Donderdag 10 december 3HA

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

"Past" means verleden(tijd)..

Hi there!

Planning of today

• Learning objectives 


• Relative pronouns 
• Check learning objectives 

After this lesson, I can apply the correct relative pronoun.

 

After this lesson, I can complete sentences with the correct English translation.

Who, which, whom, that

Relative pronouns

Take out your notebooks to take notes!

Who

Personen

Which 

Dingen

That

Personen en dingen

Kan who en which vervangen door that als er geen komma staan voor de bijzin.

Ø:  who, which, that weghalen

Weglaten als het géén onderwerp is in de bijzin. 

Niet weglaten als het wél het onderwerp in in de bijzin. 

Whose

Personen en dingen (bezit)

Whom (who)

Personen

Where

Plaatsen

When

Tijden 

Time to practice 

Workbook: exercise 7 on page 93.

Hand-out.

Finished?

Exercise 5 and 6 on page 92. 

Survey 

www.jouwmening.nu 

Inlogcode: BQHDORIJ 

Last lesson next week

After this lesson, I can apply the correct relative pronoun.

 

After this lesson, I can complete sentences with the correct English translation.