Week 21 Hoofdstuk 3 2 F

• Nederlands
• Speciaal Onderwijs
• Middelbare school
• Leerroute 2
• Leerjaar 1

Vandaag:

- we bekijken hoe we werken met het boek

- we bekijken de taak

- instructie Lees- en luisterstrategieën

- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal

- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig

- evaluatie

Je legt klaar:

- iPad in de aanslag (dicht)

- agenda

- 2 A4 schriften

- pen

Week 21

Vandaag:

- korte herhaling toetsstof

- oefenronde

- afronden opdrachten H3 - NN online

- oefentoets - It's Learning

- extra oefenen / trainen - NN online

Je legt klaar:

iPad (e-book)

Voorbereiding op de toets  H3  : donderdag 1 juni 

• H3 Woordenschat: 1, 2, 3, 4, 8
  
• H3 Grammatica wg/ng: 1, 2, 3, 4
  
• H3 Grammatica zww/kww/hww: 1, 2, 3, 4, 5
  
• H3 Spelling: 1, 2, 3, 4, 5
  
• H3 Lezen: leesdossier = ingeleverd 

Ontbreekt:

Fictiedossier: Melle, Tygo, Hamzah, Damian, Marith Milan, Stijn, Mathijs

Stageverslag: Jurre

Pizza-boekverslag: Mathijs, Milan

Vandaag:

- we bekijken hoe we werken met het boek

- we bekijken de taak

- instructie Lees- en luisterstrategieën

- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal

- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig

- evaluatie

Je legt klaar:

- iPad in de aanslag (dicht)

- agenda

- 2 A4 schriften

- pen

Kennen, kunnen en leren voor de toets:

H3 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden kunnen en kennen

• Doel-middelverband        signaalwoorden opdat, zodat, met behulp van, etc.

• Vergelijkend verband                                       in vergelijking met, net als, beter dan, etc.

• Samenvattend verband                                   kortom, met andere woorden, al met al, .

      ook geoefend in het leesdossier 

Koen: §7, §8                       Robin: §8

Valente: §8                                               

Vandaag:

- we bekijken hoe we werken met het boek

- we bekijken de taak

- instructie Lees- en luisterstrategieën

- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal

- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig

- evaluatie

Je legt klaar:

- iPad in de aanslag (dicht)

- agenda

- 2 A4 schriften

- pen

Kennen, kunnen en leren voor de toets:

H3 Woordenschat: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen : kennen

bijvoorbeeld: aan de hand van - met

• leren: woordenschat woordenlijst hoofdstuk 3

H3 Grammatica zinsdelen : werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde : kunnen

• WG: iemand doet iets = alle werkwoorden in de zin
• NG: iemand is iets = pv + [naamwoordelijk deel] + werkwoorden : leren stappenplan

H3 Grammatica woordsoorten : zelfstandige-, koppel- en hulpwerkwoorden 

• zww: in een zin met WG
• hww: in een zin met NG
• kww: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen      leren

H3 Spelling: koppelteken en weglatingsstreepje 

• leren: wanneer gebruik je het streepje (-)?      theorie 

Koen: §7, §8                       Robin: §8

Valente: §8                                               

Vandaag:

- we bekijken hoe we werken met het boek

- we bekijken de taak

- instructie Lees- en luisterstrategieën

- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal

- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig

- evaluatie

Je legt klaar:

- iPad in de aanslag (dicht)

- agenda

- 2 A4 schriften

- pen

Kennen, kunnen en leren voor de toets:

H3 Grammatica: werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde 

• WG: iemand doet iets = alle werkwoorden in de zin
• NG: iemand is iets = pv + [naamwoordelijk deel] + werkwoorden   

H3 Grammatica: zelfstandige-, koppel- en hulpwerkwoorden 

• zww: in een zin met WG
• hww: in een zin met NG
• kww: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen                   Zwobbels       

WG: (hww +) zww

NG: (hww +) kww)

Koen: §7, §8                       Robin: §8

Valente: §8                                               

Oefenvragen

H3 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden

Bij welk verband hoort het signaalwoord: kleiner dan

1. doel-middelverband
2. vergelijkend verband
3. samenvattend verband

Bij welk verband hoort het signaalwoord: daardoor

1. doel-middelverband
2. vergelijkend verband
3. samenvattend verband

Oefenvragen

H3  vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen 

Noteer een passend voorzetsel.
Tobi deelt zijn reiservaring […] zijn vrienden.

Door welk voorzetsel kun deze voorzetseluitdrukking vervangen?
In verband met de storm vaart de boot niet uit.

Welk woorden passen in de zin?
aan de hand van – door middel van – geeft invulling aan – in verband met – op grond van – ten aanzien van
1 Mijn moeder en ik hebben het schuurtje gebouwd […] de bijgeleverde bouwtekeningen.
2 Onze tekenleraar […] op een heel originele manier […] aan zijn lessen: hij laat ons schilderen met handen en voeten.
3 Mannen en vrouwen maken evenveel kans op deze baan […] de wet gelijke behandeling.

Oefenvragen

H3 Grammatica: werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde

noteer 6 koppelwerkwoorden

Stappenplan naamwoordelijke gezegde vinden

1

2

3

4

Stel vast of er een koppelwerkwoord in de zin staat.

Stel vast of het onderwerp iets doet of iets is of wordt

Is/wordt de onderwerp iets? Stel de vraag: Wat + persoonsvorm + onderwerp + overige werkwoorden? Het antwoord op de vraag is het naamwoordelijke deel.

Noteer het naamwoordelijk gezegde: pv + [naamwoordelijke deel] + overige werkwoorden

Werkwoordelijk gezegde

Naamwoordelijk gezegde

1

2

3

4

5

6

Zelfstandig aan het werk

Wat	opdrachten weektaak 19 afmaken /nakijken
Hoe	geluidsniveau= 1/2
Hulp	vraag /hand opsteken
Tijd	tot einde les
uitkomst	is af vandaag / anders donderdag
Klaar	extra opdrachten week 19 / oefentoets maken

Het gras lijkt aan de overkant altijd groener te zijn.
- noteer stap 1, 2, 3, 4 -

De zussen Williams hebben vele prijzen binnengesleept.
- noteer stap 1, 2, 3, 4 -

Oefenvragen

H3 Grammatica: zelfstandige-, koppel- en hulpwerkwoorden

Het gevonden fossiel blijkt het skelet van een reuzenpinguïn te zijn.
Zijn de werkwoorden: zww/kww/hww?

De ketting werd door een eerlijke vinder gevonden.
Zijn de werkwoorden: zww/kww/hww?

Oefenvragen

H3 Spelling: koppelteken en weglatingsstreepje

Corrigeer waar nodig met -
1. hotelrestaurant
2. politieacademie
3. Noord Italië
4. camerainstellingen
5. muziek winkel en spellen winkel

Waarom schrijf je televisieantenne aan elkaar?

Bij welk verband hoort het signaalwoord: al met al

1. doel-middelverband
2. vergelijkend verband
3. samenvattend verband

Bij welk verband hoort het signaalwoord: met andere woorden

1. doel-middelverband
2. vergelijkend verband
3. samenvattend verband