64. Thema 8, week 2 Les 7 ZINSDELEN
Welke zinsdelen ken jij?
1 / 15
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Welke zinsdelen ken jij?
Slide 1 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Mo gaat naar de kermis.
Slide 2 - Question ouverte
Hoe kun je de persoonsvorm vinden?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Jan heeft een tekening gemaakt.
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Wat zij de 3 zinsdelen?
Rob koopt een fiets.
Slide 9 - Question ouverte
Wat zij de 4 zinsdelen?
Karel heeft een tekening gemaakt.
Slide 10 - Question ouverte
In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
B
C
Slide 11 - Quiz
In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
Mees eet / chocola.
B
Mees / eet chocola.
C
Mees / eet / chocola.
Slide 12 - Quiz
In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
Ik / ga / op vakantie.
B
Ik ga / op vakantie.
C
Ik / ga / op / vakantie.
Slide 13 - Quiz
In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
De vrouw / lacht naar / het meisje.
B
De/vrouw lacht/naar het meisje.
C
De vrouw / lacht / maar het meisje.
