Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Leerjaar 1. Herhaling lesstof
Welkom allemaal...
Even ontspanning met filmpjes en quizvragen.
Je mag bij de vragen je boek gebruiken.
Het gaat om een herhaling van grammatica en spelling.
Maak deze les met de klassencode.
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositive de texte
et
3 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom allemaal...
Even ontspanning met filmpjes en quizvragen.
Je mag bij de vragen je boek gebruiken.
Het gaat om een herhaling van grammatica en spelling.
Maak deze les met de klassencode.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Welke stappen neem je om het lijdend voorwerp te vinden?
A
Zoek eerst het antwoord. Daarna vul je het LV in.
B
Zoek het wwg. Doe de zinsdeelproef. Streep het LV. aan
C
Zoek altijd eerst de pv. Zoek het wwg. Zoek het onderwerp.
D
Dat kun je niet vinden.
Slide 3 - Quiz
Hoe vind je de pv?
A
Door de zin in omgekeerde volgorde te zetten.
B
Door alle ww. te zoeken.
C
Door het onderwerp te zoeken en dan het werkwoord erachter te zetten.
D
Door de zin vragend te maken. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de pv.
Slide 4 - Quiz
Wat is het wwg. in deze zin?
De voetballer heeft een mooie goal gemaakt.
A
heeft
B
heeft gemaakt
C
heeft een mooie goal gemaakt.
D
De voetballer
Slide 5 - Quiz
Wat zijn splitsbare werkwoorden?
A
Werkwoorden die twee betekenissen hebben.
B
Werkwoorden die je in tweeën kunt delen
C
Woorden die twee keer opgeschreven worden.
D
Werkwoorden die niet goed opgeschreven zijn.
Slide 6 - Quiz
Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?
A
opsluiten
B
voortrekken
C
nadenken
D
tekenen
Slide 7 - Quiz
Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?
A
tegenwerken
B
nadenken
C
opdrinken
D
overdrijven
Slide 8 - Quiz
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
A
Door de zin vragend te maken.
B
Door de zin in een andere tijd te zetten.
C
Door te vragen:" wie of wat" + wwg
D
Door alle ww. te zoeken.
Slide 9 - Quiz
Heeft elke zin een lijdend voorwerp?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Welke vraag stel je om in onderstaande zin het onderwerp te vinden?
Wanneer hebben die leerlingen een feestje?
A
Wanneer hebben ze een feestje?
B
Wat hebben de leerlingen?
C
Wie hebben?
D
Wat hebben ze?
Slide 11 - Quiz
Typ de vraag om het LV te vinden in deze zin:
Morgen moeten we een toets maken.
A
Wie moeten maken?
B
Wat moeten we maken?
C
Wie maken een toets?
D
Wat is een toets?
Slide 12 - Quiz
Het meisje heeft de afwas gedaan.
Het lijdend voorwerp is: afwas.
Klopt dit of niet?
Leg uit!
Slide 13 - Question ouverte
Zet de pv in de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.
(behandelen) De docent........de grammatica.
A
behandeldt
B
behandeld
C
behandelde
D
behandelt
Slide 14 - Quiz
Wat zijn sterke werkwoorden?
A
Werkwoorden die van klank veranderen als je de pv in de verleden tijd zet.
B
Werkwoorden die niet van klank veranderen als je de pv in de verleden tijd zet.
C
Werkwoorden die aangeven dat een onderwerp sterk is.
D
Woorden die met 'sterk zijn' te maken hebben.
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Welke werkwoorden hebben een 'verbogen' klank?
A
Alle werkwoorden
B
Werkwoorden waar een sterk mannetje bij staat.
C
Sterke werkwoorden
D
Zwakke werkwoorden
Slide 17 - Quiz
Wat betekent: "een verbogen klank?"
A
Dat je je stem verbuigt bij het uitspreken.
B
Dat de klank van de pv in de verleden tijd verandert.
C
Dat de klank van de pv in de tegenwoordige tijd verandert.
D
Dat er een sterk mannetje nodig is.
Slide 18 - Quiz
Wanneer noem je een woord een sterk werkwoord?
A
Als het niet kan veranderen.
B
Als het in de tegenwoordige tijd van klank verandert.
C
Als het in de verleden tijd van klank verandert.
D
Als er een sterk mannetje voor staat.
Slide 19 - Quiz
Zet onderstaande zin in de verleden tijd.
De theaterklas staat op het podium.
A
De theaterklas stond op het podium.
B
De theaterklas stonden op het podium
C
De theaterklas staat op het podium.
D
De theaterklas staan op het podium.
Slide 20 - Quiz
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Naam van een ding.
B
Namen van dingen die er bestaan.
C
Naam van een mens, dier, ding of plant, of eigen namen.
D
Namen van dieren die overal leven.
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Vidéo
Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in de volgende zin:
De gekleurde ballonnen zijn in de kamer van de vrouw opgeblazen.
A
gekleurde, vrouw
B
ballonnen, kamer, vrouw.
C
kamer, vrouw
D
gekleurde, ballonnen, kamer, vrouw.
Slide 23 - Quiz
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in de volgende zin:
De gekleurde ballonnen zijn in de kamer van de jarige vrouw opgeblazen.
A
gekleurde, jarige
B
ballonnen, kamer, vrouw.
C
kamer, vrouw
D
gekleurde, ballonnen, kamer, vrouw.
Slide 24 - Quiz
Het bedroef... me zeer dat anderen goede sier willen maken met mijn verdiensten. (bedroeven)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 25 - Quiz
wat ___ op dit moment het leukste liedje (zijn)
Gebruik de juist vorm van het ww én voeg hoofdletters en leestekens toe.
Slide 26 - Question ouverte
Doordat het op het perron zo toch...e, heeft ze waarschijnlijk kougevat. (tochten)
A
d
B
t
C
tt
D
dd
Slide 27 - Quiz
Hij heeft te veel tijd aan zijn hobby’s besteed, daardoor (verwaarlozen) hij zijn studie.
Slide 28 - Question ouverte
Wat is de juiste vorm van het werkwoord in VT?
Hij (dansen) de tango.
Slide 29 - Question ouverte
Hoe schrijf je het meervoud van
melodie?
Slide 30 - Question ouverte
De (genie) hebben goede (idee) om de (probleem) op te lossen.
A
geniën - ideën - probleemen
B
genieën - ideeën - probleemen
C
genieën - ideën - problemen
D
genieën - ideeën - problemen
Slide 31 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Leerjaar 1. Hoofdstuk 3. Grammatica en spelling
Juillet 2020
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Leerjaar 1. Hoofdstuk 3. Grammatica en spelling
Janvier 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Leerjaar 1. Hoofdstuk 3. Grammatica en spelling
Janvier 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Herhaling grammatica en spelling H.4
Juillet 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Herhaling 2A Examens
il y a 23 jours
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 5 (21 september 2024)
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Woordvolgorde
Juin 2022
- Leçon avec
24 diapositives
English
Tertiary Education
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
Mai 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Taal
Primary Education