paramilitair vertoon (geüniformeerde, bewapende, miliaire groepen die bestaan naast het leger, bijvoorbeeld de SA Sturm Abteilung)
Slide 17 - Diapositive
Gevolgen
De NSDAP is bij de verkiezingen van 1932 de grootste partij.
Hitler wordt aangewezen als Rijkskanselier. (minister-president)
Slide 18 - Diapositive
Hitler wordt kanselier 30 januari 1933
Na de verkiezingen van november 1932 wordt de NSDAP de grootste partij.
Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: Hitler wordt Rijkskanselier (minister-president).
Er worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven, die zouden plaatsvinden in maart 1933.
Slide 19 - Diapositive
Sovjet-Unie
onder Stalin
Slide 20 - Diapositive
Jozef Stalin
Leider, van de Sovjet-Unie (1924-1953)
Onder Stalin werd het communistische Sovjet-Unie een totalitaire samenleving. (een samenleving waarin de machthebbers controle hebben op alle onderdelen van de samenleving, van scholen en theaters tot kranten en sportclubs.
Slide 21 - Diapositive
Kenmerken van Stalinisme
De Sovjet-Unie werd geregeerd door één partij met sterke leider, Stalin
Indoctrinatie door propaganda en censuur
extreem onderdrukkend systeem: angst en terreur door geheime politie, strafkampen, showprocessen en zuiveringen.
Slide 22 - Diapositive
Persoonsverheerlijking en indoctrinatie
Slide 23 - Diapositive
Kenmerken van Stalinisme
De economie werd geregeld door een Planeconomie.
Een van de plannen voor de economie was de Collectivisatie.
de Sovjet-Unie was een totalitaire staat: individu was totaal ondergeschikt aan de staat
door middel van showprocessen werden zuiveringen gehouden.
Slide 24 - Diapositive
Planeconomie
Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
Dit betekende dat de staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd.
Slide 25 - Diapositive
Zo waren er vijfjarenplannen: hierin was vastgelegd wat er in de komende vijf jaar moest worden geproduceerd.
Dát het werd geproduceerd was meestal belangrijker dan hoe het was geproduceerd: de kwaliteit en de keuze was beperkt.
Slide 26 - Diapositive
Collectivisatie
Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf, een kolchoz.
De boerengezinnen werkten en woonden daar met elkaar.
De grond, het vee, de gereedschappen, de oogst: alles was van iedereen.
Slide 27 - Diapositive
Showprocessen
Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.
Bij dit soort showprocessen stond de uitkomst al vast voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!
Slide 28 - Diapositive
...en ze waren zeer effectief! De angst onder de bevolking was groot.
Zelfs zó groot dat mensen niet meer op een familiefoto met deze 'verraders' wilden worden vertoond.
Slide 29 - Diapositive
Goelag
Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
Sommige van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden
Slide 30 - Diapositive
Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie kenmerken van het fascisme en communisme benoemen en herkennen.
Ook snappen jullie waarom deze stromingen in deze tijd opgekomen zijn.