Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Ben je er klaar voor?
Yes! Let's do this!
Een beetje!
Mwah... liever niet
Slide 1 - Sondage
Welk van de volgende geneesmiddelen is een kortwerkende beta2-sympathicomimeticum?
A
Salbutamol (ventolin)
B
ipratropium (atrovent)
C
fluticason (flixotide)
D
Salmeterol (serevent)
Slide 2 - Quiz
Wat houden de termen "smallspectrum" en "breedspectrum" in?
Slide 3 - Question ouverte
Hoe werkt een symphaticomimeticum?
A
Het stimuleert je parasympathicus en daardoor verwijden je longblaajes
B
Het remt je parasympathicus en daardoor vernauwen je longblaasjes
C
Het stimuleert je sympathicus en daardoor verwijden je longenblaasjes
D
Het remt je sympathicus en daardoor verwijden je longblaasjes
Slide 4 - Quiz
Antimycotica worden gebruikt bij…
A
Bacteriële huidinfecties
B
infecties met virussen
C
bij het bestrijden van worminfecties
D
schimmelinfecties
Slide 5 - Quiz
Fluticason wordt onder andere bij astma gebruikt. Hoe werkt dit middel?
A
Het is een luchtwegverwijder die het sympatische zenuwstelsel nabootst
B
Het is een luchtwegverwijder die het parasympatische zenuwstelsel remt.
C
Het is een ontstekingsremmer die valt onder de groep inhalatiecorticosteroïden
D
Het is een onstekingsremmer die zowel de sympathische als parasympatische zenuwstelsel blokkeert.
Slide 6 - Quiz
Wat is het eerste keus geneesmiddel bij een ongecompliceerde urineweginfectie bij een gezonde, niet-zwangere vrouw boven de 18 jaar?
A
Nitrofurantoïne
B
Amoxicilline
C
Azitromycine
D
Itraconazol
Slide 7 - Quiz
Wanneer worden de medicijnen immunoglobulines toegepast?
Slide 8 - Question ouverte
Ipratropium is een parasympaticolyticum. Op welke manier werkt dit?
A
Een luchtwegverwijder die het sympatische zenuwstelsel nabootst
B
Een ontstekingsremmer die het sympatische zenuwstelsel nabootst.
C
Een luchtwegverwijder die het parasympatische zenuwstelsel remt.
D
Een ontstekingsremmer die het parasympatische zenuwstelsel remt.
Slide 9 - Quiz
Wat houdt de term resistentie in?
A
Dat een bacterie ongevoelig is geworden voor een antibioticum
B
Dat de antibioticum te laag is gedoseerd
C
Dat de antibioticum te hoog is gedoseerd
D
Dat de antibioticum zeker gaat werken tegen de bacterie
Slide 10 - Quiz
Je zusje van 3 maanden oud krijgt via de borstvoeding antilichamen van de moeder binnen. Van wat is dit een voorbeeld?
Kunstmatige actieve immunisatie
Kunstmatige Passieve immunisatie
Natuurlijke Passieve immunisatie
Natuurlijke actieve immunisatie
Slide 11 - Sondage
Bij gebruik van claritromycine is kruisresistentie ontstaan. Welk van de onderstaande geneesmiddelen mag dan ook niet gebruikt worden?
A
Amoxicilline
B
Azitromycine
C
Minocylcine
D
Nitrofurantoïne
Slide 12 - Quiz
Wat is het meest bekende bijwerking van inhalatiecorticosteroïden? Wat kan je hiertegen doen?
Slide 13 - Question ouverte
Een bekende bijwerking van breedspectrum antibiotica is...
A
diarree
B
obstipatie
C
duizeligheid
D
slapeloosheid
Slide 14 - Quiz
Bij welk antibiotica groep is het aangeraden om uit de zon te blijven?
A
Tetracyclines
B
Macroliden
C
Penicillines
D
Nitrofurantoïne
Slide 15 - Quiz
Met welk geneesmiddel moet methotrexaat ALTIJD worden gecombineerd?
A
Prednisolon
B
Naproxen
C
Foliumzuur
D
colchicine
Slide 16 - Quiz
Wat is de meest bekende bijwerking van opiaten?
A
obstipatie
B
diarree
C
vermoeidheid
D
maagklachten
Slide 17 - Quiz
Je krijgt een vaccin tegen corona
Kunstmatige actieve immunisatie
Kunstmatige Passieve immunisatie
Natuurlijke Passieve immunisatie
Natuurlijke actieve immunisatie
Slide 18 - Sondage
Waar moet een opiumwetrecept aan voldoen?
