6.4 weer en klimaatgebieden week 41

Aanwezigheid
Op tafel
Boek blz 65
Etui
Laptop

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Aanwezigheid
Op tafel
Boek blz 65
Etui
Laptop

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Op maandag 10 oktober heb je de herhaling gemaakt van 6.3 deze staat op blz 63

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Wat is weer?

Weer

  • De temperatuur, neerslag, zonneschijn, bewolking en wind op een plaats voor een korte periode

Neerslag

  • Regen, sneeuw, hagel en mist 

Slide 4 - Diapositive

Wat is klimaat?
Klimaat 
Als je kijkt naar het weer in een groot gebied over een lange tijd.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

6.4 klimaatgebieden en plantenzones

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

6.4  Klimaten tussen de pool n de evenaar blz 67

samen lezen en onderstrepen

Maken vraag 6 en 7

Slide 10 - Diapositive

6.4  Klimaten dicht bij de evenaar blz 66

samen lezen en onderstrepen

Maken vraag 3 en 4

Slide 11 - Diapositive

Klimaatverschillen

Drie oorzaken:

  1. Verschil in breedteligging (dichtbij de evenaar);
  2. Ligging; dichtbij of ver weg van de zee.
  3. Verschil in hoogteligging.

Slide 12 - Diapositive

Verschil in breedteligging
  •  Lage breedte: dicht bij de evenaar -> warm.
  • Hoge breedte: ver bij de evenaar vandaan -> koud.

Slide 13 - Diapositive

Ligging bij zee
  • Zeewater warmt minder snel op dan land. 
  • Gebied in de zomer aan zee: koele lucht. 
  • Winter: zeewater warmer dan land. -> regen. 

Slide 14 - Diapositive

Hoogteligging
  • Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt.
Met elke 1000 meter die je stijgt daalt de temperatuur met 6 graden.

Slide 15 - Diapositive

Klimaatgebieden
  1. Tropische klimaten
  2. Droge klimaten
  3. Zeeklimaten
  4. Landklimaten
  5. Koud klimaat

Slide 16 - Diapositive

Klimaatgebieden

Slide 17 - Diapositive

Tropisch klimaat
  • Warm;
  • Veel neerslag
  • Vochtig

Slide 18 - Diapositive

Droog klimaat
  • Bijvoorbeeld: woestijn.
  • Droog.
  • Weinig neerslag.

Slide 19 - Diapositive

Zeeklimaat
  • Veel neerslag.
  • Zachte winters.
  • Redelijk koele zomers.

Slide 20 - Diapositive

Landklimaat
  • Warme zomer.
  • Koude winter.
  • Minder neerslag dan in zeeklimaat. 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Hoeveel klimaatgebieden zijn er op aarde?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 23 - Quiz

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
droog klimaat
C
zeeklimaat
D
landklimaat

Slide 24 - Quiz

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zeeklimaat
D
Koud klimaat

Slide 25 - Quiz

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
landklimaat
D
Koud klimaat

Slide 26 - Quiz

Aan de slag!

Slide 27 - Diapositive

opdracht
De komende anderhalve week ga je in de les aan de slag met de volgende opdracht: zie de uitgedeelde opdracht

Slide 28 - Diapositive

Powerpoint
Je maakt een powerpoint over de verschillende klimaatzones in de wereld.
Ieder klimaatzone benoem je en je neemt uit iedere klimaatzone een land als voorbeeld.
Vier klimaatzones
Vier landen

Slide 29 - Diapositive