Circulatie + aandoeningen (herhaling)

Herhaling Le 2 Circulatie en hartziekten
Onderwerpen
  • circulatie
  • coronairen
  • hartaandoeningen
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Le 2 Circulatie en hartziekten
Onderwerpen
  • circulatie
  • coronairen
  • hartaandoeningen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Circulatie

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de afbeelding is een doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechteratrium
Rechterventrikel
Linkeratrium
Linkerkventrikel
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1
6
7
8
9
2
10
5
13
Aorta
Bovenste holle ader
Linker  ventrikel
Onderste holle ader
Longslagader
Longaders
Linker  atrium
Rechter ventrikel
Rechter atrium

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Niet zo'n gespierde wand
Overal kleppen
Kleppen bij het hart

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aders
Slagaders
Haarvaten
Naar het hart toe (meestal zuurstofarm)
Van het hart af (meestal zuurstofrijk)
Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen en O2  af

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we kleine slagaders?
A
Arteriolen
B
Capillairen
C
Venolen
D
Coronairen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

grote bloedsomloop
kleine bloedsomloop
1.  rechterkamer
2.
3.
4.
5.
6. linkerkamer

7.
8.
9.
10.
linkerboezem
longaders

organen

longen
aorta
longslagaders
rechterboezem
holle aders

Zet in de juiste volgorde

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop
systole
diastole
Samentrekking van het hart.
Ontspannen van het hart
Zuurstofarm bloed wordt door het hart de longen in gepompt. 
Zuurstofrijk bloed wordt door het hart het lichaam in gepompt.

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartkleppen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2
3
4
5
10
11
13
14 intraventrikulair septum
15 apex
12
Tricuspidaalkleppen
Rechter atrium
Linker  ventrikel
Pulmonaalkleppen
Linker atrium
Rechter ventrikel
Mitraliskleppen
Aortaklep

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel soorten hartkleppen heeft het hart?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hartklep ligt tussen het rechter atrium en het rechter ventrikel?
A
Aortaklep
B
Pulmonalisklep
C
Mitralisklep
D
Tricuspidalisklep

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de hartklep tussen
linker atrium en hartventrikel?
A
Mitralisklep
B
Tricuspidalisklep
C
Aortaklep
D
Pulmonaalklep

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurd er als de mitralisklep tussen linkeratrium en -ventrikel niet werkt?
A
De linkerkamer stroomt vol bloed.
B
De rechterkamer stroomt vol bloed.
C
De linkerboezem stroomt vol met bloed.
D
De rechterboezem stroomt vol met bloed.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of onjuist
De functie van een hartklep is
het voorkomen van terugstromen van het bloed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Prikkelgeleiding van het hart

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sinusknoop
AV-knoop
Bundel van His
Purkinjevezels

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De juiste volgorde van impulsgeleiding in het hart is...
A
Sinusknoop--> bundel van His --> AV-knoop
B
Bundel van His --> Sinusknoop --> AV-knoop
C
AV-knoop--> Sinusknoop--> bundel van His
D
Sinusknoop--> AV-knoop --> bundel van His

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar ligt de sinusknoop?
A
in de wand van het linker atrium
B
in de wand van het rechter atrium
C
in de wand van de linker ventrikel
D
in de wand van de rechter ventrikel

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na de sinusknoop gaat de prikkel van het hart naar de...
A
Bundel van His
B
Aorta
C
AV-knoop
D
Purkinjevezels

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom houdt de AV- knoop de impuls van de sinusknoop even tegen alvorens hem door te geven?
A
anders valt het hart stil
B
anders slaat het hart op hol
C
dan zouden de atria en de ventrikels tegelijk samentrekken
D
De AV knoop moet de impulsen eerst zelf verwerken

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe loopt de prikkel verder
na de AV-knoop?
A
de sinusknoop
B
de bundel van His
C
de bundeltakken
D
Purkinje vezels

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zorgt ervoor dat de kamers samenknijpen?
A
Een prikkel vanaf de AV knoop
B
Een prikkel vanaf de sinusknoop
C
Prikkels vanuit de Purkinjevezels
D
Prikkel vanuit het septum

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2.
3.
1.
4.
De elektrische prikkel loopt razendsnel door de linker- en rechterboezem, waardoor deze samentrekken
In de sinusknoop ontstaat een prikkel die leidt tot een elektrisch stroompje
Via de AV-knoop en de bundel van His loopt de stroom verder
De spiervezels van de hartkamers krijgen de stroomgolf door en trekken samen

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De bundel van His geeft prikkels door aan de purkinjevezels
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Coronairen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de coronaire vaten?
A
de hart venen
B
de vaten van de lymfen
C
bloedvaten van de longen
D
de arteriën van het hart zelf

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een infarct zijn alle coronairen afgesloten
A
klopt
B
klopt niet

