Geef voorang

Geef voorrang
Groep 7
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
VerkeerBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Geef voorrang
Groep 7

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer heb je voorrang?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft er voorrang?
A
De grijze auto.
B
De witte auto.

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk naar de afbeelding.
Vera wil linksaf slaan.

Moet zij Mees voor laten gaan?

A
Dat kun je niet weten.
B
Nee, Mees moet Vera voor laten gaan.
C
Ja, Mees gaat rechtdoor op dezelfde weg.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je fietst hier op de rotonde. Moet je de motor voorrang verlenen?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Aan de haaientanden ziet u dat de motorfiets aan u voorrang moet verlenen.
De fietsers rijden op een fietspad over een rotonde. Een vrachtauto wil de rotonde verlaten. Wat moeten de fietsers doen?
A
Stoppen. Je moet een vrachtauto altijd voor laten gaan.
B
Voorgaan. Ze moeten goed opletten of de vrachtauto voor hen stopt.
C
Geen rekening houden met de vrachtauto. Ze zien aan de haaientanden dat ze voorgaan.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De voetgangers willen rechtdoor. De fietser slaat af. Wie gaat voor?
A
De voetgangers gaan voor, want de fietser komt van links.
B
De fietser gaat voor, want op een kruispunt mogen voetgangers nooit voorgaan.
C
De voetgangers gaan voor, want rechtdoor op dezelfde weg gaat voor.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft er voorrang bij een uitrit?
A
Degene die uit de uitrit komt
B
Als je uit een uitrit komt, geef je voorrang

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent het blauwe bord?
A
Je nadert een kruispunt
B
Je nadert een rotonde
C
Je moet hier keren

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De jongens willen
op de rotonde blijven.
Het busje wil van de rotonde
af. Wie heeft voorrang?
A
Het busje, want op een rotonde gaan auto’s altijd voor.
B
Het busje, want je hebt voorrang als je van een rotonde afgaat.
C
De jongens, dat geven de haaientanden aan.
D
De jongens, want die komen van rechts.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een politieauto heeft voorrang, ook bij haaientanden
A
Nee
B
Ja
C
Nee
D
Ja

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een politieauto met zwaailichten wel, ook bij haaientanden
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft er voorrang?
A
1. rode auto, 2. witte auto, 3. fiets
B
1. fiets, 2. rode auto, 3. witte auto
C
1. fiets, 2. witte auto, 3. rode auto
D
1. rode auto, 2. fiets, 3. witte auto

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft er voorrang?
A
De fietser
B
De auto
C
De voetganger

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions