HA3 Spellingquiz

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Quiz

Spelling H1 tot H6

Als herhaling

Van alles wat

Doel: Ben ik voorbereid op de toets?

Maak een samenstelling:
aap + trots

maak een samenstelling:
aap + rots

Vul beide vormen juist in:
Melvin (lezen) (stotteren) het verhaal voor aan mij

Schrijf de juiste vorm op:
Mijn oma (braden) een stukje vlees

Schrijf de juiste vorm op:
Kees (branden) zijn vingers aan de pan

Wanneer gebruik je een punt?

Wanneer gebruik je een uitroepteken?

Weet jij (nog) wat een citaat is?

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
Levi wil je die bak met pennen potloden en stiften aangeven

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.

Ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Schrijf de volgende afkorting voluit op:
OM

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
amfibie

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
kolonie

De (genie) hebben goede (idee) om de (probleem) op te lossen.

1. geniën - ideën - probleemen
2. genieën - ideeën - probleemen
3. genieën - ideën - problemen
4. genieën - ideeën - problemen

In brood zitten (vitamine), (mineraal) en (proteïne).

1. vitaminen - mineraalen - proteïnen
2. vitaminen - mineraalen - proteïnën
3. vitaminen - mineralen - proteïnen
4. vitaminen - mineralen - proteïnën