De wijkverpleegkundige komt op dinsdagochtend bij mw. de Vries thuis. Mw de Vries, 35 jaar, heeft mamma ca met uitzaaiingen in de botten, longen , lever en hersenen. De chemokuren hebben geen effect gehad. Er is geen genezing meer mogelijk.
In verband met de pijn die de botmetastases veroorzaken, kreeg mw de Vries een serie bestralingen, echter de pijn heeft nu nog een waarde 5. Mw de Vries wil graag thuis sterven.. Mw is erg moe. In het ziekenhuis werd mw dagelijks in de ADL geholpen, thuis wordt deze zorg gecontinueerd. Nu krijgt ze pijnmedicatie
Mw is incontinent van urine, daarom draagt ze een verblijfskatheter. Dhr de Vries werkt in de eigen bakkerszaak. Ze hebben geen kinderen. Voorheen hielp mw haar man altijd mee in de zaak, zowel met de verkoop als met de administratie. Dhr de Vries is blij dat zijn vrouw thuis is, echter maakt zich ook zorgen omtrent hun financiële omstandigheden, nu hij sinds 2 weken de zaal om prive omstandigheden gesloten heeft.
Jij komt die ochtend bij het echtpaar en ziet dat mw onrustig op bed ligt, ze ligt zeer gespannen ,ze transpireert .
Haar man heeft wegens haar onrust de gehele nacht niet meer geslapen. Wat nu?