weer moeten aanpassen aan het leven op aarde en dat kan best even duren.

eerste zin alinea 4:
De overgang van de ruimte naar de aarde is namelijk zowel fysiek als emotioneel erg zwaar. Dat is niet zo vreemd: het is....

Slide 11 - Diapositive

Op welke manier zijn de alinea's met elkaar verbonden?
A
signaalwoord
B
verwijswoord
C
aankondigende zin
D
herhaling

Slide 12 - Quiz

Aan welk(e) woord(en) of zin kun je dat zien?

Slide 13 - Question ouverte

voorbeeld 4
laatste zin alinea 4:
Het is gebleken dat een aantal zaken niet goed is verlopen.

eerste zin alinea 5:
Tijdens de ruimtereis bleek dat niet alle benodigde producten aan boord waren. Van tevoren was alles weliswaar gecheckt,....

Slide 14 - Diapositive

Op welke manier zijn de alinea's met elkaar verbonden?
A
signaalwoord
B
verwijswoord
C
aankondigende zin
D
herhaling

Slide 15 - Quiz

Aan welk(e) woord(en) of zin kun je dat zien?

Slide 16 - Question ouverte

Belangrijk:
1) Streep af wat het niet is. Begin bij signaalwoord, dan verwijswoord, dan aankondigende zin. Zijn deze mogelijkheden het niet? Dan blijft herhaling over. Let op: het moet wel een inhoudswoord of -woordgroep zijn! Niet een woordje als 'niet' of 'gewoon'. Het moet dus echt met de inhoud van de tekst te maken hebben.
2) GEBRUIK DIT NIET ALS TOELICHTING MAAR VOOR JEZELF!

Slide 17 - Diapositive

Belangrijk vervolg:
3) licht je antwoord altijd toe op twee fronten:

- de kennis die je hebt opgedaan (=leren)
- inhoud van de tekst (=toepassen)


Slide 18 - Diapositive

voorbeeldvraag + antwoord
1. Op welke manier zijn alinea 2 en 3 met elkaar verbonden?
2. Aan welk(e) woord(en) of zin kun je dat zien?
3. Licht je antwoord toe        (--> gebruik de inhoud van de tekst!)

ad 1: door middel van een signaalwoord
ad 2: aan het signaalwoord 'omdat'
ad 3: er wordt een reden gegeven waarom de astronauten zo....

Slide 19 - Diapositive

Geef aan in hoeverre je de verbindingsmanieren tussen alinea's begrijpt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Nakijken huiwerk
Opdracht 4 op blz. 190.

Pak even je boek en schrift erbij.

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk volgende les: 
- Je hebt je huiswerk voor vandaag goed nagekeken en verbeterd (antwoorden staan op Classroom)
- Je hebt jezelf met de code aangemeld in Som zodat je digitaal kunt werken (Som-->leermiddelen-->Nederlands-->Op Niveau 2e editie --> klik op je naam rechtsboven -->voer code in die op Classroom staat)
- Maken opdracht 5 op blz. 191 ONLINE, dus VIA SOM

Slide 22 - Diapositive