Poëzie klas 2 les 2-2024

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe zou jij poëzie omschrijven?

Slide 2 - Question ouverte

Wat vind je van poezie en weet je er iets van of lees je het weleens?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Waaraan herken je een gedicht?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een gedicht?
- Eén gebeurtenis, moment of gevoel                - Beeldspraak
- Nadenken over de betekenis                               - Geen hoofdletters
- Veel wit                                                                              of leestekens
- Verdeeld in versregels
- Een groepje regels noem je een strofe
- Rijm
- Een gedicht heeft ritme

Slide 6 - Diapositive

Een beeldsonnet

Slide 7 - Diapositive

Instagram/TikTok poëzie
Waar vind je poëzie vaak?

Een nieuwe plek voor poëzie:
Instagram of TikTok.






Slide 8 - Diapositive

Filmpje tiktok

Slide 9 - Diapositive

Stiftgedicht

Slide 10 - Diapositive

Slam Poetry
Naast visuele poëzie is er ook muzikale poëzie. 
  • Het is een vorm van poëzie die al eeuwen bestaat.
  • Gedichten voordragen waarbij ritme en klank minstens even belangrijk zijn als de vorm.

Dichters nemen het tegen elkaar op,  zoals in een boksmatch, maar dan met woorden.  

Slide 11 - Diapositive

Flarfgedicht 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Ritme en metrum
Het ritme van een gedicht ontstaat door de afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen. Een vast ritmepatroon noem je het metrum van een gedicht.
Elk metrum bestaat uit versvoeten.

Slide 14 - Diapositive

Verschillende soorten rijm


Eindrijm

Beginrijm (alliteratie)

Assonantie

Slide 15 - Diapositive

Verschillende soorten eindrijm:

1. Slagrijm 
2. Gepaard rijm
3. Gekruist rijm
4. Omarmend rijm
5. Gebroken rijm
6. Verspringend rijm

Slide 16 - Diapositive

1. Slagrijm

Het rijmschema is een schematische weergave van de eindrijm in een gedicht. 
Gelijke letters zijn gelijke klanken.

AAAA
'Een mooie vrouw is langs me heen gegaan
Heel even bleef zij staan
Toen is zij weer haar gang gegaan
En trok zij een mooi jurkje aan'

Slide 17 - Diapositive

2. Gepaard rijm

AABB

'Sint zat te denken
Wat hij jou zou kunnen schenken
Hoe hard hij ook dacht, hij wist het niet
En uiteindelijk vroeg hij het aan Piet'

Kan ook nog CCDD etc. 

Slide 18 - Diapositive

3. Gekruist rijm

ABAB

'Uit twee mensen voortgebracht
't Lijkt zo'n simpel gegeven
Wat dieper erover nagedacht
Is het een wonder, zo'n nieuw leven'


Slide 19 - Diapositive

4. Omarmend rijm

ABBA

'Albert Verwey, ik had u mij gedacht
Met ernstige oogen en te groote handen
Knutselend in uw kamer allerhande
Maskers en speelgoed waar ge zelf om lacht'


Slide 20 - Diapositive

5. Gebroken rijm

Bij het gebroken rijm doorbreekt een nieuwe rijmklank de verwachte harmonie:

AACA
ABCB
ABAC


Slide 21 - Diapositive

6. Verspringend rijm

ABCABC

'De wereld is te groot en oud voor dit
Spel van het jonge hart en het verdriet
Van 't avondgrauwen dringt onze oogen binnen
En als ik straks naast haar bij 't haardvuur zit
Zie ik door de vensters in een zwart gebied
En hoor de nachtwind gieren langs de tinnen'

Slide 22 - Diapositive

Beginrijm (alliteratie)

De beklemtoonde beginklank van opeenvolgende woorden is hetzelfde: 

'Zachtjes zit hij aan zee'

'Denkend dat hij dingen moet doen'

'Bakker Bart'



Slide 23 - Diapositive

Assonantie

Bij assonantie gaat het om klanken (klinkers) die steeds terugkeren.

'Raam en staan'

'Wil en stil'

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

METRUM
'In taaluitingen zit ritme. Ritme komt tot stand door afwisseling van meer of minder beklemtoonde lettergrepen. Als dat ritme een bepaalde regelmaat heeft, spreekt men van metrum.'

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag! 
Opdracht boekje

Maak zelf eens een flarfgedicht of een limerick.
 
Of ga je liever op zoek naar instapoëzie? 


Slide 27 - Diapositive