Arbeidsmarkt_Vraag en Aanbod_H6

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Arbeidsmarkt

Economie

5 vwo

Vraag en Aanbod H6

R. Schroe

Marktmechanisme

Op de goederenmarkt bepalen de vraag naar en het aanbod van

goederen en diensten de prijs van een product!

Op de arbeidsmarkt bepalen de vraag naar en het aanbod van

arbeid/werk de prijs (LOON) van arbeid!

Dus de werking van de markt is hetzelfde!!!

Deelmarkt A 

(onderwijs --> BO/VO --> Eco/ Ges)

Deelmarkt B 

(financiële dienstverlening) 

De arbeidsmarkt bestaat dus, net als de goederenmarkt, uit allerlei deelmarkten...

Opdracht: 

beschrijf het aanbod van arbeid.

Opdracht: 

beschrijf de vraag naar arbeid.

bedrijf: arbeid als kostenpost

gezin: arbeid voor een inkomen

Vraag a: het loon bedraagt 60 euro. Leg uit hoe er evenwicht ontstaat op de arbeidsmarkt.

Vraag b: boven welk loonniveau is er sprake van werkloosheid? Leg uit.

Vraag c: wanneer spreken we van een krappe arbeidsmarkt? En wanner van een ruime arbeidsmarkt?

Wanneer is de arbeidsmarkt krap?
Stijgt of daalt het loon dan?

1. Vraag is groter dan aanbod; loon daalt.
2. Vraag is kleiner dan aanbod; loon daalt.
3. Vraag is groter dan aanbod; loon stijgt.
4. Vraag is kleiner dan aanbod; loon stijgt.

Vergrijzing leidt tot een krappere/ ruimere arbeidsmarkt, omdat het aanbod/ vraag afneemt.

1. krappere; aanbod
2. krappere; vraag
3. ruimere, aanbod
4. ruimere; vraag

De werkgever maakt bij het in dienst nemen van een werknemer een afweging tussen het te betalen loon en de arbeidsproductiviteit van de werknemer. 

Vraag: 

wanneer zal de werkgever kiezen voor een andere invulling van de vacature? En wat kan het alternatief zijn?

Verschuivingen op de arbeidsmarkt

Loon wijzigt: verschuiving over of langs de vraaglijn
en/of aanbodlijn. Dit is gelijk aan een prijsverandering op de goederenmarkt.

Andere factoren wijzigen?

Verschuiving van de vraaglijn en/of aanbodlijn naar links of rechts!

Geef bij de volgende vragen steeds aan welke lijn verschuift en in welke richting!

Loonbelasting stijgt:
vraag/aanbod
links/rechts

1. vraag links
2. vraag rechts
3. aanbod links
4. aanbod rechts

Babyboomers met pensioen:
vraag/aanbod
links/rechts

1. vraag links
2. vraag rechts
3. aanbod links
4. aanbod rechts

Economie krimpt:
vraag/aanbod
links/rechts

1. vraag links
2. vraag rechts
3. aanbod links
4. aanbod rechts

Werkgeverspremies verlaagd:
vraag/aanbod
links/rechts

1. vraag links
2. vraag rechts
3. aanbod links
4. aanbod rechts

Machinepark groeit:
vraag/aanbod
links/rechts

1. vraag links
2. vraag rechts
3. aanbod links
4. aanbod rechts

Investeren in arbeidsbesparende machines:
vraag/aanbod
links/rechts

1. vraag links
2. vraag rechts
3. aanbod links
4. aanbod rechts

Transfer elasticiteiten

Loonelasticiteit van het arbeidsaanbod:

procentuele verandering arbeidsaanbod / pr.ver. van het loon

Voorbeeld:

loon stijgt met 3%; aanbod met 1,2%.

Loonelasticiteit van het aanbod:

1,2% / 3% = 0,4

Meer loon, meer werken?

Vraag a: leg uit dat het aanbod van arbeid kan stijgen indien het loon stijgt. 

Vraag b: leg uit dat het aanbod van arbeid kan dalen indien het loon stijgt. 

Waarom wel?

Waarom niet?

Gegeven: loon stijgt met 5%; de loonelasticiteit van het aanbod is 0,25.

Bereken de procentuele verandering van het arbeidsaanbod.

Welk beroep heeft een grotere elasticiteit van het arbeidsaanbod, en waarom?
Chirurg of taxichauffeur?

Transfer elasticiteiten

Loonelasticiteit van de arbeidsvraag:

procentuele verandering arbeidsvraag / pr.ver. van het loon

Vraag: de uitkomst van de loonelasticiteit van 

de arbeidsvraag is altijd een negatief getal, 

waarom?