12 Zenuwstelsel

Zenuwstelsel
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 240 min

Éléments de cette leçon

Zenuwstelsel

Slide 1 - Diapositive

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Aan het eind van de les kun je :

  • vertellen wat de functie is van het zenuwstelsel.
  • vertellen wat de indeling is van het zenuwstelsel.
  • uitleggen wat de bouw en werking is van de verschillende onderdelen van het zenuwstelsel.
  • uitleggen welke weg wordt afgelegd van het zintuigelijk gebied naar het motorisch gebied.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je al van het zenuwstelsel?

Slide 4 - Carte mentale

2

Slide 5 - Vidéo

Centraal en perifeer zenuwstelsel

Slide 6 - Diapositive

Perifeer zenuwstelsel
Indeling:
  • Animaal (willekeurig):
  • -Sensorisch (aanvoerend)
  • -Motorisch (afvoerend)
  • Autonoom (onwillekeurig):
  • -Sympathisch (actie)
  • -Parasympathisch (rust en herstel).

Slide 7 - Diapositive

Centraal zenuwstelsel
  • Hersenen: grote en kleine hersenen, tussenhersenen, hersenstam
  • Ruggenmerg
  • Beschermt door schedel en wervelkolom.


Slide 8 - Diapositive

Functies zenuwstelsel
  • Zintuigelijke informatieverwerking: impulsen via zenuwcellen naar hersenen
  • Opname van informatie: verwerken en opnemen
  • Motorische coördinatie: prikkels
    naar spieren.

Slide 9 - Diapositive

Motorisch en zintuigelijk gebied grote hersenen 
  • Zintuigelijk gebied: verwerkt signalen van zintuigen
  • Motorisch gebied: stuurt signalen naar skeletspieren.

Slide 10 - Diapositive

Hoe werkt het?
  1. Zintuig vangt prikkels op
  2.  Prikkel wordt omgezet in impuls
  3. Impuls via sensorische zenuwen
    naar ruggenmerg
  4. Naar hersenen: bewustwording
  5. Impuls via motorische zenuwen
    naar spier.

Slide 11 - Diapositive

Welk deel van het zenuwstelsel
speelt een rol bij het pakken
van een koekje?
A
Onwillekeurig zenuwstelsel
B
Willekeurig zenuwstelsel
C
Sympatisch zenuwstelsel
D
Parasympatisch zenuwstelsel

Slide 12 - Quiz

Autonoom of onwillekeurig zenuwstelsel
  • Werkt onwillekeurig, automatisch (o.a. hartslag, ademhaling, zweten en slikken)
  • Sympathisch: actief, ook fight-or-flight reactie
  • Parasympatisch: rust, rest-and-digest reactie.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Hersenen en ruggenmerg behoren tot het perifere zenuwstelsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Het autonome zenuwstelsel bestaat uit een sensorisch en een motorisch deel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Welk deel van het autonome zenuwstelsel is actief als iemand nauwe pupillen heeft, een rustige hartslag en ademhaling en een actieve spijsvertering?
A
Sympatisch
B
Parasympatisch

Slide 18 - Quiz

Het parasympatisch deel van het autonome zenuwstelsel werkt als je in rust bent
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat past bij een sympatische werking van het zenuwstelsel?
A
Vernauwde pupillen
B
Vertraagde hartslag
C
Vertraagde ademhaling
D
Vertraagde spijsvertering

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

00:11
Waarvoor heb je je hersenen nodig?
A
Voor alles
B
Om na te denken
C
Om te praten
D
Om te bewegen

Slide 22 - Quiz

00:55
Welke kleur hebben de hersencellen?
A
Bruin
B
Grijs
C
Rood
D
Roze

Slide 23 - Quiz

Welk cijfer geef je deze les?
010

Slide 24 - Sondage