Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H6 Regenten en vorsten
6.1 Rijk door handel overzee
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel:
Aan het einde van deze les kun je uitleggen op welke manier de Republiek economische groei doormaakte en wat de gevolgen hiervan waren
Slide 2 - Diapositive
Wat we gaan doen vandaag:
Lessonup over de bloeiperiode van de Republiek in de 17e eeuw
Opdracht over Jan Pieterszoon Coen
Slide 3 - Diapositive
Over deze paragraaf
6.1 en 6.2 vormen samen het verhaal van de bloeiperiode van de Republiek die wij vroeger de Gouden Eeuw noemden.
6.1: economische ontwikkelingen
6.2: sociale en politieke ontwikkelingen
Slide 4 - Diapositive
Waarom is de term 'Gouden Eeuw volgens veel mensen in NL niet meer gepast?
Slide 5 - Question ouverte
Het economische niveau
Slide 6 - Diapositive
Wat was er op economisch niveau zo succesvol aan de Republiek?
Slide 7 - Question ouverte
Het ontstaan van een wereldeconomie
Succes van de VOC
Nederlandse export producten: boter, kaas, scheepsbouw
Amsterdam als stapelmarkt: hier kwamen producten de Republiek binnen en werden zij doorverkocht aan andere landen
Sociaal-economisch: doordat er geen koningshuis was in de Republiek en weinig adel, was het relatief makkelijk om rijk te worden en op te klimmen op de sociale ladder
Slide 8 - Diapositive
15e - 17e eeuw
Het handelskapitalisme komt tot bloei.
Er ontstonden wereldwijde handelsnetwerken.
Wereldeconomie groeit
Slide 9 - Diapositive
Specerijen
Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.
Groeit alleen in Zuidoost-Azië.
Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.
Slide 10 - Diapositive
Eerste Nederlanders in Azië
Cornelis de Houtman komt in 1596 als eerste Nederlander in Oost-Indië aan
Opbrengst net voldoende om de kosten eruit te krijgen, vooral door verkeerde ruilmiddelen.
Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop is bewezen
Slide 11 - Diapositive
Nieuw probleem!
Steeds meer Nederlandse bedrijven (compagnieën) gaan naar Indië varen.
Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling
De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook
Slide 12 - Diapositive
Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in.
Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.
Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje
Slide 13 - Diapositive
Doel: monopolie op de specerijenhandel ten oosten van Kaap de Goede Hoop
Slide 14 - Diapositive
Hoe?
Uitschakelen van concurrenten
Bouwen van handelposten
Contracten met inheemse vorsten
Opbouwen van handelsnetwerk in Azië
Indien nodig: veel geweld
Slide 15 - Diapositive
Batavia
Nederlanders stichten op Java de belangrijkste factorij (handelspost) Batavia. Batavia heet nu weer Djakarta.
Slide 16 - Diapositive
Bestuur
De VOC had zes afdelingen (Kamers).
De afgevaardigden van de Kamers vormden samen het bestuur van de VOC, de Heren Zeventien.
Slide 17 - Diapositive
VOC
2000 Schepen en 30.000 man personeel
Eerste multinational van de wereld
Slide 18 - Diapositive
VOC
Een multinational, dus buitenlandse ontwikkelingen hadden veel invloed
Denk hierbij aan oorlogen en andere internationale spanningen
Slide 19 - Diapositive
Van grote invloed op de handel:
Tachtigjarige oorlog
Twaalfjarig bestand (1609 - 1621)
1672: Het Rampjaar
Slide 20 - Diapositive
De VOC verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Kruiden
D
Maïs
Slide 21 - Quiz
In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1601
B
1602
C
1701
D
1702
Slide 22 - Quiz
VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne
Slide 23 - Quiz
1621 De WIC
Slide 24 - Diapositive
De WIC (1621)
Doel: handelsmonopolie en kaapvaart (oorlog tegen Spanje)
De WIC handelde in slaven en suiker
De WIC had gebieden in West-Afrika, de Nederlandse Antillen en Suriname in handen.
Slide 25 - Diapositive
Driehoekshandel
Handel in West-Afrika en Amerika
Mercantilisme: Overheid bemoeit zich actief met de economie van het land.