Oefenen Voeding en vertering



Voeding en Vertering 

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon



Voeding en Vertering 

Slide 1 - Diapositive

Is een broodje hamburger een dierlijk voedingsmiddel, een plantaardig of allebei?
A
Dierlijk
B
Plantaardig
C
Allebei

Slide 2 - Quiz

Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goed volgorde.
mond
slokdarm
maag
12-vingerige darm
dunne darm
dikke darm
endeldarm
anus

Slide 3 - Question de remorquage

De maagportier sluit de slokdarm af van de maag.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat is geen advies van het Voedingscentrum voor gezonde voeding?
A
eet gevarieerd
B
eet niet teveel en beweeg voldoende
C
eet veel groenten, fruit en volkoren brood
D
eet zo weinig mogelijk onverzadigd vet

Slide 5 - Quiz

Tot welk vak van de schijf van vijf hoort rijst?
A
vak groen
B
vak oranje
C
vak roze
D
vak blauw

Slide 6 - Quiz

Je mag helemaal niets eten wat niet in de schijf van vijf staat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

In welk vak van de schijf van vijf zitten voedingsmiddelen met de meeste eiwitten?
A
Groen
B
Oranje
C
Roze
D
geel

Slide 8 - Quiz

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 06 is ...
A
dunne darm
B
twaalfvingerige darm
C
endeldarm
D
dikke darm

Slide 9 - Quiz

Dierlijke voedingsmiddelen
Plantaardige voedingsmiddelen

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is het nut van kauwen?
A
voedingsstoffen opnemen
B
oppervlakte vergroten
C
kaakspieren versterken

Slide 11 - Quiz

Is een slagroom een dierlijk voedingsmiddel, een plantaardig voedingsmiddel of allebei?
A
Dierlijk
B
Plantaardig
C
Allebei

Slide 12 - Quiz

Welke functie heeft voedingsvezel?
A
Het is een reservestof
B
Het is een bouwstof
C
Het zorgt voor de darmperistaltiek
D
Het is een beschermende stof.

Slide 13 - Quiz

Voedingsmiddel of voedingsstof?

Sleep de termen naar de juiste categorie
voedingsmiddel
voedingsstof
vitamine C
sinaasappelsap
aardappel
koolhydraat
boterham
eiwit

Slide 14 - Question de remorquage

Welke voedingsstoffen heb je nodig Om ziektes te voorkomen?
A
Vitaminen/Mineralen
B
Eiwitten/koolhydraten
C
Mineralen/Eiwitten
D
Vitamine/Koolhydraten

Slide 15 - Quiz

Deze voedingsstoffen zijn brandstoffen
A
Water en vitaminen
B
Koolhydraten, eiwitten en mineralen
C
Vetten, eiwitten en water
D
Koolhydraten, eiwitten en vetten

Slide 16 - Quiz

In brood zit veel zetmeel.
Zetmeel is een?
A
plantaardig vet
B
koolhydraat
C
eiwit
D
dierlijk vet

Slide 17 - Quiz

Een indicator voor zetmeel is:
A
Joodoplossing
B
Helder kalkwater

Slide 18 - Quiz

Hoe noemen we een opgeslagen voedingsstof die niet meteen nodig is?
A
Brandstof
B
Reservestof
C
Bouwstof
D
Beschermende stof

Slide 19 - Quiz

In welk deel van je lichaam worden onverteerde voedselresten opgeslagen?
A
De maag
B
De twaalfvingerige darm
C
De dikke darm
D
De endeldarm

Slide 20 - Quiz

Welke onderdelen van je gebit zorgen voor het fijnmalen van voedsel?
A
Snijtanden
B
Hoektanden
C
Kiezen

Slide 21 - Quiz

Welke groepen voedingsstoffen zijn nodig voor de opbouw van je lichaam?
A
Eiwitten, koolhydraten, vetten
B
Alle groepen voedingsstoffen
C
water, mineralen, vitaminen
D
Alleen eiwitten

Slide 22 - Quiz

Welk orgaan maakt het verteringssap voor vet
A
Maag
B
Lever
C
Galblaas
D
Alvleesklier

Slide 23 - Quiz

Welke darm neemt voedingsstoffen op uit de voedselbrij?
A
Twaalfvingerige darm
B
Dunne darm
C
Dikke darm
D
Endeldarm

Slide 24 - Quiz

Hoe heten de stoffen die voedingsstoffen afbreken?
A
Verteringssappen
B
Indicator
C
Enzymen
D
Reservestoffen

Slide 25 - Quiz

Geef de namen van 4, 5, 8, 10 en 12

Slide 26 - Question ouverte

Welke factor heeft GEEN invloed op je energiebehoefte?
A
Leeftijd
B
Lichaamsbouw
C
Eetpatroon
D
Geslacht

Slide 27 - Quiz

Is de energiebehoefte groter in de winter of in de zomer?
A
In de winter
B
In de zomer

Slide 28 - Quiz

Van wie zou de energiebehoefte het grootst zijn als je alleen naar het beroep kijkt ?
A
Een minister
B
Een stratenmaker
C
Een docent
D
Een huisarts

Slide 29 - Quiz

De eetstoornis waarbij men te zwaar is noemen we:
A
Anorexia Nervosa
B
Obesitas
C
Eetbuistoornis
D
Boulimia

Slide 30 - Quiz

Aan de slag
Je gaat leren
- Begrippenlijst/ flitskaartjes maken
- Opdrachten maken
- Tekenen
- Vragen verzinnen
Test jezelf of oefentoets pas als je het kent. 

Slide 31 - Diapositive