PSY-A les 6

Rachael Demir-Mutlu
PSY-A les 6 H6
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Rachael Demir-Mutlu
PSY-A les 6 H6

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Terugblik 6.4 spelontwikkeling
  • Theorie 6.4 (15 min)
  • Spiektabel/opdrachten 6.4
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

H6 Het kind en de groep
  • Terugblik
  • Theorie: H6.1
  • Opdracht: Oriëntatieopdrachten
  • Afsluiten

Slide 3 - Diapositive

Spelontwikkeling

Slide 4 - Carte mentale

Over welk soort spel gaat het?
A. Het kind loopt wat rond en kijkt. Het speelt nog niet.
B. Kinderen spelen naast elkaar, maar ieder kind gaat in op zijn eigen spel. Er is geen interactie.
A
A. Toeschouwersgedrag B. Associatief spel
B
A. Parallel spel B. Solitair spel
C
A. Ongericht spel B. Toeschouwesgedrag
D
A. Ongericht spel B. Parallel spel

Slide 5 - Quiz

Over welk soort spel gaat het?
A. Rennen, springen, van glijbaan af
B. Met blokken spelen, lego, hut bouwen
C. "Vadertje en moedertje" spelen
A
A. Bewegingsspel B. Manipulerend spel C. Constructiespel
B
A. Manipulerend spel B. Bewegingsspel C. Constructiespel
C
A. Bewegingsspel B. Constructiespel C. Rollenspel
D
A. Rollenspel B. Constructiespel C Bewegingsspel

Slide 6 - Quiz

Symbolisch spel: 4 - 6 jaar
Symbolisch spel
  • Rollenspel
  • Verschillende hoeken: pw'er met de kinderen meespelen. gebruik ook materialen die kinderen niet direct herkennen: blokken (fantasie stimuleren). Wissel af met materiaal.

Slide 7 - Diapositive

Spel samen bedenken: 6-9 jaar
  • Spel volgens regels: "nee zo gaat dit spel niet, een kassamevrouw moet bliepen"
  • Constructiespellen: langer volhouden, moeilijker, legobouwwerk
  • Realistisch materiaal: 7-9 jaar --> speurtocht, competitiespel, zoek-de-verschillen --> kinderen laten ontdekken, experimenteren en samenwerken.

Slide 8 - Diapositive

Spelen is kinderachtig: 6-9 jaar
kinderen van 9 jaar zeggen niet dat ze gaan "spelen". "dat is kinderachtig.
  • Groepjes op basis van interesses: betrek kinderen bij bedenken van bijv. sportactiviteiten: apenkooi - vraag kinderen welk rol ze willen.
  • Gezelschapsspel: Risk, monopolie spelen voor gezelligheid
  • Gamen: door komst van games, minder gezelschapsspel - door verschillende spellen moeilijk om afspraken te maken (verslaafd raken). Toch belangrijk om duidelijke afspraken te maken.

Slide 9 - Diapositive

Zelfstandig werken
Lezen: 6.4 spelontwikkeling blz 176 - 184
Maken: 6.4 spelontwikkeling blz. 100 - 102

OOK N4 opdrachten

Slide 10 - Diapositive