B1f T5 BS 6 Regeling

Havo VWO Thema 5 BS 
6: Regeling
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Havo VWO Thema 5 BS 
6: Regeling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijk
  • Beoordeling BS 7 komt op SOM
  • Herkansing Practicum 

Slide 2 - Diapositive

mavo --> havo poject op school)
Socrative 
Roomname: CANTEMUR

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

T5 Bs 6 Regeling

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven
  • Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benomen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je van hormonen?

Slide 6 - Carte mentale

Wat zijn hormonen?
Hoe werken Zenuwstelsel en hormoonstelsel samen?

Slide 7 - Diapositive

Hormonen regelen langzame en langdurige processen
vb: stofwisseling, voortplanting, groei en ontwikkeling. 

Hormoonklieren --> geven hormoon af aan het bloed --> via bloed naar hele lichaam --> hormonen zijn werkzaam in weefsel en organen die gevoelig voor zijn


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

1. Wat bedoeld de mug met het woord zoets in de zin: "ik kan wel wat zoets gebruiken?
2. Is het bloed dan van diabetes patiënt 'zoeter' dan gezond patiënt? waarom?
3.  Wat is diabetes? Wat is het probleem bij diabetes? wat gaat er mis?

We gaan deze les ook kijken naar hoe het normaal proces verloopt. 
(als extra kunnen we kijken naar diabetes)
Wat is glucose?
A
Glucose is een brandstof dat afkomstig is van planten door fotosynthese
B
Glucose is een vorm van vet en dient als brandstof

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na eten

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedsuikerspiegel

Slide 13 - Diapositive

Waarom wil je niet dat de glucose hoog blijft in je bloed?
Door welk hormoon neemt bloedglucose af?
A
Glucose
B
Diabetes
C
insuline
D
Adrenaline

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon veroorzaakt de verandering van glucosegehalte tussen t1 en t2?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Adrenaline

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zorgt insuline ervoor dat de bloedsuikerspiegel daalt?
A
Insuline zorgt ervoor dat bloedsuikerspiegel opgenomen kan worden door cellen in je lichaam
B
Insuline zorgt ervoor dat bloedsuikerspiegel wordt opgelost in het bloed

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

glucose wordt in de lever omgezet naar...
A
glycogeen
B
glucagon

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welk hormoon neemt bloedsuikerspiegel weer toe?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welk hormoon neemt bloedsuikerspiegel weer toe?
A
Hypofyse
B
Adrenaline
C
Glucagon
D
Insuline

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eilandjes van langerhans
Produceren: insuline en glucagon

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucagon

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze hormonen worden in de alvleesklier gemaakt:
A
insuline, glucose, glycogeen
B
insuline, glycogeen en glucagon
C
insuline en glucagon
D
glucose, glycogeen en glucagon

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de bloedsuikerspiegel in je bloed te laag is, wordt....
A
minder glucagon afgegeven
B
meer glucagon afgegeven
C
meer insuline afgegeven
D
minder insuline afgegeven

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugkoppeling/ Feedback

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk:
- Herkansing Practicum! (week 22)
- BS 6 opdracht: 1 t/m 5 (week 22)
- Leren voor toets (week 23)

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exit ticket: stuur naar mevrouw Cantemur en Vossen
1. Hoe zorgt insuline ervoor dat bloedsuikerspiegel afneemt?
2. Wat is de functie van glucagon? 
3. Wat is terugkoppeling?
4. Hoe vond je de nieuwe manier van lesgeven?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Hoe ontstaat diabetes?
  2. Welk orgaan maakt insuline aan?
  3. Hoe gaat insuline naar de spieren?
  4. Wat is insuline?
1. Hoe ontstaat diabetes?
2. Welk orgaan maakt insuline aan?
3. Hoe gaat insuline naar de spieren?
4. Wat is diabetes

Slide 30 - Diapositive

Hormoonklieren --> geven hormoon af aan het bloed --> via bloed naar hele lichaam --> hormonen zijn werkzaam in weefsel en organen die gevoelig voor zijn

Extra: Diabetes 

Slide 31 - Diapositive

Verschil tussen diabetes type 1 en 2
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 32 - Diapositive

Hormoonklieren --> geven hormoon af aan het bloed --> via bloed naar hele lichaam --> hormonen zijn werkzaam in weefsel en organen die gevoelig voor zijn

Les 2

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toets Thema 5
1. Typs 'socrative' in google
2. Druk op 'student inloggen' 
3. Vul roomname in
     Roomname: CANTEMUR
     Roomname voor dyslecten: VOSSEN
4. Toets duurt 20 minuten 
     Toets duurt 25 minuten voor Dyslecten. 

timer
20:00

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling

Slide 36 - Diapositive

Nog even wat feedback was. 
Herhaling 

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon?

Slide 38 - Diapositive

Wat voel je ?
Welk Hormoon?
A
Adrenaline
B
Insuline
C
Glycogeen
D
Hypofyse

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Je kunt de werking van adrenaline benoemen. 

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline
- Wordt gemaakt in de bijnieren
- Adrenaline komt vrij bij woede, angst en schrik
- Het heeft een korte, snele en kortdurende werking



Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus Faalangst

Slide 43 - Diapositive

Wat voel ik en wat gebeurd er in mijn lichaam?

Slide 44 - Diapositive

vb van leerling toepassen. 
Waarom is het belangrijk dat bloedsuikerspiegel stijgt in gevallen van stress?
Adrenaline --> Glycogeen wordt omgezet in Glucose --> Bloedsuikerspiegel stijgt



Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline
- Zorgt ervoor dat het lichaam klaar is om actie te ondernemen
- ‘vlucht-of-vecht-hormoon’
- Snelle hartslag --> meer zuurstof en glucose naar spieren
- Snelle ademhaling
- Hogere bloedsuikerspiegel 
- Meer verbranding
- Hersenen werken effectiever --> betere concentratie


Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
- Beoordeling van huiswerk BS 6, practicum en toets komen volgendeweek
- Nieuwe studiewijzer en huiswerk komen maandag/dinsdag online 
- Huiswerk voor deze week:

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B1f HW Week 21

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exit ticket
Beschrijf een moment waarop je stress ervaarde of juist een moment wat je erg spannend vond. 
- Wat voelde je precies in je lichaam? 
- Welke kenmerken van adrenaline herken je hierin? 
-Wanneer ging dat gevoel over?

- Wat vond je van de toets?

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions