Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Quiz H1 en H2
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welk cijfer zou de klas scoren (het gemiddelde)?
Slide 2 - Sondage
Welk cijfer zou jij jezelf geven voor hoe goed jij de theorie uit H1 en H2 beheerst?
Slide 3 - Sondage
Waar vind je meestal de hoofdgedachte van een tekst?
A
In de eerste twee alinea's van de tekst
B
In de titel en de bron van de tekst
C
In het middenstuk en de deelonderwerpen van de tekst
D
In de inleiding en het slot van de tekst
Slide 4 - Quiz
Wat betekent 'Na regen komt zonneschijn'?
A
Een leugen lijkt soms zijn doel te bereiken
B
Het is soms goed om ergens niet over te praten
C
Je moet waardering hebben voor het kleine
D
Na een periode van tegenslag komt er een betere tijd
Slide 5 - Quiz
Wat wordt bedoeld met de uitdrukking 'Spreken is zilver, zwijgen is goud'?
Slide 6 - Question ouverte
Tekst
Slide 7 - Carte mentale
Globaal lezen
Scannen of zoekend lezen
Intensief lezen
De tekst helemaal lezen
We kijken naar de titels, lay-out, alinea's, vetgedrukte woorden.
We bekijken de tekst en gaat op zoek naar de informatie die we nodig hebben.
Slide 8 - Question de remorquage
De burgemeester stond niet positief of negatief, maar ... tegenover het voorstel.
A
eentonig
B
essentieel
C
favoriet
D
neutraal
Slide 9 - Quiz
Welke zin is geen samengestelde zin?
A
Over drie minuten vertrekt de bus, maar ik ben nog niet klaar.
B
Volgende week dinsdag hebben we in totaal maar twee uurtjes les.
C
Voordat het feest begint, maakt Lianne zich mooi op.
Slide 10 - Quiz
Op welke manier kun je de persoonsvorm vinden?
Slide 11 - Question ouverte
Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.
'Woordsoorten' is
A
zn
B
ww
C
bvn
D
lw
Slide 12 - Quiz
ZINSONTLEDING OF WOORDSOORTEN BENOEMEN?
VOORZETSEL
A
zinsontleding
B
woordsoorten
Slide 13 - Quiz
ZINSONTLEDING OF WOORDSOORTEN BENOEMEN?
LIJDEND VOORWERP
A
zinsontleding
B
woordsoorten
Slide 14 - Quiz
ZINSONTLEDING OF WOORDSOORTEN BENOEMEN?
ONDERWERP
A
zinsontleding
B
woordsoorten
Slide 15 - Quiz
ZINSONTLEDING OF WOORDSOORTEN BENOEMEN?
PERSOONSVORM
A
zinsontleding
B
woordsoorten
Slide 16 - Quiz
ZINSONTLEDING OF WOORDSOORTEN BENOEMEN?
Ik// ga// fietsen// naar huis
A
zinsontleding
B
woordsoorten
Slide 17 - Quiz
Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.
'zijn' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw
Slide 18 - Quiz
Hoort de naam "onderwerp" bij zinsdeelontleding of bij woordsoorten?
A
zinsdeelontleding
B
woordsoorten
Slide 19 - Quiz
Hoort de naam "voorzetsel" bij zinsdeelontleding of bij woordsoorten?
A
zinsdeelontleding
B
woordsoorten
Slide 20 - Quiz
De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
__________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm
Slide 21 - Quiz
Kinderen waarschuwden hun ouders.
________________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm
Slide 22 - Quiz
De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
______
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm
Slide 23 - Quiz
Hij eet elke dag een kiwi en en drie appels.
A
tt
B
vt
Slide 24 - Quiz
De storm verwoest huizen en beschadigt bomen
"beschadigt" =
A
pv tt
B
pv vt
C
vd
D
od
Slide 25 - Quiz
De storm verwoest huizen en beschadigt bomen
"verwoest" =
A
pv tt
B
pv vt
C
vd
D
od
Slide 26 - Quiz
Het werkwoord dat je op de lege plek moet invullen is .....
Het is een goede gewoonte van je dat je het geleerde af en toe ...... (herhalen).
A
pv tt
B
pv vt
C
vd
D
od
Slide 27 - Quiz
Het werkwoord dat je op de lege plek moet invullen is .....
We hadden afgesproken naar Zwitserland te gaan en aldus ...... (geschieden).
A
pv tt
B
pv vt
C
vd
D
od
Slide 28 - Quiz
Persoonsvorm tt:
(Vinden) ... jij het leuk om deze quiz te doen?
A
vindt
B
vind
C
vond
D
vondt
Slide 29 - Quiz
Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?
Dat is nog nooit gebeurd!
_______
A
pv tt
B
vd
Slide 30 - Quiz
Spel de persoonsvorm tt:
Ik (branden)........... mezelf aan de kaars
A
brand
B
brandt
Slide 31 - Quiz
'zijn, worden, blijven, blijken, schijnen, lijken' noemen we
A
werkwoorden
B
zelfstandig werkwoorden
C
hulpwerkwoorden
D
koppelwerkwoorden
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Quiz Herhaling Ne
Janvier 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
woordsoorten op een rij Quiz
Février 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2,3
do 29 jan woordsoortbenoeming
Janvier 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
v3 redekundig ontleden basistoets vooraf
Novembre 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
woordsoorten en zinsdelen
Mai 2019
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
di 14 maart woordsoortbenoeming
Janvier 2021
- Leçon avec
45 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Grammatica - les 1.7 - persoonsvorm
Janvier 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Werkwoorden klas 1 BB
Septembre 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1