Paragraaf 1.5: Scootercity

Scootercity
Paragraaf 1.5
Economie
Klas 4
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Scootercity
Paragraaf 1.5
Economie
Klas 4

Slide 1 - Diapositive

Eerst wat herhalen

Slide 2 - Diapositive

1. Wat was zijn afzet in december?

Slide 3 - Question ouverte

2. Wat was zijn omzet?

Slide 4 - Question ouverte

3. Wat was zijn brutowinst

Slide 5 - Question ouverte

4. Wat was zijn nettowinst?

Slide 6 - Question ouverte

5. Bereken het brutowinstopslagpercentage van de oliebollen ‘met’?

Slide 7 - Question ouverte

Volgend jaar wil hij weer met zijn kraampje in het piazza staan en ook appelbeignets verkopen. De verkoopprijs van een appelbeignets is €1,67. De BTW op voedingsmiddelen is 9%

Bereken de consumentenprijs.


Slide 8 - Question ouverte

Introductie
Hoe kan een ondernemer meer nettowinst maken met zijn bedrijf? 
Dat kan niet alleen door de afzet te vergroten. Er zijn meer mogelijkheden. Zo kan de winkelier proberen zijn producten goedkoper in te kopen of zijn bedrijfskosten te verlagen. In deze paragraaf leer je over de mogelijkheden om meer winst te maken.

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan verschillende manieren noemen om de nettowinst te verhogen.
  • Ik kan vanuit de verkoopprijs inclusief btw de verkoopprijs exclusief btw berekenen.

Slide 10 - Diapositive

Goed presteren:
Een groot bedrijf heeft meestal een hogere winst dan een klein bedrijf. 
Toch kan een kleiner bedrijf het naar verhouding beter doen. Dat zie je bij het vergelijken van de nettowinst in procenten van de omzet (afb. 34). Een bedrijf met een hoog percentage nettowinst presteert naar verhouding goed.

Slide 11 - Diapositive

Welke bedrijf presteert het best?
1
2
3
4
bedrijf A: omzet € 975.000, nettowinst € 225.000

bedrijf B: omzet € 1.659.000, nettowinst € 800.500

bedrijf C: omzet € 52.300, nettowinst € 29.600

bedrijf D: omzet € 185.000, nettowinst € 72.000


Slide 12 - Question de remorquage

Meer nettowinst:
Een bedrijf zoek altijd naar manieren om meer winst te maken. 
Hoe kan een bedrijf zijn nettowinst verhogen?

Slide 13 - Diapositive

Welke drie manieren zijn er?
  • Inkoopprijs proberen te verlagen (onderhandelen met de leverancier, groter inkopen)
  • Bedrijfskosten verlagen (minder personeel, kleinere ruimte huren)
  • Verkoopprijs verhogen (risico is dat de afzet lager wordt)



Slide 14 - Diapositive

Is een hogere verkoopprijs altijd meer winst?
Een hogere of lagere verkoopprijs

Verkoopprijs   en aantal verkopen  =  --> nettowinst 

Verkoopprijs   en aantal verkopen    --> nettowinst

Slide 15 - Diapositive

Zorgen minder kosten altijd voor meer winst? 
Nee, want...
Soms maak je meer nettowinst juist als je meer kosten maakt, bijvoorbeeld als je investeert in:

  • Snellere machines (goedkopere productie per uur)
  • Beter personeel of in je personeel
  • Milieubewuste productie (biologisch, recycling) De vraag hiernaar neemt toe
  • Uitbreiding (meerdere filialen, grotere machines)

Slide 16 - Diapositive

Wanneer maakt een ondernemer meer nettowinst?
A
Als de inkoopprijzen dalen
B
Als hij een nieuwe machine koopt en de afschrijvingen toenemen
C
Als hij een extra werknemer in dienst neemt en de loonkosten stijgen

Slide 17 - Quiz

De inkoopkosten van een buitenlamp zijn € 16. De verkoper verhoogt zijn brutowinstmarge van 35% naar 45%. Daardoor neemt zijn afzet af van 450 naar 415 stuks per maand.

Met hoeveel euro stijgt de verkoopprijs?

Slide 18 - Question ouverte

De inkoopkosten van een buitenlamp zijn € 16. De verkoper verhoogt zijn brutowinstmarge van 35% naar 45%. Daardoor neemt zijn afzet af van 450 naar 415 stuks per maand.

Daalt of stijgt de omzet? en met hoeveel euro verandert de omzet?

Slide 19 - Question ouverte

Exclusief of Inclusief BTW
De verkoopprijs is zonder BTW. Dat heet EXCLUSIEF BTW

De consumentenprijs is met BTW. Dat heet INCLUSIEF BTW


Slide 20 - Diapositive

BTW
Belasting toegevoegde waarde
21% 
van exclusief naar inclusief btw: Prijs exclusief : 100 x 121
Van inclusief naar exclusief btw: Prijs inclusief : 121 x 100
9%
van exclusief naar inclusief btw: Prijs exclusief : 100 x 109
Van inclusief naar exclusief btw: Prijs inclusief : 109 x 100

Slide 21 - Diapositive

Inclusief BTW
Exclusief BTW

Slide 22 - Diapositive

maken 
paragraaf 1.5 opdracht 6 t/m 12

Slide 23 - Diapositive