nakijken formatief schrijven, schrijfopdracht griepvirus, liedje vertalen, kern 54

Welkom
Leg op tafel:

Laptop 
Map + pen/potlood
Kern

Start met lezen in STILTE. Schrijf in 1 zin op wat je hebt gelezen. 





timer
10:00
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Leg op tafel:

Laptop 
Map + pen/potlood
Kern

Start met lezen in STILTE. Schrijf in 1 zin op wat je hebt gelezen. 





timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Diapositive

Agenda 
1. Lezen (al gedaan)
2. Numo (tijd over)
3. Elkaars artikel nakijken
4. Schrijven advies
5. Kern 54 ironie/retorische vraag
5. Liedje vertalen



Slide 3 - Diapositive

Periode 2 
Waar krijg je cijfer voor?
Leesvaardigheid
Kern evt. 1, 14, 15, 16, 27, 40, 41, 53, 54
Kern aanvullend materiaal (komt op Teams)
Hst 5, 10, 11, 12, 14,15, 16, (17, 18)
Formatief schrijven
Schrijfvaardigheid 
Schrijven van een artikel

Numo 
Leerplan werkwoordspelling 2F 
Werkwoordspelling aanvullend materiaal hst 23 --> 5.5 uur

Slide 4 - Diapositive

Aan het einde van de les
- Heb je elkaars oproep nagekeken
- Heb je gewerkt aan het schrijven van een advies
- Heb je geoefend met Numo
- Heb je gelezen in je leesboek
- Weet je wat ironie en een retorische vraag is
- Heb je een liedje vertaald

Slide 5 - Diapositive

Nakijken oproep social media
- Ga naar de teamstegel Nederlands en klik op de schrijfopdracht
- Kijk het artikel na van je klasgenoot. Staat alles er in?
- Hoe zit het met de spelling/grammatica?
- Schrijf 1 verbeterpunt op 
timer
8:00

Slide 6 - Diapositive

Inleiding:
- aandacht trekken
- onderwerp introduceren

Kern:
- deelonderwerpen

Slot:
- samenvatting, advies of conclusie


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Schrijf de vertaling of betekenis op onder de tekst. 
griep
epidemie
kuchen
snotteren
koorts
virus
deskundigen
pleiten voor
concluderen
spoedeisende hulp
reguliere capaciteit
timer
6:00

Slide 9 - Diapositive

Schrijf een inleiding bij de mail aan de deelnemers. 
- Je noemt het onderwerp van de mail
- Je noemt de aanleiding voor het schrijven van de mail.
- Je legt uit waarom de adviezen belangrijk zijn. 
- Je schrijft minimaal vier zinnen.
- Alle zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt. 

aanleiding: zorgt ervoor dat iets gebeurt. 
De aanleiding voor het schrijven van een verjaardagskaart, is een verjaardag. 
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Controleer de mail van diegene naast je.

- Staat het onderwerp in de mail? 
adviezen griepvirus
- Staat de aanleiding in de mail?
Veel mensen krijgen op dit moment de griep./Er is een griepvirus. 
- Zijn er minimaal vier zinnen?
- Beginnen alle zinnen met een hoofdletter?
- Eindigen alle zinnen met een punt?
timer
3:00

Slide 11 - Diapositive

Wat is jouw inleiding?

Slide 12 - Question ouverte

Voorbeeld:
Veel mensen krijgen op dit moment de griep. 
We willen daarom graag jullie aandacht vragen voor een aantal belangrijke adviezen van het RIVM. Met deze richtlijnen kunnen we samen de verspreiding van virussen beperken en een gezonde omgeving creëren voor zowel collega’s als leerlingen.


Slide 13 - Diapositive

Lees de tekst en beantwoord de vragen in je schrift. 
Je mag alleen fluisterend overleggen met diegene naast je. 

1. Wat is het onderwerp van de tekst?
2. Wat is de hoofdgedachte? 
3. Welk deel van de tekst is de inleiding?
4. Welke tekstverbanden horen bij de vier onderstreepte signaalwoorden?

timer
7:00

Slide 14 - Diapositive

 Stijlfiguren - Wat zijn het?



