Talent lezen 5.3 2F week 23

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Week 23 

B.E.S.T.A.V.

V = Voorlezen

lezen 5.3

• Signaalwoorden voor het redengevend tekstverband herkennen (1);
• een samenvatting maken met kernzinnen (2).

IN DEZE PARAGRAAF LEER JE:

NIEUW

Redengevend tekstverband

Definitie

Wanneer een tekstverband een reden of argument aangeeft,
spreken we van een redengevend tekstverband

Signaalwoorden

want, omdat, daarom, immers, namelijk

Maak eens een zin met dit verband!?

Lijkt op uitleggend!

Definitie

Een uitleggend verband is een zins- of alineaverband dat een verklaring tussen zinnen of alinea's aanduidt. 

Signaalwoorden

namelijk, dat wil zeggen, zo, met andere woorden,
bijvoorbeeld, ter toelichting.

Maak eens een zin met dit verband!?

Hoe hou ik ze uit elkaar?

Leer de signaalwoorden bij uitleggend en redengevend tekstverband uit je hoofd, dan herken je meteen om welk verband het gaat!


Maken 5.3 opdr. 7,8,9,10 en 13

SAMENVATTEN HOOFDSTUK 5.3

Samenvatten

• Samenvatting = korte weergave van de tekst in eigen woorden.
  
  
• Stap 1: bepaal het onderwerp en de hoofdgedachte van de tekst.
• Stap 2: achterhaal per alinea wat er wordt gezegd over het onderwerp. Let hierbij op kernzinnen.
• Stap 3: Maak er een logisch geheel van (verbind de losse zinnen).
• Stap 4: controleer je samenvatting.

Controleren

Controleer je samenvatting. 

• Staat de belangrijkste boodschap in de samenvatting?
  
• Staan alle hoofdzaken in de samenvatting?
  
• Heb je geen bijzaken opgenomen?
  
• Heb je een logisch geheel van de samenvatting gemaakt?
  
• Is de samenvatting volledig? 
  
  

Pas je samenvatting zo nodig aan.

Hoofdzaken

Hoe en waar vind je de hoofdzaken?

• Vaak in de eerste, de tweede en/of de laatste zin van een alinea.
• Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingen of een verdere uitleg, dat zijn bijzaken.
  Denk aan een hamburger... 
  
  

Stel jezelf de volgende vragen:

1. Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
2. Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?

Hoofdzaken (structuur)

Hoofdzaken (structuur)

Bijzaken (vulling)

5.5 Woorden 

- Maken woensdag (dinsdag zijn jullie vrij)

- Maandag 10 juni hebben jullie 5.3 af en 5.5 opdr. 2.3.4.5.8.9 en 11. 

- Schrijf het in je agenda!!

Lesdoel 5.5

- Woorden en hun betekenis van 5.5 kennen.

- Spreekwoorden en uitdrukkingen kennen.