PM 2 les 6: Voorraden beheren en producten ontvangen

PM 2 les 5/6: 
Voorraden beheren en producten ontvangen
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Profiel groenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 200 min

Éléments de cette leçon

PM 2 les 5/6: 
Voorraden beheren en producten ontvangen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestelformulieren
Een bestelformulier is een document waarop je de producten die je wilt bestellen, noteert. Het bevat informatie zoals de naam van het product, de hoeveelheid en de leverancier.

Slide 2 - Diapositive

Leg uit wat een bestelformulier is en waarom het belangrijk is.
Bestelformulier/ orderformulier

Op een bestelformulier staat:
  • Naam en adres klant
  • Besteldatum
  • Afleveradres
  • Gewenste aflevertijd
  • Ordernummer
  • Orderregels

Slide 3 - Diapositive

Orderregels:
  • productnaam
  • product nummer
  • aantal
  • besteleenheid
  • eventueel de conditie (gekoeld)
Welke informatie vult een inkoper in op een bestelformulier?
A
Product en aantal
B
Product en omzetsnelheid
C
Product en verkoopprijs
D
Product en levertijd

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit zit bij bestelde goederen en hier staat op wat en hoeveel er in de verpakking zit.
A
kassabon
B
retouretiket
C
bestelformulier
D
pakbon

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Minimum en maximum voorraad 
Minimumvoorraad is de voorraad van goederen die minimaal in een bedrijf aanwezig moet zijn

Maximumvoorraad is de voorraad van goederen die maximaal in een bedrijf aanwezig moet zijn

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De voorraad is nu 15 de minimum voorraad is 20 de maximum voorraad is 60. Hoeveel mag er bij bestelt worden?
A
35
B
40
C
60
D
45

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Besteleenheid
Per stuk
Per doos
Per pallet
Per displaymeubel
etc etc.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestellen
Bij het bestellen van producten let je op:
 
de besteleenheid, 
het bestelmoment, 
de bestelfrequentie 
en de bestelkosten. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Besteleenheden 
Verkoop kanaal 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De besteleenheid is:
A
het aantal producten wat je besteld
B
het gewicht wat je besteld
C
de hoeveelheid dozen die je besteld
D
het aantal artikelen dat je per doos/pakket besteld

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je loopt in het magazijn en de huidige voorraad printers is 0.
De maximumvoorraad printers is 14.
De besteleenheid van printer is 5.

Hoeveel printers mag je bestellen ?
A
5 printers
B
10 printers
C
15 printers
D
Je mag niets bestellen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je minimum voorraad is 10 en je maximum voorraad mag 30 zijn. Je kan bestellen met besteleenheid van 7. Hoeveel besteleenheden bestel je?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

colli en collo

de colli zijn alle dozen waarin de artikelen worden vervoerd
collo is het enkelvoud van colli

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Colli? 
1 collo
Meerdere colli

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

9. Wat zijn colli?
A
(om)verpakkingen
B
besteleenheid
C
aantal artikelen in 1 verpakking
D
bijvoorbeeld rolcontainer

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Groothandel
Een groothandel is niet bedoeld voor consumenten.
De klanten van een groothandel zijn bedrijven en moeten ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel.
Een groothandel levert in grote hoeveelheden.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groothandel

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Groothandel

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groothandel
Detailhandel

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Etiketten
Wat op een etiket van voedingsmiddelen mag en moet staan is geregeld in de Wet Voedselinformatie.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit  controleert of bedrijven zich aan de wetten houden.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet er op een etiket
  1. Verplichte onderdelen die op je etiket moeten worden vermeld zijn:
  • De naam van het product
  • De eventuele E-nummers
  • De naam en het adres van jou als producent
  • De ingrediënten van het product
  • De hoeveelheid
  • De uiterste houdbaarheidsdatum
  • De allergenen in het voedsel

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke levensmiddel hoeft geen etiket met productinformatie te hebben?
A
zakje gemengde sla
B
pak karnemelk
C
vers broodje van de bakker
D
doos eieren

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Allergenen
Je kunt voor heel veel verschillende stoffen allergisch zijn, bijvoorbeeld voor: voedsel, pollen, insecten gif, chemicaliën, huisstofmijt, haren of huidschilfers van dieren.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gluten zitten in:
A
Brood
B
Fruit
C
Groente
D
Vis

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Controle bij binnenkomst
Ingangscontrole:
Bekijk de verpakking, houdbaarheidsdatum, kleur, uiterlijk, geur en evt kerntemperatuur

Je kunt monsters nemen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Controles voor een HACCP plan kun je indelen in 3 groepen. Sleep het juiste voorbeeld bij de juiste controle.
Ingangscontrole
Tussencontrole
Eindcontrole
Controle van geleverde aardappelen voor productie van friet.
controleren van de temperatuur van de olie bij het voorbakken van friet.
Steekproef van een zak voorgebakken diepvries friet of het voldoet aan de kwaliteitseisen

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een steekproef bij geleverde producten noem je?
A
Monsterisatie
B
Ingangscontrole
C
Kwaliteitskweek
D
Voorschriftcontrole

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is voedselverspilling?

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

THT is.....
A
Te Gebruiken Tot
B
Tijd Houd Tot
C
Tot Houdbaar Tijd
D
Tenminste Houdbaar Tot

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

TGT
THT

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegen voedselverspilling
Zorgt voor voedselverspilling
Check je voorraad
kook op maat
Kook altijd wat extra
winkel met een boodschappenlijstje
Bewaar eten waar je plek hebt
Bewaar eten op de juiste plek
zorg voor een goede gevulde voorraadkast

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

het is voedselverspilling als:
A
je meer dan twee keer per week fastfood eet
B
je groenten en fruit niet wast voordat je ze opeet
C
het voedsel niet op de aller efficiëntste manier wordt gebruikt
D
je eten bewaart in de zon

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktijkopdracht
Keuze uit de praktijkopdracht
Gestoomd broodje met pittige saus blz 58
of
Mexicaanse wraps blz. 75
opruimen keuken
Klaar: maak de theorie in je boekje van les 5 en 6

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een foto waarin je laat zien dat je keuken volledig schoon is.

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions