Weer en klimaat temperatuur - 1.2

De Zon als Motor: temperatuur
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De Zon als Motor: temperatuur

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Slide 2 - Question ouverte

Wat zien we hier?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Wat zou er gebeuren met de seizoenen als de aarde recht stond t.o.v. de zon?

Slide 6 - Question ouverte

Op welk deel is het warmer
A
Nummer 1
B
Nummer 2

Slide 7 - Quiz

In dit geval heeft het verschil in temperatuur te maken met:
A
De hoogteligging
B
Met het seizoen te maken
C
Met de stand van de zon
D
De breedteligging

Slide 8 - Quiz

Hoge breedte
Lage breedte
korte afstand tot de zon
Lage zonnestand
Kleine schaduw
Groot oppervlak verwarmen

Slide 9 - Question de remorquage

Hoe lager de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz


Hoe                          de breedtegraad, hoe  


Hoe                          op de berg, hoe



Kleiner
Kouder
Hoger
Warmer

Slide 11 - Question de remorquage


Wat is de algemene regel die hoort bij de hoogteligging?
hoe..... hoe... (+ hoeveel graden celsius?)
A
hoger...kouder. 0,6 graden per kilometer
B
hoger...kouder. 6 graden per kilometer
C
hoger...warmer. 0,6 graden per kilometer
D
hoger...warmer, 6 graden per kilometer

Slide 12 - Quiz

Wat warmt sneller op: land of zee/water?
A
Land
B
Zee/water

Slide 13 - Quiz

In welk seizoen is de temperatuur in de Noordzee prettiger om in te zwemmen?
A
Lente
B
Herfst

Slide 14 - Quiz

In welk seizoen is het waarschijnlijk de temperatuur op het strand het meest prettig om te zonnen ?
A
Lente
B
Herfst

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Waarom is de stand van de aarde belangrijk?
Gebruik in je antwoord zoninvalshoek

Slide 17 - Question ouverte

lesdoelen
Je weet dat de aarde schuin staat richting de zon.
Je weet waarom wij seizoenen hebben op de aarde.
Je kunt dankzij de zonsinvalshoek uitleggen waarom het kouder is op de Noordpool en warmer is op de evenaar.

Slide 18 - Diapositive