wk 36: fictie + ww-spelling

Programma + lesdoelen les 1
Fictie (40 min):
  • Je kunt vertellen hoe een verhaal is opgebouwd.

Spelling: (40 min):
  • Je kunt de persoonsvorm vervoegen in de gebiedende wijs
  • Je kunt Engelse werkwoorden vervoegen in iedere werkwoordsvorm
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Programma + lesdoelen les 1
Fictie (40 min):
  • Je kunt vertellen hoe een verhaal is opgebouwd.

Spelling: (40 min):
  • Je kunt de persoonsvorm vervoegen in de gebiedende wijs
  • Je kunt Engelse werkwoorden vervoegen in iedere werkwoordsvorm

Slide 1 - Diapositive

FICTIE

Slide 2 - Diapositive

Het opbouwschema van verhalen
Op afbeelding rechts staat de vaste
opbouw van een verhaal.

Een schrijver kan hiervan afwijken en 
dus op een ander moment het verhaal
beginnen. Ken jij voorbeelden uit een
boek of film?
 

Slide 3 - Diapositive

Opdracht opbouw verhaal
2hv: blz. 18 opdracht 5 (alleen vraag 1 en 2 maken)
2v: blz. 16 opdracht 5 (alleen vraag 1 en 2 maken)
timer
20:00

Slide 4 - Diapositive

Spelling

Slide 5 - Diapositive

Gebiedende wijs

  • een bevel
  • gebruik altijd de ik-vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd: Loop daarheen!
  • bevat geen onderwerp 

Bedenk zelf een voorbeeld.

Slide 6 - Diapositive

Gebiedende wijs
A
Bindt dit touw vast!
B
Bint dit touw vast!
C
Bind dit touw vast!

Slide 7 - Quiz

Gebiedende wijs

A
Wordt niet boos!
B
Word niet boos!
C
Wort niet boos!

Slide 8 - Quiz

(Zijn, gebiedende wijs) stil!
A
Ben
B
Is
C
Was
D
Wees

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van een gebiedende wijs?
A
Persoonsvorm staat vooraan
B
Geen onderwerp
C
Altijd enkelvoud
D
Uitroepteken

Slide 10 - Quiz


Gebiedende wijs 
... daarmee op!


A
Hout
B
Houd
C
Hou
D
Houdt

Slide 11 - Quiz

Een gebiedende wijs is:
A
u-vorm
B
hele werkwoord
C
hij-vorm
D
gebod of bevel

Slide 12 - Quiz

Spelling Engelse werkwoorden
  • Gebruik de regels die je hebt geleerd.
  • Sommige Engelse woorden hebben een 'e' achter de ik-vorm om de Engelse uitspraak te behouden (delete / race / time).
  • Sommige Engelse werkwoorden zien er gek uit nadat je de regels hebt toegepast (hij deletete / getimed / jij racet / geüpdatet).

Slide 13 - Diapositive

hele ww                      ik tt                                hij vt


deleten


crashen


relaxen

Slide 14 - Diapositive

Oefenen met ww-spelling
hv:

  • blz. blz. 29 opdr 4 + 5 nakijken (2N)
  • blz. 31 opdr 6
  • blz. 80 opdr 3
vwo:

  • blz. 30 opdr 5 nakijken (2Q)
  • blz. 31 opdr 6
  • blz. 87 opdr 4
Tussendoor volg je de uitleg die jij nodig hebt en woorden opdrachten nagekeken. Als je klaar bent lees je in je leesboek.
Voor beide niveaus:

Drive --> spelling --> ww-spelling --> oefening Engelse ww (zelf nakijken)

Slide 15 - Diapositive

Programma + lesdoelen les 2
Fictie (40 min):
  • Je weet wat beeldspraak is en herkent bekende , gezegdes, spreekwoorden en uitdrukkingen
Spelling: (40 min):
  • Je kunt werkwoorden vervoegen in zinnen met 2 onderwerpen en gezegdes.
  • Je kunt een persoonsvorm, voltooid deelwoord en infinitief van elkaar onderscheiden.

Slide 16 - Diapositive

FICTIE

Slide 17 - Diapositive

Beeldspraak
Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegde bevatten vaak beeldspraak. Beeldspraak benadrukt dingen en kan een grappig effect hebben. 
In het volgende filmpje zie je dat politici erg vaak (en vaak zelfverzonnen) beeldspraak gebruiken. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Opdracht met de klas
Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes zijn door midden geknipt. Maak ze weer compleet door de klasgenoot met de ontbrekende tekst te vinden.
Ga naast elkaar zitten en zoek op wat de tekst inhoudt.

Slide 20 - Diapositive

Waar denk je aan? 

Slide 21 - Diapositive

Waar denk je aan? 

Slide 22 - Diapositive

Waar denk je aan? 

Slide 23 - Diapositive

Nu wat moeilijker.....

Slide 24 - Diapositive

Nu wat moeilijker.....

Slide 25 - Diapositive

Spelling

Slide 26 - Diapositive

Wijs de persoonsvormen aan
“Mijn vader snoeit de kerstboom en ik koop de kerstboomversiering.”

 

“Gisteren heb ik mijn broer met een gratis etentje verrast en daarom is hij nu blij.” 

 

getalproef of tijdproef

Slide 27 - Diapositive

Wijs de persoonsvormen en voltooid deelwoorden aan
"Ik heb geprobeerd jouw tas te maken, maar jouw vader heeft hem al weggegooid". 

“De jongens zijn bekeurd door de politieagent en hebben een flinke taakstraf gekregen."

 

Slide 28 - Diapositive

Nu jij....

Bedenk zelf een zin met 2 onderwerpen en persoonsvormen

Slide 29 - Diapositive

Maak nu de oefening
Ga naar Drive --> spelling --> ww-spelling --> opdracht samengestelde zinnen (laatste oefening)
Instructietafel: helpen met lastige onderdelen ww-spelling

Slide 30 - Diapositive