Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 41 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen vandaag?
timer
10:00
Doel van de les
15 minuten stil lezen
Herhaling jaar 2-§1 online
Verder met grammatica woordsoorten
Aan het werk
Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas
Slide 1 - Diapositive
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
In deze les leer je een samentrekking te herkennen en gebruiken
Slide 2 - Diapositive
Bekijk de volgende woordgroepen en zinnen:
– voor- en nadelen
– dikke en dunne sokken
– Er staan weer nieuwe films en series op Netflix.
– Voor de feestavond trekt Isolde een galajurk aan en Oumaima een broekpak.
Slide 3 - Diapositive
In de voorbeelden is een woorddeel (-delen van voordelen), een woord (sokken, nieuwe) of een zinsdeel (trekt aan = wg) weggelaten, omdat het ook op een andere plek in de woordgroep of zin voorkomt.
Dat heet samentrekking. Door identieke (delen van) woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren. Er bestaat voorwaartse en achterwaartse samentrekking:
Slide 4 - Diapositive
voorwaartse samentrekking: het gezamenlijke deel wordt genoemdinheteerste deelvan de samentrekking en verderop weggelaten: een antieke lamp en een moderne (-);
achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt genoemd inhetlaatste deel van de samentrekking en daarvóórweggelaten: binnen- en buitenland.
Slide 5 - Diapositive
voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt genoemd in het eerste deel van de samentrekking en verderop weggelaten: kerstballen en -slingers;
Slide 6 - Diapositive
achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt genoemd in het laatste deel van de samentrekking en daarvóór weggelaten: in- en uitademen.
Slide 7 - Diapositive
Het moet wel gaan om twee begrippen die logischerwijs in een adem worden genoemd. Een gekunstelde samentrekking als ijs- en bruine beren moet vermeden worden; in dat geval schrijven we voluit ijsberen en bruine beren.
+
Let op: alleen als een deel van de samenstelling is samengetrokken, komt er een streepje. Als er een volledig woord is samengetrokken, komt er geen streepje.
Slide 8 - Diapositive
Samentrekkingen komen voor op drie niveaus (in de voorbeelden is het weggelaten deel onderstreept):
woordniveau – op de plaats van het samengetrokken woorddeel wordt een streepje geschreven: keukenstoel en -tafel; zon- en feestdagen;
voorwaarts: theepot en -doos;
achterwaarts: binnen- en buitenland
Slide 9 - Diapositive
woordgroepsniveau – binnen een woordgroep worden een of meer hele woorden weggelaten:
dure ringen en (-) armbanden;
hoge (-) en lage bergen;
voorwaarts: bloeiende planten en struiken;
achterwaarts: gele en rode paprika’s
Een woordgroep hoort bij elkaar door grammaticaal verband, zoals in een zin/
als geheel verplaatst>> omvat het meer dan een woord en minder dan een zin
Slide 10 - Diapositive
zinsniveau – een of meer zinsdelen (ow, lv, mv, bwbenz.) die twee keer voorkomen, worden weggelaten:
– Iris volleybalt op zaterdag en Peter (-) op zondag.
– Je wilt (-) en krijgt een leuk cadeautje.
- voorwaarts: Didi bakt pannenkoeken en Ivan een pizza.
- voorwaarts: Op de barbecue heb ik een kip gegrild en een vis geroosterd.
- achterwaarts: Opa en oma lazen en de kleinkinderen streamden De brief voor de koning.
Slide 11 - Diapositive
Voor samentrekking op zinsniveau geldt dat de samengetrokken delen dezelfde vorm, dezelfde functie, dezelfde betekenis en dezelfde plaats in de zin moeten hebben als de niet-samengetrokken delen.
Slide 12 - Diapositive
De eerste trein reed van Amsterdam naar Haarlem en bestond uit coupés in de eerste, tweede en derde klasse.
Geen streepje= heel woord ( hele woorden)
De eerste trein reed van Amsterdam naar Haarlem en de eerste trein bestond uit coupés in de eerste, tweede en derde klasse
Slide 13 - Diapositive
In Artis wonen roodwang_en woudschildpadden en er zijn wel Aziatische olifanten, maar geen Afrikaanse.
Wel streepje = deel van een woord
In Artis wonen roodwangschildpadden en woudschildpadden en er zijn wel Aziatische olifanten, maar geen Afrikaanse.
Slide 14 - Diapositive
Nu even in het kort, later verder in Formuleren, samentrekking controleren §2
Wanneer samentrekking wringt:
Als de vorm niet klopt
*Gisteren heeft hij gewonnen en morgen zal hij weer.
