Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Werkwoordspelling
Goedemiddag, DBK2C
!
Wat gaan we vandaag doen?
- Jeugdjournaal kijken
- Uitleg werkwoordspelling
- Oefenen met werkwoorden schrijven
- Zelfstandig werken
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Goedemiddag, DBK2C
!
Wat gaan we vandaag doen?
- Jeugdjournaal kijken
- Uitleg werkwoordspelling
- Oefenen met werkwoorden schrijven
- Zelfstandig werken
Slide 1 - Diapositive
Tegenwoordige tijd
ik
werk
(ik-vorm)
jij werk
t
(ik-vorm + t)
hij/zij/het werk
t
(ik-vorm + t)
wij/jullie/ zij werken (hele ww)
ik
word
(ik-vorm)
jij word
t
(ik-vorm + t)
hij/zij/het word
t
(ik-vorm + t)
wij/jullie/ zij worden( hele ww)
Uit je hoofd leren!
Slide 2 - Diapositive
Hij (betalen) met zijn pinpas.
A
betaald
B
betaalt
Slide 3 - Quiz
Tegenwoordige tijd
ik
werk
(ik-vorm)
jij werk
t
(ik-vorm + t)
hij/zij/het werk
t
(ik-vorm + t)
wij/jullie/ zij werken (hele ww)
ik
word
(ik-vorm)
jij word
t
(ik-vorm + t)
hij/zij/het word
t
(ik-vorm + t)
wij/jullie/ zij worden( hele ww)
ik-vorm: betaal
hij = ik vorm + t
hij betaal
t
Slide 4 - Diapositive
De dokter (behandelen) Piet aan zijn voet
A
Behandelt
B
Behandeld
Slide 5 - Quiz
Wel of geen 't'?
Staat er ‘je’ of ‘jij’ achter de persoonsvorm? geen T
Word je binnenkort 14?
Maar kun je ‘je’ niet vervangen door ‘jij’? wel T
Wordt je moeder gebeld?
Slide 6 - Diapositive
Wel of geen 't'?
Vul het werkwoord ‘lopen’ in. Als je een t hoort, schrijf je een t
Slide 7 - Diapositive
(Verzenden) jij het appje naar je moeder?
A
Verzend
B
Verzendt
Slide 8 - Quiz
(Laden) je straks even je telefoon op?
A
Laadt
B
Laad
Slide 9 - Quiz
(Worden) je moeder nooit boos op je?
A
Wordt
B
Word
Slide 10 - Quiz
Verleden tijd
De ik-vorm +
de(n)
of
te(n)
ik/jij/hij/zij werk
te
wij/zij/jullie werk
ten
ik/jij/hij/zij bel
de
wij/zij/jullie bel
den
+te(n)
+de(n)
Slide 11 - Diapositive
Gisteren (praten) Mick en Luuk met elkaar op het schoolplein.
A
praten
B
praatten
C
prate
D
praatte
Slide 12 - Quiz
Verleden tijd
De ik-vorm +
de(n)
of
te(n)
ik/jij/hij/zij werk
te
wij/zij/jullie werk
ten
ik/jij/hij/zij bel
de
wij/zij/jullie bel
den
Gisteren (praten) Mick en Luuk met elkaar op het schoolplein.
Mick en Luuk = zij (meervoud)
Ik-vorm = praat
+ten = praat
ten
Slide 13 - Diapositive
Jullie (raden) gisteren alle antwoorden goed op de toets.
A
raden
B
rade
C
raadden
D
raadde
Slide 14 - Quiz
Jullie (raden) gisteren alle antwoorden goed op de toets.
Slide 15 - Question ouverte
Wanneer -te(n) en wanneer -de(n)?
Vaak hoor je het zelf al
Of gebruik 't ex kofschip!
Hij rende / hij rente? (rennen)
Slide 16 - Diapositive
't ex kofschip - verleden tijd
Wanneer krijg je +te(n) en wanneer +de(n)?
1. Zoek de
stam
van het werkwoord.
2. Kijk of de laatste letter van de stam voorkomt in ’t ex kofschip.
3. Eindigt de stam op een letter uit ’t ex kofschip?
JA
NEE
+TE
+DE
Slide 17 - Diapositive
De schilder (verven) zijn huis
A
verfde
B
verfte
Slide 18 - Quiz
Mijn moeder (geloven) mij vorige week niet.
A
geloofte
B
geloofde
Slide 19 - Quiz
Tegenwoordige tijd
ik word (ik-vorm)
jij word
t
(ik-vorm + t)
hij/zij/het word
t
(ik-vorm + t)
wij/jullie/zij
worden
(hele ww)
Vul 'lopen' in. Is het loop of loop
t
?
Verleden tijd
De ik-vorm +
de(n)
of
te(n)
't ex kofschip
ik/jij/hij/zij werk
te
wij/zij/jullie werk
ten
ik/jij/hij/zij bel
de
wij/zij/jullie bel
den
Slide 20 - Diapositive
Er (gebeuren) iets in de les gisteren.
Slide 21 - Question ouverte
Hij (vertellen) me nu wat ik moet doen.
A
vertelt
B
verteld
Slide 22 - Quiz
Mijn broer (verwaarlozen) zijn goudvis.
A
verwaarlooste
B
verwaarloosde
Slide 23 - Quiz
Hij (vertellen) nu tegen mij wat hij gaat doen.
Slide 24 - Question ouverte
Wat (betekenen) dat Franse woord?
Slide 25 - Question ouverte
Ik (melden) me iedere ochtend bij de receptie.
Slide 26 - Question ouverte
Hij (melden) zich iedere ochtend bij de receptie.
Slide 27 - Question ouverte
Aan de slag!
H1: Taalverzorging PVTT en PVVT
H3: Taalverzorging Werkwoordspelling Voltooid Deelwoord
timer
20:00
Slide 28 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Werkwoordspelling herhaling
Mars 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Werkwoordspelling
Septembre 2022
- Leçon avec
47 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Spelling 3.9
Octobre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Werkwoordspelling
Octobre 2023
- Leçon avec
50 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Spelling 4.9
Octobre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Octobre 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Primary Education
Age 7
Herhaling voor de toetsweek
Octobre 2019
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling - herhaling (2)- pvvt - od - vd - havo 3
Avril 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3