4.6 - Territorium

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom

Log maar in en pak je boek erbij

Programma van de les

Uitleg paragraaf 4.4 en 4.6

Zelfstandig aan de slag

Kahoot

Doel van de les

De leerling kan uitleggen hoe dieren in een groep kunnen samenwerken. 

De leerling kan benoemen wie de baas in de groep is

De leerling weet hoe dieren hun ruzies 'uitvechten'

De leerling kunnen uitleggen hoe dieren een partner vinden

De leerling weet hoe dieren zich gedragen in een territorium

De leerling kan benoemen wat onderdanig en dominant gedrag is

Samen leven

Paragraaf 4.4

Dieren in groepen werken met elkaar

samen.

Het samenwerken gaat het beste als

er een taakverdeling is.

Voorbeeld: een groep ganzen,

een aantal ganzen staan op de 

uitkijk, de rest kan eten, daarna wisselen ze elkaar af.

Paragraaf 4

Veel groepsdieren werken samen

Samenwerking gaat het best als er een 

taakverdeling is, dus als het duidelijk is 

wie wat doet.

Bij een taakverdeling is het ook belangrijk 

dat iedereen zich aan de regels houdt. 

Paragraaf 4

Een groep dieren heeft vaak een leider.

De leiders in een groep zijn dominant 

over de rest van de groep.

De rest van de groep is onderdanig 

aan de leiders.

Paragraaf 4

Als er in een groep dominante en 

onderdanige dieren zijn en elk dier 

zijn plaats kent, dan heet dat rangorde.

Kippen hebben ook een duidelijke 

rangorde, de zogenaamde pikorde.

Paragraaf 4

Dreigen: bepalen wie de sterkste is 

zonder dat je gaat vechten.

Overspronggedrag: gedrag dat heel 

normaal is alleen niet past bij het moment.

Komt bij mensen en dieren voor!

Paragraaf 4

Het gedrag waarmee dieren een partner

lokken en 'versieren' heet baltsgedrag.

Bij baltsgedrag is ook sprake van 

overdreven signalen.

De functie van balts is voorbereiding 

op de paring.

Mensen baltsen ook, al noem je dat meestal versieren. 

Territorium

Wat is GEEN reden om je territorium te markeren?

1. Het zoeken van voedsel
2. Om jongen in groot te brengen
3. Om soortgenoten uit te nodigen
4. Het bouwen van een nest

Als een dier binnen zijn territorium wordt aangevallen, zal hij...

1. Vechten
2. Vluchten

Aanvallen hoort bij agressief zijn, vluchten hoort bij bang zijn

1. Waar
2. Niet waar

De docent klikt tijdens de uitleg met zijn pen. Dit is een voorbeeld van...

1. Omgericht gedrag
2. Overspronggedrag
3. Dreiggedrag
4. Baltsgedrag

Dieren die dreigen gaan aanvallen

1. Waar
2. Niet waar

Overspronggedrag voorkomt dat een dier wordt aangevallen

1. Waar
2. Niet waar

Dreigen is eigenlijk een soort twijfelgedrag

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag!

Lezen en maken 4.4 +

Maak opdracht 1 t/m 16 van paragraaf 4.6