DA Hoofdstuk 13 infectieziekten

Een antibioticum kan een bactericide of bacteriostatische werking hebben. wat betekent dit?
1 / 27
suivant
Slide 1: Question ouverte
GeneesmiddelenkennisMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Een antibioticum kan een bactericide of bacteriostatische werking hebben. wat betekent dit?

Slide 1 - Question ouverte

Een antibioticum kan een smallspectrum of breedspectrum werking hebben. Wat betekent dit?

Slide 2 - Question ouverte

Wat houdt de term resistentie in?
A
Dat een bacterie ongevoelig is geworden voor een antibioticum
B
Dat de antibioticum te laag is gedoseerd
C
Dat de antibioticum te hoog is gedoseerd
D
Dat de antibioticum zeker gaat werken tegen de bacterie

Slide 3 - Quiz

Welk van de volgende geneesmiddelen is een opiaat?
A
Naproxen
B
Femoston
C
Finimal
D
Fentanyl

Slide 4 - Quiz

Wat is een belangrijke bijwerking van NSAID's? wat kan je hiertegen doen?

Slide 5 - Question ouverte

Met welk geneesmiddel moet methotrexaat ALTIJD worden gecombineerd?
A
Prednisolon
B
Naproxen
C
Foliumzuur
D
colchicine

Slide 6 - Quiz

Bij welke aandoening wordt het medicijn colchicine voorgeschreven?
A
Jicht
B
Reuma
C
Artrose
D
Misselijkheid

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Bij welke antibioticum groep is het aangeraden om uit de zon te blijven?
A
Macroliden
B
tetracyclines
C
penicillines
D
antimycotica

Slide 21 - Quiz

Als iemand resistent is voor de antibioticum azitromycine, welk ander geneesmiddel mag hij/zij dan ook niet gebruiken?
A
Doxycycline?
B
Amoxicilline
C
Nitrofurantoïne
D
claritromycine

Slide 22 - Quiz

Wat is het eerste keus geneesmiddel bij een ongecompliceerde urineweginfectie bij een gezonde, niet-zwangere vrouw boven de 18 jaar?
A
Nitrofurantoïne
B
Amoxicilline
C
Azitromycine
D
Itraconazol

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive