H5 TV verkleinwoorden en afkortingen , deel 1

H5 taalverzorging spelling
verkleinwoorden en afkortingen 
Vandaag: 
- uitleg verkleinwoorden en afkortingen 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H5 taalverzorging spelling
verkleinwoorden en afkortingen 
Vandaag: 
- uitleg verkleinwoorden en afkortingen 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verkleinwoorden

  • Je schrijft een apostrof bij een verkleinwoord als het woord eindigt op -y. 
       Bijvoorbeeld --> baby'tje 

  • Verkleinwoorden van cijfer- of letterwoorden krijgen ook een apostrof.
       Bijvoorbeeld: A4 - A4'tje / tv - tv'tje

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud

cafés
auto's
taxi's
baby's
displays
bureaus


Verkleinwoorden

cafeetje
autootje
taxietje
baby'tje
displaytje
bureautje

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechts zie je de verkleinwoorden.
Kijk goed naar de lidwoorden. Wat zie je?

Slide 4 - Diapositive

Dus de basisregel is: het woord eindigt op -je
De tweede regel is: het woord heeft het lidwoord 'het'.
Tip van de dag!
Twijfel je over een verkleinwoord?
Neem een voorbeeldwoord in je hoofd met dezelfde laatste letter of klank!

Verkleinwoord van cranberry??
Baby eindigt ook met y en dat wordt baby'tje
Dus: cranberry'tje!

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkleinwoord met PJE
Verkleinwoord met TJE
boom
telefoon
broer
riem
film
raam
tafel
haar

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkortingen
Afkortingen 1
Afkortingen van bedrijven, organisaties en landen: HOOFDLETTERS

VVD, BMW, PSV 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

afkortingen 2
* met kleine letters en punten: afkortingen waarvan je de woorden volledig uitspreekt:

a.u.b ( alstublieft
bijv ( bijvoorbeeld)
i.p.v ( in plaats van 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

afkortingen 3
zonder punten:  -> woorden waarbij je alleen de letters uitspreekt

ov
pin
cv 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

overig
de meeste andere afkortingen schrijf je met kleine letters zonder punten

havo,
mavo,
vmbo 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
circa
A
ca
B
c.a.
C
c.a
D
ca.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
centimeter
A
cm
B
c.m.
C
c.m

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
In verband met
A
ivm
B
in.v.b
C
i.v.m.
D
i.v.m

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de afkorting van:
onder andere
A
O.A.
B
OA
C
o.a.
D
oa

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
hectare
A
ha
B
HA
C
h.a.
D
ha.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
zie ommezijde
A
z.o.z.
B
z.o.z
C
zo.z

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
dat wil zeggen
A
d.w.z.
B
dwz.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de afkorting van 'kilometer'?
A
km
B
klm
C
k.m.
D
km.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de afkorting van 'alstublieft'
A
aub
B
a.u.b.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten maken:
H5 taalverzorging opdracht 1 t/m 5

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions