wk 12: grammatica & tekstbegrip

Les 1
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 1

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
Grammatica:
  • Je weet de regels achter de volgende woordsoorten:  lw, ww, znw, bnw, vz, pers.vnw
  • Je bent gestart of hebt geoefend met het kwartet over woordsoorten.

Slide 2 - Diapositive

grammatica
  • Je rondt je kwartet af en speelt het. De helft van klas 1V start met het maken ervan.
  • Na deze les weet je met welk woordsoort je nog wat beter moet oefenen.
  • Je leert welke 3 werkwoordsvormen er zijn

Slide 3 - Diapositive

Kwartet maken, afronden en spelen
Je rondt je kwartet af en speelt het in je tweetal/drietal. 

Ben je nog foutjes tegengekomen? 
Op welke manier had je jouw kwartet moeilijker kunnen maken? 
Zijn er woordsoorten die je nog lastig vindt? 
timer
20:00

Slide 4 - Diapositive

Groep thuis:
Ga naar drive --> grammatica --> blok 1 t/m 3 --> oefenen met woordsoorten. 

Klik een link aan met woordsoorten die je nog even goed wilt oefenen.

Slide 5 - Diapositive

Hoe vind jij de persoonsvorm in een zin?

Slide 6 - Carte mentale

3 werkwoordsvormen (aantekening)
Een werkwoord kan in 3 vormen voorkomen in een zin:
  1. als de persoonsvorm
  2. als de infinitief
  3. als het voltooid deelwoord

Slide 7 - Diapositive

de persoonsvorm (pv)
De persoonsvorm vind je door de getal- of tijdproef toe te passen.
vb: Ik loop naar school.

tijdproef: Ik liep naar school.
getalproef: Wij lopen naar school. 

Het werkwoord dat verandert, is de persoonvorm!

Slide 8 - Diapositive

de infinitief (inf)
De infinitief is het hele werkwoord in de tegenwoordige tijd. Let op: een infinitief kan nooit de persoonsvorm zijn!

Wij gaan vanmiddag een eind wandelen. infinitief
Wij wandelen vanmiddag een eind. persoonsvorm

Slide 9 - Diapositive

het voltooid deelwoord (vdw)
Een voltooid deelwoord kun je herkennen aan de volgende punten:
  • vaak (dus niet altijd) begint het werkwoord met ge-/ ver-/be-
  • de persoonsvorm in die zin komt van af één van de 3 werkwoorden: hebben, zijn of worden
  • vaak (dus niet altijd) staat het voltooid deelwoord aan het einde van de zin. 

Slide 10 - Diapositive

Welke werkwoordsvorm staat tussen haakjes?
Ga jij vanmiddag mee (gamen) bij Stef?
A
pv
B
vdw
C
inf

Slide 11 - Quiz

Welke werkwoordsvorm staat tussen haakjes?
Waarom heb je die som niet (geprobeerd)?
A
pv
B
vdw
C
inf

Slide 12 - Quiz

Welke werkwoordsvorm staat tussen haakjes?
Ik (beantwoord) mijn mail aan het einde van de dag.
A
pv
B
vdw
C
inf

Slide 13 - Quiz

Welke werkwoordsvorm staat tussen haakjes?
Over een week (krijgen) we onze nieuwe laptop op school.
A
pv
B
vdw
C
inf

Slide 14 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Was jij vanavond de borden af?

Slide 15 - Question ouverte

Opdrachten maken
Maak in schooltas:

blz. 19 opdracht 2
blz. 20 opdracht 3 (alleen vraag 1a, 1b, 1c)

Slide 16 - Diapositive

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende les:


blz. 19 opdracht 2
blz. 20 opdracht 3 (alleen vraag 1a, 1b, 1c)






Slide 17 - Diapositive

Les 2

Slide 18 - Diapositive

Tekstbegrip
  • Je weet wat hoofd- en bijzaken zijn
  • Je kunt hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden en aanwijzen in een tekst.

Slide 19 - Diapositive

Hoofd- en bijzaken (aantekening)

De belangrijkste zaken in een tekst noem je hoofdzaken. Kernzinnen behoren altijd tot de hoofdzaak en worden aangevuld door overige belangrijke zinnen in een alinea. 

Bijzaken bestaan uit uitleg en voorbeelden. Dit zijn dus minder belangrijke zaken. 
timer
3:00

Slide 20 - Diapositive

Wat is de hoofdzaak?
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
___________________
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.

Slide 21 - Quiz

Wat is de hoofdzaak?
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
________________
A
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
B
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
C
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.

Slide 22 - Quiz

Waarom zijn hoofdzaken belangrijk?
- Als je alle hoofdzaken uit de tekst hebt gevonden, heb je meteen een hele goede samenvatting!

- Nu je weet wat bijzaken zijn, hoef je die niet op te nemen in je samenvatting. Het is minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen, bijzaken zijn immers minder belangrijk. Dit scheelt je dus veel werk!

Slide 23 - Diapositive

Lees de tekst
Opdracht: Lees de tekst.

Slide 24 - Diapositive

Wat is de kernzin van alinea 1?
Antwoord
Op 5 juli zal Wild in the Streets gehouden worden.

Slide 25 - Diapositive

Wat is de kernzin van alinea 2?
Antwoord
Schoenenfabrikant Emerica vraagt dit jaar speciaal aandacht voor Skatepark Amsterdam.

Slide 26 - Diapositive

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Antwoord

Hoofdgedachte: Het evenement Wild in the Streets wordt op 5 juli gehouden.

Slide 27 - Diapositive

Even oefenen.....
Ga naar drive --> lezen --> blok 4 t/m 6 --> school dicht om spinnenplaag.

Lees de tekst rustig door.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Hoofdzaak of bijzaak?
De valse weduwe houdt van
warme, donkere plekken.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 30 - Quiz

Hoofdzaak of bijzaak?
De Britse school 'Dean
Academy' is gesloten.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 31 - Quiz

Hoofdzaak of bijzaak?
De spinnen zijn ontdekt in het computerlokaal.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 32 - Quiz

Hoofdzaak of bijzaak?
De 'Dean Academy' heeft geen
herfstvakantie of ijsvrij.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 33 - Quiz

Opdracht alleen / in tweetallen
Pak een nieuwssite voor je (bijvoorbeeld nu.nl / rtl nieuws / etc)

Kies samen een tekst uit (zorg voor een tekst met minimaal 3 alinea's ). 
Kopieer de tekst naar een document.

Markeer de zinnen die volgens jullie tot de hoofdzaken van de tekst behoren. 

Lever het document in classroom in voor het einde van de les. 

Slide 34 - Diapositive

Opdracht individueel

Lees nu tekst 7 op blz. 207 en maak opdracht 5.

Slide 35 - Diapositive

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende les:


x






Slide 36 - Diapositive