V4 - T1: BS3 en BS4 plantaardige, dierlijke cellen; celorganellen

Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen
Basisstof 4: Celorganellen
V4
Thema 1
Inleiding in de biologie
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen
Basisstof 4: Celorganellen
V4
Thema 1
Inleiding in de biologie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • BS3: Je kunt uitleggen wat een organel is
  • BS3: Je kunt onderscheid maken in dierlijke, plantaardige, bacteriële en schimmelcellen.
  • BS3: Je kunt beschrijven op welke manieren cellen kunnen worden bestudeerd
  • BS4: Je kunt de functies van organellen omschrijven
  • BS4: Je kunt eigenschappen aan cellen toekennen gebaseerd op hun bouw

Slide 2 - Diapositive

4 Rijken 

  • Indeling van organismen in rijken
  • celbouw
bacteriën

geen celkern
celwand
schimmels

celkern
celwand
geen chloroplast
dieren

celkern
geen celwand
planten

celkern
celwand
chloroplast

Slide 3 - Diapositive

Cellen bestuderen
Microscoop

Lichtmicroscoop 
(max. ong. 2500x)

Elektronenmicroscoop 
(max. ong. 500.000x)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Organellen van de cel
verspreid over BS3 en BS4

herkennen (BINAS 79-A, B en C)
functies (leren!)

oefenen!!!
Ga naar de Google classroom
Volg de link om jezelf toe te voegen aan de Quizlet klassenruimte
Oefen individueel voor 8 minuten.



Slide 7 - Diapositive

Oefenen met Quizlet
timer
8:00

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen
  • BS3: Je kunt uitleggen wat een organel is
  • BS3: Je kunt onderscheid maken in dierlijke, plantaardige, bacteriële en schimmelcellen.
  • BS3: Je kunt beschrijven op welke manieren cellen kunnen worden bestudeerd
  • BS4: Je kunt de functies van organellen omschrijven
  • BS4: Je kunt eigenschappen aan cellen toekennen gebaseerd op hun bouw

Slide 9 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer?
Op het plaatje zie je een...
A
weefsel
B
orgaan
C
orgaanstelsel

Slide 10 - Quiz

zet de onderdelen van groot naar klein 1 is het groots en 4 is het kleins
1
2
3
4
weefsels
organen
orgaanstelsels
cellen

Slide 11 - Question de remorquage

Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen.
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
een mens kan lopen
adem halen met behulp van longen
een baby wordt een peuter
de mens eet brood
de mens ziet een vogel vliegen
een vrouw kan een baby krijgen
een mens plast
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien

Slide 12 - Question de remorquage

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 13 - Quiz

Bij welk rijk hebben de organismen cellen met de kenmerken?
A
dieren
B
planten
C
schimmels
D
bacterien

Slide 14 - Quiz


Bekijk de afbeelding
Dit zijn:
A
Bacteriële cellen
B
Schimmelcellen
C
Plantencellen
D
Dierlijke cellen

Slide 15 - Quiz

Sleep het juiste woord naar de plek op de microscoop
voet
stelschroef
diafragma
tafel
objectief
tubus

Slide 16 - Question de remorquage

Welke vorm zie je als dit door de microscoop bekijkt?
Sleep de letter     'd.'     naar de juiste vorm.
d.

Slide 17 - Question de remorquage

Leg uit om welk organel voornamelijk aanwezig zal zijn in spiercellen.

Slide 18 - Question ouverte

Leerdoelen
  • BS3: Je kunt uitleggen wat een organel is
  • BS3: Je kunt onderscheid maken in dierlijke, plantaardige, bacteriële en schimmelcellen.
  • BS3: Je kunt beschrijven op welke manieren cellen kunnen worden bestudeerd
  • BS4: Je kunt de functies van organellen omschrijven
  • BS4: Je kunt eigenschappen aan cellen toekennen gebaseerd op hun bouw

Slide 19 - Diapositive