BK2 H8 Geluid

Binnenkomst
1. Telefoon in de telefoontas
2. Niet eten (geen kauwgum)
3. Boek B & laptop pakken
4. Gaan zitten volgens plattegrond
5. Timer voorbij
--> stop met praten de les begint
timer
3:00
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Binnenkomst
1. Telefoon in de telefoontas
2. Niet eten (geen kauwgum)
3. Boek B & laptop pakken
4. Gaan zitten volgens plattegrond
5. Timer voorbij
--> stop met praten de les begint
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Geluid horen (een lesje biologie)

Slide 4 - Diapositive

timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Geluid ontstaat als een geluidsbron trillingen maakt. Wat is geen geluidsbron?
A
De stembanden
B
Een luidspreker
C
Een motor
D
Het trommelvlies

Slide 6 - Quiz

Hoe noem je de lucht waardoor geluid zich verplaatst van een geluidsbron naar je oor?
A
Tussenstof
B
Isolator
C
Geleider
D
Trillende stof

Slide 7 - Quiz

Ouderen krijgen vaak gehoorproblemen. Waardoor komt dit vooral?
A
Hoge tonen harder gaan klinken
B
Lage tonen zachter gaan klinken
C
Hoge tonen minder goed te horen zijn
D
Lage tonen minder goed te horen zijn

Slide 8 - Quiz

Een stemvork heeft een frequentie van 400 Hz. De stemvork trilt dan:
A
400 keer per seconde
B
400 keer per minuut
C
400 keer per uur
D
400 keer per dag

Slide 9 - Quiz

Een voorwerp trilt met een bepaalde frequentie. Wat weet je over de toon als je de frequentie weet? (selecteer 2 antwoorden)
A
De geluidsterkte van de toon
B
Het aantal trillingen per seconde
C
Hoelang de toon blijft klinken
D
De hoogte van de toon

Slide 10 - Quiz

Een snaar produceert een toon. Waarvan hangt de toonhoogte van deze snaar onder andere af?
A
De dikte van de snaar
B
De kleur van de snaar
C
de temperatuur van de snaar
D
het materiaal van de snaar

Slide 11 - Quiz

Welke twee uitspraken over geluid zijn waar? (selecteer 2 antwoorden)
A
Een geluidsbron bevat zintuigcellen
B
Geluid kan zich alleen door lucht verplaatsen
C
Het trommelvlies geeft geluidstrillingen door
D
Voor geluid zijn altijd trillingen nodig

Slide 12 - Quiz

In de ruimte tussen de sterren kun je geen geluid horen. Hoe komt dit?
A
Er zijn geen geluidsbronnen
B
Er zijn geen geluidsontvangers
C
Er is geen tussenstof
D
Er is geen zwaartekracht

Slide 13 - Quiz

Een gitaarsnaar voert in een halve minuut 6000 trillingen uit. Wat is de frequentie van deze trillingen? Schrijf de hele berekening op.

Slide 14 - Question ouverte

In het dolfinarium roepen trainers de dolfijnen soms met behulp van een fluitje. Door welke tussenstoffen verplaatst het geluid zich dan?

Slide 15 - Question ouverte

Het gemiddelde van 4, 6 en 8 bereken je door
A
4 + 6 + 8 = 18
B
4 + 6 + 8 = 18 18 : 6 = 3
C
4 + 6 + 8 = 18 18 : 3 = 6
D
anders

Slide 16 - Quiz

Het gemiddelde van 1, 3, 5 en 7 is
A
4
B
16
C
64
D
anders

Slide 17 - Quiz

Gemiddelde berekenen
Het gemiddelde bereken je door:
1. Alles bij elkaar op te tellen
2. Dit te delen door het aantal dingen wat je bij elkaar optelt

Bijvoorbeeld. Het gemiddelde van 6, 7, 8 en 9 
6 + 7 + 8 + 9  = 30
30 : 4 = 7,5

Slide 18 - Diapositive

Bereken het gemiddelde

Slide 19 - Question ouverte

2. Wat is het gemiddelde van de volgende getallen:
1, 2, 2, 4, 5, 5, 6, 6, 8, 11

Slide 20 - Question ouverte

hoge toon 
lage toon
snaar strakker
snaar losser 
snaar korter 
snaar langer 
dikke snaar 
dunne snaar

Slide 21 - Question de remorquage

De oscilloscoop

Slide 22 - Diapositive

De oscilloscoop
  • Een oscilloscoop kan geluidstrillingen omzetten in een elektrisch signaal
  • Met de oscilloscoop kun je geluid "zichtbaar" maken

Slide 23 - Diapositive

toonhoogte
Je hoort geluid als een lage toon of als een hoge toon


Slide 24 - Diapositive

De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Wat is de eenheid voor frequentie?
A
Frq
B
Hr
C
Hz
D
Fq

Slide 26 - Quiz

Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz

Slide 27 - Quiz

Frequentiebereik

Slide 28 - Diapositive

Welke trilling heeft de hoogste frequentie? Trilling 1 of trilling 2?
Trilling 1
Trilling 2
A
Trilling 1
B
Trilling 2
C
Frequentie trilling 1 is gelijk aan trilling 2
D
Is niet af te lezen

Slide 29 - Quiz

Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 30 - Quiz

Hoeveel trillingen?
A
6
B
3

Slide 31 - Quiz

Hoeveel trillingen worden er weergegeven
1 trilling
2 trillingen
4 trillingen
6 trillingen
1,5 trilling
2,5 trilling
3,5 trilling
8 trillingen

Slide 32 - Question de remorquage

Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz

Slide 33 - Quiz

Geluidssterkte
Harde toon: grote amplitude
Zachte toon: kleine amplitude






Slide 34 - Diapositive

Wat is de amplitude van een trilling?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 35 - Quiz

Bekijk de afbeelding met de grafieken van vier soorten geluidstrillingen.
Sleep het juiste geluid naar de juiste trilling. 
zacht en laag geluid
hard en hoog geluid
zacht en hoog geluid
hard en laag geluid

Slide 36 - Question de remorquage

Wat doet een oscilloscoop?


A
geluid opnemen
B
geluidssterkte meten
C
toonhoogtes vergelijken
D
trillingen zichtbaar maken

Slide 37 - Quiz