Uiterlijke Verzorging Hoofdstuk 1 (STRUX) deel 1

Je lichaam verzorgen
Doelen hoofdstuk 1:
  • Je kunt uitleggen hoe de huid is opgebouwd en waar de huid voor dient
  • Je kunt uitleggen wat je moet doen om het lichaam te verzorgen
  • Je kunt een plan maken voor je lichaamsverzorging
  • Je kunt uitleggen welke  producten je voor je lichaamsverzorging kunt gebruiken
  • Je kunt je lichaam verzorgen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
ik en de maatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Je lichaam verzorgen
Doelen hoofdstuk 1:
  • Je kunt uitleggen hoe de huid is opgebouwd en waar de huid voor dient
  • Je kunt uitleggen wat je moet doen om het lichaam te verzorgen
  • Je kunt een plan maken voor je lichaamsverzorging
  • Je kunt uitleggen welke  producten je voor je lichaamsverzorging kunt gebruiken
  • Je kunt je lichaam verzorgen

Slide 1 - Diapositive

De huid

Je huid is het grootste orgaan van je hele lichaam.

- Met je huid kun je voelen.
- De huid zorgt ervoor dat je lichaamstemperatuur zo veel mogelijk gelijk blijft. 
- Is het erg warm? Of heb je jezelf flink ingespannen? Dan ga je zweten door je huid en koel je af.
- Is het koud? Dan krijg je kippenvel. Daardoor koel je minder snel af






Slide 2 - Diapositive

Je huid is opgebouwd uit 3 lagen: 
  • de onderhuid
  • opperhuid
  • de lederhuid

De opperhuid is de bovenste laag van de huid. Daar steken de haren uit. 

De opperhuid moet je schoonhouden en goed verzorgen. 
De kleurstof in de huid noem je pigment.













Slide 3 - Diapositive

De huid beschermt je dus tegen kou en warmte. 

Maar ook tegen infecties. Je kunt een infectie krijgen als een bacterie of virus je lichaam binnendringt. 
De huid houdt bacteriën en virussen tegen.






Slide 4 - Diapositive

Waar denk jij aan bij het woord: 'Huidverzorging'?

Vul opdracht 1 in van Strux

Slide 5 - Carte mentale

Wat gebeurt er met je huid als je het koud hebt?
A
Je gaat zweten
B
Je krijgt kippenvel

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er met je huid als je flink sport?
A
Je gaat zweten
B
Je krijgt kippenvel

Slide 7 - Quiz

Welk deel van de huid kun je zien?
A
de onderhuid
B
de lederhuid
C
de opperhuid
D
dermis

Slide 8 - Quiz

Hoe heet de kleurstof in je huid?
A
verf
B
pigment
C
ecoline
D
magenta

Slide 9 - Quiz

Vul opdracht 2 in

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

De huid op mijn arm is:
(Vul opdracht 3 in)
A
droog
B
normaal
C
vet
D
ik heb geen idee..

Slide 12 - Quiz

De haren op mijn arm zijn:
(Vul opdracht 3 in)
A
lang
B
kort
C
dun
D
dik

Slide 13 - Quiz

De haren op mijn arm zijn:
(Vul opdracht 3 in)
A
veel
B
weinig

Slide 14 - Quiz

Ik heb sproeten op mijn arm:
(Vul opdracht 3 in)
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

0

Slide 16 - Vidéo

Zeep heeft 2 hoofd-ingrediënten: Natriumhydroxide en ......

Slide 17 - Question ouverte


         Zelf zeep maken

Slide 18 - Diapositive

opdr 4: je moet je lichaam 1 keer per ...... wassen.
A
dag
B
week

Slide 19 - Quiz

opdr 4: Je moet je lichaam goed insmeren met ...........
A
water
B
zeep

Slide 20 - Quiz

opdr 4: De zeep maakt de .......... dood.
A
bacteriën
B
huid-schilfers

Slide 21 - Quiz

opdr 4: spoel je lichaam af met ...........
A
vet
B
water

Slide 22 - Quiz

opdr 4: droog je af met een ................ handdoek.
A
schone
B
gebruikte

Slide 23 - Quiz

opdracht 5
Moet je je na het sporten weer wassen / douchen?
Ja. Dat is wel zo fris
Nee. Je stinkt toch niet?

Slide 24 - Sondage

Lichaamshygiëne

Je huid wordt vuil.
Dit komt door zweet, huidschilfers en huidvet, stof en ander vuil.

Huidschilfers zijn stukjes oude huid die van je lichaam afvallen.











Huidvet is een dun laagje vet dat op je huid zit.
Omdat je huid vuil wordt, moet je je lichaam goed schoonhouden.
Het schoonhouden van het lichaam noemen we 'lichaamshygiëne'. 

Slide 25 - Diapositive

Was je lichaam elke dag met een schone washand, zeep en water.

Je kunt je wassen bij de wastafel of onder de douche. 













Zeep je lichaam goed in. De zeep maakt de bacteriën dood.
Spoel je daarna af met water. Droog je af met een schone handdoek. 

Slide 26 - Diapositive

Douchen en het milieu
Neem jij vaak een douche? Let dan ook op het milieu!

Hoe doe je dat?
Ga niet langer dan 5 minuten onder de douche.

Douch je vaak én lang? Dan verspil je veel water en energie (gas of elektra). Dat is slecht voor het milieu. 










Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Waarom moet je niet te lang onder de douche staan?
Vul je antwoord bij opdracht 7 in

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Hoe vond je de les gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage