3 vwo - Hoofdstuk 1 geld moet rollen les 5 - 1.3

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

https://www.youtube.com/watch?v=ZXIuFpu72Nk

Wat gaan we doen vandaag?

• Leerdoelen paragraaf 1.3
• Instructie paragraaf 1.3
• Aan het werk 
• Terugblikken op leerdoelen
• Toets
• Afsluiten

Leerdoelen van vandaag:

• Je kunt het ontstaan van geld en de functies van geld uitleggen. 
• Je kunt beschrijven wat de randvoorwaarden van een geldsysteem zijn. 
• Je kunt de verschillende waardes van geld uitleggen. 

https:

Wanneer is er sprake van directe ruil?

Wanneer je goederen direct tegen andere goederen ruilt.

Bijvoorbeeld een pen tegen een potlood. 

Wanneer is er sprake van indirecte ruil?

Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een ruilmiddel (bijvoorbeeld geld) om goederen te ruilen.

Chartaal geld

Giraal geld

Functies van geld

• Ruilmiddel
• Rekenmiddel
• Spaarmiddel

Waarom wordt geld door iedereen geaccepteerd?

Technische vereisten

1. Draagbaar
2. Deelbaar
3. Houdbaar
4. Moeilijk te reproduceren (na te maken)

Daarnaast moet er fiducie (vertrouwen) zijn in het ruilmiddel. 

Intrinsieke en extrinsieke waarde

Intrinsieke waarde

De waarde van het materiaal. --> Papier

Extrinsieke waarde

De gebruikswaarde --> De waarde van het geld (€50)

Aan het werk

De komende 15-minuten ga je aan de slag met opgave 24 t/m 33

Leerdoelen van vandaag:

• Je kunt het ontstaan van geld en de functies van geld uitleggen. 
• Je kunt beschrijven wat de randvoorwaarden van een geldsysteem zijn. 
• Je kunt de verschillende waardes van geld uitleggen. 

Rekenfunctie

Spaarfunctie

Ruilfunctie

Met oppassen verdien

 je € 5,- per uur

Je moeder spit de folders door

Het verjaardagsgeld bewaar je voorlopig

Pim betaalt via een tikkie voor de lunch

Als je 16 bent wil je een brommer 

Je gaat naar de VS en hebt dollars nodig

Je zoek een vergelijkend warenonderzoek

Als je elke maand € 15,- spaart heb je na 2 jaar voldoende.

Als ik geld pin dan

1. Stijgt chartaal geld
2. Stijgt giraal geld
3. Stijgt chartaal geld en daalt giraal geld
4. Stijgt giraal geld en daalt chartaal geld

Benoem de vier technische vereisten van geld

Huiswerk voor de volgende les:

Maken paragraaf 1.3 opgave 24 t/m 33