Stijlfiguren
zijn formuleringen ( woorden en zinnen ) die gebruikt worden om de boodschap van de tekst kracht bij te zetten.

>> Soms spreekwoorden & gezegdes. 

                  



Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Ironie wordt vaak gebruikt om te laten merken dat je het ergens niet mee eens bent.
Ironie is eigenlijk milde spot. Wie ironiseert, heeft echter nog niet de bedoeling bitter te zijn of mensen te kwetsen.
Typisch voor veel ironische uitlatingen is, dat het tegengestelde gezegd wordt van hetgeen men bedoelt.

Zo zou een leraar kunnen zeggen tegen een leerling die een slecht cijfer haalt: 
"Je hebt je zaken wel goed geleerd, moet ik zeggen!"
Of tot een te laat komende leerling: "Je vindt het toch niet erg dat we al begonnen zijn?"

Slide 18 - Diapositive

 Ironie - voorbeeld


Het vriest twintig graden en iemand zegt: “Lekker weertje, hè?”

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive


A
B
C

Slide 21 - Quiz


Slide 22 - Question ouverte


A
retorische vraag
B
niet een retorische vraag

Slide 23 - Quiz


A
retorische vraag
B
niet een retorische vraag

Slide 24 - Quiz


A
retorische vraag
B
niet een retorische vraag

Slide 25 - Quiz


A
retorische vraag
B
niet een retorische vraag

Slide 26 - Quiz


A
retorische vraag
B
niet een retorische vraag

Slide 27 - Quiz

Liedje vertalen naar een Nederlands gedicht
- We gaan luisteren naar een liedje in het Arabisch.
- Ik geef een zin uit het liedje in het Arabisch
- Je vertaalt het naar het Nederlands
- Je maakt de zin 'mooier' zodat het een versregel is
- Tijd over? We maken er een heel gedicht van!

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Voorbeeld 1 - Arabische tekst
مشوار طويل
إنسان بسيط مش عايز كثير أنا
فديتك عمري لو حبيتيني
كل فلوس الدنيا ما تكفيني
لو حبك ناقص

Slide 30 - Diapositive

Voorbeeld 1 - Letterlijke vertaling
Een simpele mens
Ik wil niet veel, ik
Zou mijn leven voor je geven als je van me houdt
Al het geld ter wereld is niet genoeg voor mij
Als jouw liefde tekortschiet

Slide 31 - Diapositive

Voorbeeld 1 - Nederlands gedicht
Mijn gedachten zijn eenvoudig 
Mijn hart wil niet veel
Hou van me zodat ik mijn leven aan je kan wijden
Alle rijkdom van de wereld kan mij niet verleiden
Zonder jouw liefde

Slide 32 - Diapositive

Aan het einde van de les
- Heb je gewerkt aan tijd, ruimte en plot
- Je hebt geoefend met NUMO
- Heb je gelezen in je boek
- Heb je geoefend met je woordenschat
- Heb je een S.O nagekeken
- Heb je een liedje vertaald

Slide 33 - Diapositive

5,5 uur EN vooruitgang richting 2F
Nu op Numo: 
leerplan 
werkwoord-spelling => twee keer per week 20 minuten 

Al twee uur gewerkt?
En donderdag 2u45 minuten. 

Slide 34 - Diapositive

Aan het einde van de les
- Heb je elkaars oproep nagekeken
- Heb je gewerkt aan het schrijven van een advies
- Heb je geoefend met Numo
- Heb je gelezen in je leesboek
- Weet je wat ironie en een retorische vraag is
- Heb je een liedje vertaald

Slide 35 - Diapositive

Volgende keer
Kern 5 Genres (lezen)
Kern 10 Duidelijk maken waarom je iets vindt (schrijven)

Slide 36 - Diapositive

Wat wil je de volgende keer leren?

Slide 37 - Question ouverte