Naut Thema 6

Techniek
Thema 6: Slimme Apparaten.
Overhoring woordjes!
Toets: 8 oktober 2021
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
TechniekBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Techniek
Thema 6: Slimme Apparaten.
Overhoring woordjes!
Toets: 8 oktober 2021

Slide 1 - Diapositive

We gaan even naar een filmpje kijken van Naut. Nout, kom maar naar voren en klik het filmpje aan!

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Wat vind jij van Techniek?
WEES WEL EERLIJK!!!
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Sondage

Let op!
Je kan op de knop: 'uitleg' drukken. Dan krijg je een tip. Doe dit alleen als je er ECHT, ECHT, ECHT niet meer uitkomt. Dus niet gewoon zo maar op die knop drukken, die is er voor instructie.

Slide 5 - Diapositive

Laten we beginnen met de overhoring van les 1.

Slide 6 - Diapositive

Les 1: Van meten tot weten

Apparaten kunnen, net als mensen, zien, horen, ruiken of voelen.
Ze doen dat met sensoren. 
Een sensor meet iets in de omgeving, bijvoorbeeld de temperatuur of beweging. 
De sensor geeft een signaal af, bijvoorbeeld een elektrisch stroompje. 
Dat zorgt voor een actie in een apparaat. 
Er gaat bijvoorbeeld een alarm af. 
Een systeem dat iets meet en een signaal afgeeft noem je een stuursysteem. 
Moderne apparaten hebben vaak meer stuursystemen.
Audio (1)

Slide 7 - Diapositive

Wat betekent het woord: 'DE SENSOR'?

Slide 8 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'HET SIGNAAL'?

Slide 9 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'HET STUURSYSTEEM'?

Slide 10 - Question ouverte

We gaan verder met les 2.

Slide 11 - Diapositive

Les 2: Robots kunnen beslissen

Een apparaat dat van alles meet, beslist en zelfstandig meerdere handelingen uitvoert, noemen we een robot
Een robot heeft veel sensoren die allemaal twee standen kennen: aan (1) en uit (0). 
Je kunt het vergelijken met ja en nee. 
Veel ja-neevragen achter elkaar vormen samen een beslisschema. Daarmee beslist een robot welke handeling hij uitvoert. 
Computers kennen alleen aan (1) en uit (0).
De processor in een computer voert miljarden beslissingen in heel korte tijd uit. 
Veel klussen die wij met onze handen en armen doen, kunnen robots doen met robotarmen.
Die bewegen net zo als een mensenarm.

Audio (2)

Slide 12 - Diapositive

Wat betekent het woord: 'DE ROBOT'?

Slide 13 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'HET BESLISSCHEMA'?

Slide 14 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'DE COMPUTER'?

Slide 15 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'DE PROCESSOR'?

Slide 16 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'DE ROBOTARM'?

Slide 17 - Question ouverte

We gaan verder met les 3.
De laatste vier woorden

Slide 18 - Diapositive

Les 3: Steeds meer robots

Een humanoïde robot is een robot die op een mens lijkt. 
Hij helpt bijvoorbeeld bij het huishouden.
Een programmeur bedenkt programma’s voor de robot, zodat die bepaalde handelingen kan uitvoeren. 
Een robot heeft een geheugen.
Daarmee kan hij bijvoorbeeld gezichten herkennen. 
Hij vergelijkt ze razendsnel met beelden die hij in zijn geheugen heeft opgeslagen. 
Sommige robots zijn geprogrammeerd om te leren van hun fouten. Het lijkt of ze slim zijn, maar het is kunstmatige intelligentie. Mensen bedenken steeds nieuwe robots om problemen op te lossen.
Audio (3)

Slide 19 - Diapositive

Wat betekent het woord: 'DE HUMANOÏDE ROBOT'?

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'DE PROGRAMMEUR'?

Slide 21 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'HET GEHEUGEN'?

Slide 22 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'DE KUNSTMATIGE INTELLEGENITIE'?

Slide 23 - Question ouverte

Sleepvraag:
De Humanoïde robot
Het stuursysteem
De sensor
De processor

Slide 24 - Question de remorquage

Het is BIJNA klaar met de overhoring.

We gaan nog wel een uitleg 
doen en het cijfer voor mij!

Slide 25 - Diapositive

Denk het uit (uitleg)
Wat heb je geleerd in les 1?
Wat heb je geleerd in les 3?
Wat heb je geleerd in les 2?
Wat moeten we doen? (uitleg)

Slide 26 - Diapositive

Robots
Ik trek 6 stokjes. En die kinderen mogen iets schrijven in de woordspin.

Slide 27 - Diapositive

En ja hoor, alweer deze vraag vul hem snel in als je snel wilt stoppen. Wat vindt jij van mijn lessen op schaal van 1 t/m 10?
010

Slide 28 - Sondage

Het is eindelijk klaar met de overhoring.

Ik wens jullie nog veel succes met de toets!
(Ik moet hem helaas ook doen...)

Slide 29 - Diapositive