Frans les

bijvoegelijk naamwoord

Vandaag gaan we beginnen met het bijvoegelijk naamwoord.
( afkorting is bn )
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

bijvoegelijk naamwoord

Vandaag gaan we beginnen met het bijvoegelijk naamwoord.
( afkorting is bn )

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Aan het eind van de les moet je kunnen:
- waar je het bn kan vinden
- regelmatige en onregelmatige
- wanneer je 'e', 's' en 'es' gebruikt

Slide 2 - Diapositive

Wat is 'groot' in het frans?
A
maison
B
la glace
C
aprés
D
grand

Slide 3 - Quiz

type de vertaling van 'de afspraak'

Slide 4 - Question ouverte

Welke zin vertelt iets over wonen in een flat?
A
Qu'est-ce que vous aimez faire?
B
Non, j'habite dans un appartement.
C
J'habite à Paris.
D
Oui, j'ai un chien et un poisson.

Slide 5 - Quiz

Wat betekent 'le mondre entier' in het nederlands?

Slide 6 - Question ouverte

waar woon jij?
lachen
is zij aardig?
nu
Comment tu trouves ta chambre?
rigoler
maintenant
Tu habites où?
Hoe vind jij jouw slaapkamer?
Elle est sympa?

Slide 7 - Question de remorquage

Vertaal de zin "Ik vind mijn slaapkamer leuk, hij is groot." naar het frans

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal het woord "naast" naar het frans

Slide 9 - Question ouverte

Klik de vertaling van "Qu'est-ce que vous aimez faire"
A
Wat vinden jullie leuk om te sporten
B
Wij vinden het leuk om te sporten
C
Woon jij in een huis
D
Ben jij vaan in je slaapkamer

Slide 10 - Quiz

Vertaal de zin "Oui, j'ai un hamster et un lapin."

Slide 11 - Question ouverte

Waar vind je de bijvoeglijk naamwoord?
De bn vertelt iets over een zelfstandig naamwoord (zn) 
voorbeeld: j'ai un chien adorable.
Zoals je kan zien staat het bn achter het zelfstandig naamwoord 'chien'
soms staat het bn niet achter het zn, maar er voor..
voorbeeld: j'ai un grand frère. 
Dat heeft te maken met regelmatige en onregelmatige woorden..

Slide 12 - Diapositive

Regelmatige en onregelmatige
onregelmatige: Aan de linker staan de "onregelmatige bn ". 
- Deze woorden komen vóór het zelfstandig naamwoord te staan.
- Onregelmatige bn blijven in meervoud onregelmatig.
regelmatige: Woorden zoals: adorable, formidable en francaise
- kleuren moeten ook altijd achter het zn...
voorbeeld: j'ai un chien noir.

Slide 13 - Diapositive


wat weet je tot nu toe over het bn?

Slide 14 - Carte mentale

Welk woord is onregelmatig?
A
adorable
B
noir
C
bon
D
rouge

Slide 15 - Quiz

wanneer je 'e', 's' en 'es' gebruikt
wanneer je 'x' of 's'

Het heeft allemaal te maken met het schema hiernaast ->



Slide 16 - Diapositive

J'ai un (kleine) lapin.
A
petit
B
petits
C
petite
D
petites

Slide 17 - Quiz

J'ai deux (grote) frères.
A
grand
B
grands
C
grande
D
grandes

Slide 18 - Quiz

Vertaal de zin naar Frans
"Ik heb een grote kat."

Slide 19 - Question ouverte

C'est une poule (oude)
A
vieux
B
vieuxs
C
vieille
D
vieilles

Slide 20 - Quiz

Vertaal de zin naar het nederlands
"C'est une famille formidable."

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de uitgang voor het bn
"Je porte souvent un polo blanc..."
A
-
B
-s
C
-e
D
-es

Slide 22 - Quiz

Wat is de uitgang voor het bn
"Il a les yeux blue..."

A
-
B
-es
C
-s
D
-e

Slide 23 - Quiz



Noem minstens 2 onregelmatige bijvoegelijk naamwoorden

Slide 24 - Carte mentale