Spelling: hoofdletters, meervoud, verkleinwoorden

Spelling par 4-5-6
par 4. Hoofdletters en leestekens
par 5. Meervoudsvorming
par 6. Verkleinwoorden

Deze les bestaat uit uitlegfilmpjes en quizvragen.
De oefeningen in de filmpjes hoef je niet te maken; mag wel. 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Spelling par 4-5-6
par 4. Hoofdletters en leestekens
par 5. Meervoudsvorming
par 6. Verkleinwoorden

Deze les bestaat uit uitlegfilmpjes en quizvragen.
De oefeningen in de filmpjes hoef je niet te maken; mag wel. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

De regels voor hoofdletters en kleine letters moet je gewoon leren zoals ze in het boek staan, inclusief onlogische instinkers als:
  • We drinken een glas bordeaux (soortnaam) in Champagne (aardrijkskundige naam).
  • We drinken een glas champagne (soortnaam) in Bordeaux (aardrijkskundige naam).
  • Rond Kerstmis (feestdag) gaan we nooit met vakantie, maar in de paasvakantie (afleiding van een feestdag) gaan we altijd weg.
  • In de renaissance (historische periode) was de Tweede Wereldoorlog (historische gebeurtenis) nog ver weg.

Slide 3 - Diapositive

En let ook hier op:
Aan het begin van een zin begint een 's-woord met een kleine s; de vervolgletter is groot:
  • 's Middags gingen we bowlen.
  • 's-Hertogenbosch is de hoofdstad van Noord-Brabant.
En natuurlijk staat dat kommaatje vóór de s en niet erachter...

Tussenvoegsels in namen schrijf je met een kleine letter TENZIJ er geen naam of voorletter voor staat:
Jorrit van der Meer; J. van der Meer; de heer Van der Meer

Slide 4 - Diapositive

Even oefenen!
Plaats in de volgende slide hoofdletters en leestekens 

Slide 5 - Diapositive

'n prima idee om met pinksteren naar het aviodrome in flevoland te gaan maar het amsterdamse nemo is ook educatief

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Vidéo

En deze leg ik nog een keer uit op mijn manier:
Woorden die eindigen op -ee, krijgen altijd -ën erachter:
  • ree --> reeën
  • orchidee --> orchideeën
  • moskee --> moskeeën

Bij woorden die eindigen op -ie, kijk je of de klemtoon op die ie valt. Ja? Dan blijf je van die ie af en zet je er -ën achter. Valt de klemtoon er niet op, dan mag je een trema op de e zetten, plus uiteraard een -n erachter.
fantaSIE --> klemtoon op ie, dus: fantasieën
bacTErie --> geen klemtoon op ie, dus: bacteriën

Slide 8 - Diapositive

Even oefenen!
Kies op de volgende slides de juiste schrijfwijze

Slide 9 - Diapositive

Het meervoud van:
hobby
A
hobbies
B
hobby's
C
hobbys
D
hobbie's

Slide 10 - Quiz

Het meervoud van:
etui
A
etuis
B
etui's
C
etuies
D
etuiën

Slide 11 - Quiz

Het meervoud van:
jockey
A
jockeys
B
jockies
C
jockey's
D
jockie's

Slide 12 - Quiz

Het meervoud van:
luiwammes
A
luiwammesen
B
luiwammi
C
luiwammessen
D
luiwamesen

Slide 13 - Quiz

Het meervoud van:
dvd
A
dvds
B
dvd's
C
dvdees
D
dvd'tjes

Slide 14 - Quiz

Het meervoud van:
idee
A
ideëen
B
ideën
C
idees
D
ideeën

Slide 15 - Quiz

Het meervoud van:
kolonie
A
koloniën
B
kolonieën
C
kolonies

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Even oefenen!
Schrijf op de volgende slides het juiste verkleinwoord 

Slide 18 - Diapositive

Het verkleinwoord van:
bloem

Slide 19 - Question ouverte

Het verkleinwoord van:
A4

Slide 20 - Question ouverte

Het verkleinwoord van:
baby

Slide 21 - Question ouverte

Het verkleinwoord van:
brug

Slide 22 - Question ouverte

Het verkleinwoord van:
collega

Slide 23 - Question ouverte

Het verkleinwoord van:
haring

Slide 24 - Question ouverte

Even oefenen!
Zijn de volgende woorden goed of fout gespeld? 

Slide 25 - Diapositive

goed
fout
bacteriën
ideën
kopieën
ruine
weeën
olieën
wijk-agent
lente-ui
auto ongeluk
zwart-wit
Zuid Holland
80'jarige
jongerenpas
A4-formaat
IQ test
CDA-voorzitter
procesverbaal
ge-sms't
ikverteller
ge-e-maild
s'avonds
vwo-leerling
vwo-er
hbo'er
AOW'er
bhv-opleiding
Maries bril
Pasen
J. De Boer
opas huis
Sarahs tip
lolly'tje
tv-s

Slide 26 - Question de remorquage