Épisode 2
1 / 10
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Waar speelt het verhaal zich af?
A
Tijdens de gymles
B
Tijdens de pauze
C
Bij Esther thuis
Slide 3 - Quiz
Wat vindt Esther van “vadertje en moedertje” spelen?
A
Ze vindt het saai
B
Ze heeft er een hekel aan
C
Ze is er dol op
Slide 4 - Quiz
Tijdens het spelen van “vadertje en moedertje……”
A
Speelt iedereen altijd een andere rol.
B
Speelt iedereen altijd dezelfde rol.
C
Is er iedere keer ruzie over de rolverdeling.
Slide 5 - Quiz
Wat is er aan de hand met de “baby’s”?
A
De baby’s zijn ziek.
B
De baby’s zijn jarig.
C
De baby’s hebben nieuwe kleding nodig.
Slide 6 - Quiz
5) Esther speelt de rol van tiener. Ze krijgt geld mee en gaat…
A
Booschappen doen
B
Kleding shoppen
C
Medicijnen kopen.
Slide 7 - Quiz
Als Esther en haar vriendin terugkomen van het “shoppen”…
A
Geven ze het overgebleven geld weer terug.
B
Showen ze hun aankopen aan de mama’s.
C
Willen ze nog meer geld om nog meer te kunnen kopen.
Slide 8 - Quiz
Wat heeft Esther “gewonnen”?
A
Een Nintendo DS en een iPhone.
B
Geld
C
Kleding en make-up.
Slide 9 - Quiz
Aan het eind van het fragment...
A
Is er een enorme ruzie ontstaan.
B
Spelen ze niet meer samen.
C
Komen ze te laat in de les.
