Les 4. Observatieplan

• DHDHD
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatie

Observeren & rapporteren

Les 4. Observatieplan

Vandaag

1. Terugblik
2. Inleveren
3. Weekoverzicht
   
   
4. Observatieplan

''Je doet het altijd''

Waar gaat deze uitspraak over?

1. Waarnemen
2. Observeren

''Je hebt een doel''

Waar gaat deze uitspraak over?

1. Waarnemen
2. Observeren

''Je doet het niet bewust''

Waar gaat deze uitspraak over?

1. Waarnemen
2. Observeren

Observeren

Observeren is doelgericht en bewust waarnemen. 

1. Doelgericht
   Met een vooraf opgesteld doel. 
2. Bewust
   Je bent je bewust van wat je waarneemt. 

Inleveren

Voor dit vak lever je het volgende in:

1. Observatieplan, 
2. Objectief verslag van observatie
3. Jouw bijdrage in het rapportagesysteem. 
   

Observatieplan

Observatieplan

Participerende observatie

De observator (jij) hebt een rol in de situatie. Bijvoorbeeld als je tijdens een dag op stage tijdens je werk cliënten observeert en tegelijkertijd meedoet met de activiteit. 

Niet participerende observatie

Wanneer je als observator niet meedoet met de activiteit. Jullie gaan nu een niet participerende observatie uitvoeren. 

Gestructureerde observatie

Bij gestructureerd observeren heeft de observator een vooraf vastgesteld doel voor ogen.  Doelen kunnen hierbij zijn: wat het probleemgedrag precies inhoudt, bij wie het voorkomt, op welk tijdstip, hoe vaak het voorkomt en wat voorafgaat aan of volgt op het probleemgedrag. 

Niet gestructureerde observatie

Ongestructureerd observeren zonder specifiek doel. 

Huiswerk

De volgende les heb je je observatieplan af.

Advies: Gebruik de komende weken om ook te observeren.