Kinderjaren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Waar gaat het boek Kinderjaren over in 1 zin?

Wat is het motto in het boek?

Het jongetje uit Kinderjaren is het gras in de blauwe theepot. Er wordt even, apart, naar gekeken. Het gras in de theepot kan niet verder leven. Dat komt door het vreemde element waar het instaat: in een theepot hoort geen gras.      

uitleg motto

Dit gras is voortijdig apart gezet. Een kind hoort niet in de oorlog. Het hoort bij zijn ouders te zijn zodat het een volwaardig mens kan worden. Maar die blauwe theepot kan ook heel mooi staan midden in het levende gras. 

uitleg motto

 Met het gras worden de mensen in het concentratiekamp bedoeld. De joden werden apart van de andere mensen in een concentratiekamp gezet.

Mening over het boek:

Gebruik daarbij de zes argumenten:

1) structureel (onderwerp, tijd, motieven)

2) emotioneel (raakt het je?)

3)intentioneel (wat is de bedoeling van de schrijver?)

4) moreel (normen/waarden)

5) realistisch (herken je jouw wereld, inleven?)

6) stilistisch - schrijfstijl (moeilijk, gemakkelijk; hoe komt dat?)

Wat vind je van het boek Kinderjaren?

Novelle: 

Een soort boek met bepaalde kenmerken:

1 max 100 blz met 1 belangrijk probleem dat centraal staat.

2 eenvoudige structuur

3 klein aantal personages die niet zeer uitgebreid worden beschreven

Genre -  soort verhaal

a oorlogsroman en psychologisch autobiografische roman

b literair boek,  want het gaat over maatschappelijke problemen. 

Waarom psychologische autobiografische roman?

begin van het boek

Het begint gelijk midden in het verhaal. Hoe gaat het verder....

 hoofd-, en bijpersonen

Je moet meer kunnen vertellen van de personages dan de naam alleen. Denk dus na over welke relatie de bijpersonen hebben met Jona, maar ook karakter, uiterlijk, beroep, gebeurtenissen rondom die persoon zijn van belang.

flat of round character

flat character = een personage, met slechts 1 of 2 eigenschappen, die in het boek niet echt verandert

round character= een personage met meerdere eigenschappen die in het boek juist wel verandert.

Jona is:

1. flat character
2. round character
3. ik twijfel

tijd

Hoeveel tijd verstrijkt er?

Wanneer speelt het verhaal zich af?

Zijn er flashbacks / flashforwards?

perspectief

Ik-perspectief

 ruimte

In welke plaatsen speelt het verhaal zich af?

 thema en motieven

motief = terugkerende elementen in het boek. Vaak abstracte zaken zoals dood

thema= oorlog / concentratiekamp 

Noem een motief in dit boek

 bedoeling/boodschap

Wat wil de schrijver met dit boek bereiken? Waarom schreef hij dit boek?

 taal

Maak een keuze tussen moeilijk, makkelijk of normaal en geef daarvoor bewijzen dus zaken uit de tekst.

symbolen

Harlekijn

Cijfer 5 

Toets ;)

11 of 12 mei

Dit is de week na de meivakantie en voor Hemelvaartsdag. De presentaties vervallen dan. Ik probeer om jullie op dinsdag en woensdag te toetsen (dus in een andere les).

Nog vragen?

Dan mag je nu verder lezen. 

Probeer vrijdag je boekje uit te hebben, dan kan je nog vragen stellen.