Telefoon mee naar de les? Stop hem dan in (telefoon)tas!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Poëzie en leesvaardigheid
5h, welkom bij Nederlands!
Telefoon mee naar de les? Stop hem dan in (telefoon)tas!
Slide 1 - Diapositive
Deze lessen:
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord ‘in plaats daarvan’?
Noem de vijf tekstdoelen op.
Wat betekent ‘illustreren’? In een zin: tekstgedeelte X illustreert…
Je kent zeven tekststructuren. Noem er minstens vijf.
Welk tekstdoel heeft een uiteenzetting altijd?
Slide 2 - Diapositive
Beeldspraak en stijlfiguren in het wild
Nederlands Dagblad dinsdag 24 oktober 2023
Slide 3 - Diapositive
Beeldspraak en stijlfiguren in het wild
Coolblue winkel
Slide 4 - Diapositive
Beeldspraak en stijlfiguren in het wild
Boek bij mijn ouders op tafel
Slide 5 - Diapositive
Beeldspraak en stijlfiguren in het wild
Slide 6 - Diapositive
Beeldspraak en stijlfiguren in het wild
Telegraaf 24-10-2023
Slide 7 - Diapositive
Beeldspraak en stijlfiguren in het wild
Slide 8 - Diapositive
Beeldspraak en stijlfiguren in het wild
Voetbalzone.nl, 24-10-2023
Slide 9 - Diapositive
Beeldspraak en stijlfiguren in het wild
ad.nl, 24-10-2023
Slide 10 - Diapositive
Beeldspraak en stijlfiguren in het wild
Voetbalzone.nl, 24-10-2023
Slide 11 - Diapositive
Beeldspraak en stijlfiguren in het wild
heineken 2017
Slide 12 - Diapositive
Maak bij dit gedicht het werkblad, opdracht 1.
Zoek daarna zelf een gedicht bij opdracht 2.
Slide 13 - Diapositive
- wat is het rijmschema? Benoem het (voor zover mogelijk).
- Hoe heet deze dichtvorm?
- Waar zit de wending?
- Hoe kan je de tegenstelling voor en na de wending beschrijven?
- Over welke onderwerp gaat dit gedicht?
- Wat zou de schrijver hierover willen zeggen?
a
b
b
a
a
b
b
a
a
b
a
b
b
a
Slide 14 - Diapositive
Functiewoorden
Bijvoorbeeld: conclusie, oplossing, stelling, verklaring etc.
Laten zien dat je de structuur van een tekst kunt doorzien.
Soms wordt je gevraagd de functie van een tekstgedeelte te bepalen (alinea, alinea's of of zinnen)
Slide 15 - Diapositive
Vraag 10
Bespreken
Slide 16 - Diapositive
Vraag 10
Antwoord: Tegenstelling met alinea 3
Waar kijk je naar in de tekst als je de functie van alinea 4 moet benoemen?
Slide 17 - Diapositive
Filmpje functiewoorden kijken
Maak aantekeningen, in elk geval van iets dat je nog niet precies wist.
Kijkvraag 1: wat is het verschil tussen een functiewoord en een signaalwoord?
Kijkvraag 2: wat is het verschil tussen een nuancering en relativering?
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Verder oefenen
>Maak opdracht 11 en 12 over functiewoorden. >Beantwoord de vragen hieronder:
>Maak opdracht 16 en 17
1. Schrijf de vijf tekstdoelen op. 2. Koppel de tekstsoorten uiteenzetting, beschouwing, betoog alle drie aan een tekstdoel.
3. Bij welke twee tekstdoelen verwacht je een constatering als hoofdgedachte en bij welke twee tekstdoelen verwacht je een mening of standpunt als hoofdgedachte?