De vorm die je zou willen invullen is 'winnen' en niet 'gewonnen'.
Slide 15 - Diapositive
Als de betekenis niet klopt
*Ik liet mijn hond uit en mijn oma binnen.
Uitlaten en binnenlaten zijn twee verschillendebetekenissen.
Slide 16 - Diapositive
Als de functie niet klopt
*Hij is ziek en toch gaan werken.
'is' = in deel 1 koppelwerkwoord van een naamwoordelijk gezegde (is ziek) en zou in deel 2 hulpwerkwoord in een werkwoordelijk gezegde zijn (is gaan werken).
Lees nog even de herhaling op Bruuttaal
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
FOUT
De tentamens werden gisteren teruggegeven maar een tentamen werd nog achtergehouden.
enkelvoud en meervoud
Slide 19 - Diapositive
FOUT
Kees slaat de voetbalwedstrijd gade en slaat zijn vriend op zijn schouder op het moment dat de bal in het doel vliegt.
(andere betekenis)
Slide 20 - Diapositive
FOUT
Die mensen hebben hun kinderen altijd enorm verwend en hun kinderen zijn volledig afhankelijk van hen gebleven.
Eerste deel: LV, tweede deel: OW
Slide 21 - Diapositive
Oefening:
Welke woorddelen/woorden zijn weggelaten?
Is het een samentrekking op woordniveau,woordgroepsniveau of op zinsniveau en is het een voorwaartse of achterwaartse samentrekking?
1-In de bibliotheek kun je spannende boeken en films lenen.
2-Mijn zus verft haar haar altijd kastanje- of chocoladebruin
3-Zijn er alleen Italiaanse hapjes of ook Spaanse?
4-Van de 16e tot de 20e eeuw was het Britse Rijk groter dan ooit.
5-Hij is specialist in het bakken van banketletters en- staven.
6-Lotte is heel grappig en past eigenlijk helemaal niet bij die saaie Martijn.
Slide 22 - Diapositive
1-In de bibliotheek kun je spannende boeken en films lenen.
spannende: op woordgroepsniveau- voorwaarts
2-Mijn zus verft haar haar altijd kastanje- of chocoladebruin
bruin: op woordniveau- achterwaarts
3-Zijn er alleen Italiaanse hapjes of ook Spaanse?
hapjes: op woordgroepniveau- voorwaarts
Slide 23 - Diapositive
4-Van de 16e tot de 20e eeuw was het Britse Rijk groter dan ooit.
eeuw: op woordgroepniveau-achterwaarts
5-Hij is specialist in het bakken van banketletters en- staven.
banket: op woordniveau-voorwaarts
6-Lotte is heel grappig en past eigenlijk helemaal niet bij die saaie Martijn.
Lotte: op zinsniveau (ow) - voorwaarts
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 26 - Diapositive
§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten.
Zet het iedere keer zo in je schrift:
paragraaf-§---bladzijde-blz.---opdracht-opdr.
Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken.
Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!
Slide 27 - Diapositive
Aan de slag
Slide 28 - Diapositive
§ 2 Tekstverbanden
Maken:
C.5 Grammatica zinsdelen
§3 Samentrekking
blz.210
opdr. 1 t/m 5
Slide 29 - Diapositive
www.bruuttaal.nl
Slide 30 - Lien
maken.wikiwijs.nl
Slide 31 - Lien
www.cambiumned.nl
Slide 32 - Lien
www.cambiumned.nl
Slide 33 - Lien
Herhaling samentrekking:
Handig, twee zinnen inkorten tot één! Dat gaat nog weleens fout.
Een samentrekking is het samenvoegen van twee zinsdelen, woorden of delen van woorden. Dit wordt gedaan om de zin in te korten.
Er zijn een aantal dingen die vaak verkeerd gaan bij samentrekkingen. Dan is er sprake van een foutieve samentrekking.
Slide 34 - Diapositive
De eerste fout die veel voorkomt is dat de woorden in de samentrekking niet dezelfde betekenis hebben.
Een voorbeeld hiervan is ‘Ik gaf Ahmed de telefoon en Mohammed een pak slaag’.
In deze zin wordt het woord ‘geven’ op twee verschillende manieren gebruikt.
Een juist voorbeeld zou zijn: ‘Ik gaf Ahmed de telefoon en Mohammed het boek’.
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Een samengestelde zin is een zin met 2 of meer persoonsvormen.
Vaak staat tussen de 2 delen een komma of een voegwoord (allebei kan ook), maar dat hoeft niet.
Een samengestelde zin heeft dus ook twee gezegdes. Een gezegde bevat namelijk alleen de werkwoorden die bij elkaar horen.