Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
PRODUCTMIX
Slide 1 - Diapositive
Welk element behoort tot de productmix?
A
Distributie
B
Reclame
C
Service
D
Doelgroep
Slide 2 - Quiz
Wat is GEEN afgeleide eigenschap van een product?
A
Het imago van het product
B
De status van een product
C
De sfeer die het product oproept
D
De lange garantietermijn
Slide 3 - Quiz
“Het bezorgen van producten” behoort tot
A
De garantie van een product
B
De kwaliteit van een product
C
De service van een product
D
De verpakking van een product
Slide 4 - Quiz
Een product wordt in zo veel mogelijk winkels verkocht. Van welk soort product is hier sprake?
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods
Slide 5 - Quiz
Bij welk soort product is het leveringsrisico laag en de financiële impact hoog?
A
Routine product
B
Hefboom product
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product
Slide 6 - Quiz
DIENSTEN
Slide 7 - Diapositive
Diensten zijn homogeen en de nadruk ligt op standaardisatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Bij een dienst is het moeilijk om elke keer dezelfde kwaliteit aan te bieden. De dienst is vaak elke keer anders als deze wordt aangeboden. Welk kenmerk van een dienst hoort bij deze beschrijving?
A
Ontastbaar
B
Heterogeen
C
Vergankelijk
D
Interactieve Consumptie
Slide 9 - Quiz
De televisies van Samsung hebben een hoge naamsbekendheid en een relatief hoge prijs. Wat voor merk is Samsung?
A
A-merk
B
B-merk
C
C-merk
Slide 10 - Quiz
Een fabrikant brengt onder dezelfde merknaam verschillende producten op de markt, zoals mixers, scheerapparaten en elektronische tandenborstels.
A
Huismerk
B
Keurmerk
C
Paraplumerk
Slide 11 - Quiz
Een frisdrankfabrikant heeft een nieuw merk cola in de markt gezet. Het bedrijf investeert weinig in promotie en hanteert een gemiddelde prijs. Van welk type merk is hier sprake?