Slide 19 - Question ouverte
Waarom is het belangrijk bij Reuma zo snel mogelijk met een DMARD te starten?
Slide 20 - Question ouverte
Welk medicijn wordt niet gebruikt bij jicht?
A
Allopurinol
B
Colchicine
C
methotrexaat
D
prednisolon
Slide 21 - Quiz
Bij welke aandoening wordt allopurinol voorgeschreven?
A
Reuma
B
Pijn
C
Jicht
D
diarree
Slide 22 - Quiz
Bij welke aandoening wordt het medicijn colchicine voorgeschreven?
A
Jicht
B
Reuma
C
Artrose
D
Misselijkheid
Slide 23 - Quiz
Wat zit er in een EpiPen?
A
Serotonine
B
Antihistaminica
C
Dopamine
D
Adrenaline
Slide 24 - Quiz
Hoe werken histamineafgifteremmende stoffen
A
Ze voorkomen dat histamine vrijkomt uit de mestcel
B
Ze blokkeren de werking van histamine doordat ze op de aangrijpingsplek gaan zitten.
C
Ze zorgen ervoor dat het lichaam gewend raakt aan het allergeen.
D
Ze zijn ontstekingsremmend
Slide 25 - Quiz
Even weer terughalen: Welk medicijn valt onder de anesthetica?
A
celecoxib
B
naproxen
C
Prilocaïne
D
morfine
Slide 26 - Quiz
Welk van de volgende geneesmiddelen is een opiaat?
A
Naproxen
B
Femoston
C
Finimal
D
Fentanyl
Slide 27 - Quiz
Een allergeen is...
A
Een lichaamsvreemde stof
B
Een antistof
C
Een lichaamsvreemde stof die een allergische reactie uitlokt
D
Een antilichaam die antistoffen opruimt
Slide 28 - Quiz
Welk van de volgende geneesmiddelen is een antihistaminicum?
A
Cromoglicinezuur
B
Avamys
C
Dexamethason
D
Desloratadine
Slide 29 - Quiz
Wat voor werking hebben antihistaminica?
A
Ze grijpen aan op receptoren waar histamine normaal op aangrijpt
B
Ze voorkomen dat histamine vrijkomt
C
Ze zorgen ervoor dat het lichaam gewend raakt aan de allergeen
D
Ze versterken het immuunsysteem
Slide 30 - Quiz
Je bent gebeten door een hond met rabiës en krijgt direct een injectie. Van wat is dit een voorbeeld?
Kunstmatige actieve immunisatie
Kunstmatige Passieve immunisatie
Natuurlijke Passieve immunisatie
Natuurlijke actieve immunisatie
Slide 31 - Sondage
Leg uit: hoe ontstaat de bijwerking maagklachten bij NSAID gebruik
Slide 32 - Question ouverte
Hoe werken corticosteroïden
A
Ontstekingsremmend en verlagen de afweer
B
Verlagen histamine afgifte
C
voorkomen dat een allergeen binnenkomt
D
hebben een bacteriostatische werking
Slide 33 - Quiz
Welke opiaat kan je geven bij doobraakpijn?
A
Fentanyl neusspray
B
Buprenorfine tablet
C
Oxycodon MVA tablet
D
Morfine tablet
Slide 34 - Quiz
Mevrouw wilt over twee weken op vakantie naar filipijnen. Daar is mogelijk risico op Hepatitis. Ze gaat langs de GGD voor een prik die haar hiertegen beschermt
Kunstmatige actieve immunisatie
Kunstmatige Passieve immunisatie
Natuurlijke Passieve immunisatie
Natuurlijke actieve immunisatie
Slide 35 - Sondage
Je hebt een heftige griep meegemaakt. Van wat is dit een voorbeeld?
Kunstmatige actieve immunisatie
Kunstmatige Passieve immunisatie
Natuurlijke Passieve immunisatie
Natuurlijke actieve immunisatie
Slide 36 - Sondage
Je bent in aanraking gekomen met een virus dat voor jou dodelijk kan zijn. Je krijgt direct een injectie om klachten te voorkomen. Dit is een voorbeeld van...
Actieve Immunisatie
Passieve immunisatie
Slide 37 - Sondage
Immunoglobulines zijn een passieve vorm van immunisatie