2Vsp1 Mondeling

Mondeling
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Mondeling

Slide 1 - Diapositive

1. Groeten

Slide 2 - Question ouverte

1. Groeten

Slide 3 - Question ouverte

2. Hoe heet je?

Slide 4 - Question ouverte

Ik heet / mijn naam is ...

Slide 5 - Question ouverte

3. Aangenaam

Slide 6 - Question ouverte

4. Hoe gaat het?

Slide 7 - Question ouverte

4. Het gaat ....

Slide 8 - Question ouverte

5. A. Waar woon je?

Slide 9 - Question ouverte

5. A. Ik woon ....

Slide 10 - Question ouverte

B. Is het een dorp/stad?

Slide 11 - Question ouverte

B. Het is een dorp/stad

Slide 12 - Question ouverte

C. Waar ligt dat?

Slide 13 - Question ouverte

C. Het ligt ...

Slide 14 - Question ouverte

D. Is er een bioscoop in deze stad / dit dorp?

Slide 15 - Question ouverte

D. antwoord

Slide 16 - Question ouverte

6. Wat is je telefoonnummer?

Slide 17 - Question ouverte

6. Mijn telefoonnummer is..

Slide 18 - Question ouverte

7. Wat is je e-mailadres?

Slide 19 - Question ouverte

7. Mijn e-mailadres is...

Slide 20 - Question ouverte

8. Heb je broertjes of zusjes? Zo ja, ...

Slide 21 - Question ouverte

8. Antwoord

Slide 22 - Question ouverte

9. Heb je huisdieren? Zo ja, welke?

Slide 23 - Question ouverte

9. Antwoord

Slide 24 - Question ouverte

10.Hoe oud ben je?

Slide 25 - Question ouverte

10.Ik ben .. jaar

Slide 26 - Question ouverte

11.Wanneer ben je jarig?

Slide 27 - Question ouverte

11.Ik ben jarig op ...

Slide 28 - Question ouverte

12.Hoe ziet jouw huis eruit?

Slide 29 - Question ouverte

12. Benoem 3 punten

Slide 30 - Question ouverte

13.Hoe laat is het?

Slide 31 - Question ouverte

13.Het is .... uur

Slide 32 - Question ouverte

14.Wat vind je leuk/ lekker?

Slide 33 - Question ouverte

14.Noem 1 gerecht + 1 hobby die je leuk/lekker vindt

Slide 34 - Question ouverte

15.Wat vind je niet leuk/ lekker? (noem 1 gerecht + 1 hobby)

Slide 35 - Question ouverte

15. Noem 1 gerecht + 1 hobby

Slide 36 - Question ouverte

16.Wat is je favoriete vak?

Slide 37 - Question ouverte

16.Mijn favoriete vak is...

Slide 38 - Question ouverte

17.Welk vak vind je helemaal niet leuk?

Slide 39 - Question ouverte

17. Ik vind ...... niet leuk.

Slide 40 - Question ouverte

18.Tot ziens!

Slide 41 - Question ouverte

MO instructie
- Je gaat per 2-tal naar de gang met 1 opname apparaatje
- Je hoort van te voren welke rol (A of B) je hebt
- Je zet de 'rec' knop aan en noemt jullie NAMEN
- Je begint het MO
- Je mag elkaar sturen als iemand per ongeluk de verkeerde rol begint. 
- Je mag elkaar niet helpen als de ander een vraag/antwoord niet weet. Ga dan door. 

--> Ben je niet aan de beurt? Dan speel je domino of cuarteto in een groepje

Slide 42 - Diapositive

Cuarteto
Voorbereiding
Alle kaarten worden onder de spelers verdeeld. Het kan zijn dat sommige spelers meer kaarten hebben dan andere spelers. De kaarten neem je in je hand en laat je niet aan de andere spelers zien.

Het spel
Een willekeurige speler begint. Als je aan de beurt bent, vraag je aan één van de andere spelers een kaart die je niet hebt. Dit moet dan wel een kaart zijn van een kwartet waarvan je zelf minimaal een kaart in je hand hebt. Noem de naam van het kwartet en vraag naar de kaart die je wilt hebben. Als de speler die kaart heeft, dan moet hij deze aan je afgeven en mag je doorgaan met kaarten vragen. Dit mag aan dezelfde of een andere speler. Als je een setje van vier kaarten hebt, roep je 'Kwartet!' en leg je de vier bij elkaar horende kaarten voor je neer op tafel. Heeft de speler de gevraagde kaart niet, dan is je beurt voorbij en is de speler aan wie je het laatst een kaart vroeg aan de beurt. Het spel is afgelopen als alle kwartetten compleet zijn.

Gebruik de kaart met speelhulp 1+2 om het spel grotendeels in het Spaans te spelen!

Slide 43 - Diapositive

Domino
Spelregels Domino
Een spel Domino gaat als volgt. De spelers ontvangen een gelijk aantal dominostenen die geheim gehouden worden voor andere spelers. Wanneer een speler aan de beurt is, mag hij ergens een steen aanleggen. Hierbij moet het aantal ogen van de kant die tegen elkaar geschoven wordt, gelijk zijn. Wanneer hij niet kan aanleggen, moet hij een steen bijtrekken. Wie als eerste al zijn stenen kwijt raakt, wint het dominospel.

Slide 44 - Diapositive