Jagers en Boeren: 8 eigenschappen

Jagers en Boeren: 8 eigenschappen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Jagers en Boeren: 8 eigenschappen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie 8 eigenschappen van jagers en boeren noemen.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer het leerdoel van de les.
Wat weet jij al over jagers en boeren?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Jagers
Jagers waren nomaden en moesten goed kunnen jagen om te overleven.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wie jagers waren en wat hun voornaamste bezigheid was.
Boeren
Boeren waren sedentair en verbouwden gewassen en hielden dieren.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit wie boeren waren en wat hun voornaamste bezigheid was.
Eigenschap 1: Voedselvoorziening
Jagers en boeren moesten zelf voor hun voedsel zorgen.

Slide 6 - Diapositive

Leg uit dat jagers en boeren zelf voor hun voedselvoorziening moesten zorgen.
Eigenschap 2: Kleding
Jagers droegen dierenhuiden en boeren droegen kleding van zelf verbouwde materialen.

Slide 7 - Diapositive

Leg uit wat voor kleding jagers en boeren droegen en waarom.
Eigenschap 3: Onderdak
Jagers woonden in tijdelijke onderkomens en boeren in vaste huizen.

Slide 8 - Diapositive

Leg uit wat voor onderdak jagers en boeren hadden.
Eigenschap 4: Sociale organisatie
Jagers leefden in kleine groepen en boeren in dorpen.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit hoe jagers en boeren georganiseerd waren.
Eigenschap 5: Technologie
Jagers maakten stenen werktuigen en boeren gebruikten ploegen en molens.

Slide 10 - Diapositive

Leg uit welke technologie jagers en boeren gebruikten.
Eigenschap 6: Relatie met de natuur
Jagers leefden in harmonie met de natuur en boeren pasten de natuur aan.

Slide 11 - Diapositive

Leg uit hoe de relatie tussen jagers en boeren en de natuur was.
Eigenschap 7: Taal
Jagers hadden een eenvoudige taal en boeren ontwikkelden een meer complexe taal.

Slide 12 - Diapositive

Leg uit hoe de taal van jagers en boeren verschilde.
Eigenschap 8: Kunst
Jagers maakten rotstekeningen en boeren maakten kunst van keramiek en textiel.

Slide 13 - Diapositive

Leg uit welke kunst jagers en boeren maakten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.