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ischemie door verminderde bloedtoevoer in de coronairen, bijvoorbeeld bij veel bloedverlies, noemen we:
A
stabiele angina pectoris
B
instabiele angina pectoris
C
hartinfarct
D
acuut coronair syndroom

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De coronaire vaten zijn verantwoordelijk voor:
A
de prikkel van het hart
B
het samentrekken van de ventrikels
C
het samentrekken van de boezems
D
zuurstof toevoer hart

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een andere benaming
voor slagaderverkalking waardoor
een hartinfarct kan ontstaan?
A
Coronaire arterien
B
Interventriculaire anteriore
C
Arteriosclerose
D
Antherosclerose

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De coronaire vaten zijn een afsplitsing van de aorta.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaruit ontspringen de coronair arteriën?
A
aortaboog
B
linker ventrikel
C
rechter ventrikel
D
bovenste holle ader

Slide 34 - Quiz

A
Wat zijn de symptomen van coronair lijden?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartziekten

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederlandse benaming
symptoom of detail
Atherosclerose
Coronair lijden
Angina pectoris
Hartinfarct
Hartaanval
De bloedtoevoer naar een deel van het hart is volledig afgesloten
Kransslagader vernauwing
Pijn op de borst
Aderverkalking
Nitroglycerine spray onder de tong helpt
Verminderde bloedtoevoer voor het hart
Schade aan de binnenwand van de ader

Slide 37 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Angina Pectoris
Hartinfarct


pijn op de borst gevoel
pijn op de borst gevoel
zuurstof toevoer naar hart is mild tot sterk verminderd. 
zuurstof toevoer naar hart is sterk verminder tot helemaal geblokkeerd
de klachten gaan niet vanzelf over
klachten gaan na een paar minuten  over (vanzelf of met medicijnen) 
er is schade aan de hartspier ontstaan. 
Er is geen permanente schade aan het hart

Slide 38 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een instabiele angina pectoris is er en volledige afsluiting van een coronairarterie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de aandoening waarbij een coronaire wel vernauwd is, maar (nog) niet helemaal dicht zit?
A
Hartinfarct
B
Cardiomyopathie
C
Bundeltakblok
D
Angina pectoris

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stabiele angina pectoris is een vorm van het acuut coronair syndroom?
A
ONJUIST
B
JUIST

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pijn op de borst (angina pectoris) die optreedt alleen op bij inspanning, emoties e.d, noemen we:
A
stabiele angina pectoris
B
instabiele angina pectoris
C
hartinfarct
D
acuut coronair syndroom

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een myocardinfarct?
A
Een infectie van de hartkleppen veroorzaakt door bacteriën.
B
Een aandoening waarbij de hartspier onvoldoende zuurstof krijgt door een vernauwing van de kransslagaders.
C
Een chronische ziekte waarbij de hartspier geleidelijk verzwakt en niet meer effectief bloed kan pompen.
D
Een plotselinge en tijdelijke verstoring van de bloedtoevoer naar de hersenen.

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartfalen
Angina pectoris
Verhoogde bloeddruk
 Hartstilstand
Hypertensie
oedeem (vochtophoping) 
geen goede bloed rondpompen 
Hartinfarct
verkalking/ vernauwing kransslagader

Slide 44 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoornis in de prikkelgeleiding.
Hartkramp door zuurstofgebrek van de hartspier.
Hart is niet in staat om voldoende bloed rond te pompen.
Hartfalen
Hartritmestoornissen
Angina pectoris

Slide 45 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


symptoom

risico
factor
diagnose
hartinfarct
hartfalen
hoge bloeddruk
kortademig
atherosclerose
benauwd

Slide 46 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is hartfalen?
A
Een aandoening waarbij het hart te snel klopt
B
Een aandoening waarbij het hart te langzaam klopt
C
Een aandoening waarbij het hart niet voldoende bloed kan rondpompen
D
Een aandoening waarbij het hart regelmatig overslaat

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er bij hartfalen?
A
Het hart pompt te weinig uit
B
Het hart pompt te weinig zuurstofrijk bloed weg
C
Het hart pomp teveel uit
D
Het hart kent ritmestoornissen.

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vocht achter de longen is een symptoom van hartfalen. Welke vorm van hartfalen is dit?
A
Linker harthelft
B
Rechter harthelft

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Longoedeem
  • Kortademigheid/hoesten
  • Stuwing in de grote bloedsomloop
  • Ophoping van vocht in voeten, benen en buik
rechtszijdig hartfalen
linkszijdig hartfalen

Slide 50 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartfalen links
Hartfalen rechts
Hartfalen rechts
Hartfalen rechts
Hartfalen rechts
Hartfalen links
Hartfalen links
Hartfalen links

Slide 51 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions