LE5 + LE8 herhaling

Herhaling stof
UHV + testen en meten
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
TrainingskundeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling stof
UHV + testen en meten

Slide 1 - Diapositive

Uithoudingsvermogen is de weerstand die je kunt bieden tegen optredende vermoeidheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat is uithoudingsvermogen?

Slide 3 - Diapositive

VO2-max
De maximale hoeveelheid zuurstof die je per minuut kan opnemen.

Slide 4 - Diapositive

UHV bestaat uit capaciteit en vermogen. Wat wordt er verstaan onder de capaciteit?

Slide 5 - Question ouverte

Wat wordt er verstaan onder vermogen?

Slide 6 - Question ouverte

Capaciteit

Capaciteit voor uithoudingsvermogen is de totale voorraad energierijke stoffen.


Vermogen

Vermogen voor uithoudingsvermogen is de energie die per tijdseenheid uit de capaciteit kan worden vrijgemaakt.

Slide 7 - Diapositive

Waarbij moet je opletten als je uithoudingsvermogen gaat trainen?

A
Hoe laat je elke keer gaat trainen
B
Wat voor weer het is, type ondergrond
C
Getraindheid, Leeftijd, type sport

Slide 8 - Quiz

Met welke tests kun je uithoudingsvermogen meten?
A
Astrand- Test
B
Shuttle Sprint Test
C
50X plate-tapping
D
Shuttleruntest

Slide 9 - Quiz

Een goed uithoudingsvermogen heeft invloed op je herstel na de fysieke inspanning.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Energiesystemen
  • Anaeroob a lactisch - zonder zuurstof + zonder lactaat
  • Anaeroob  lactisch - zonder zuurstof +  melkzuur
  • Aeroob - met zuurstof zonder lactaat

Slide 11 - Diapositive

Wat betekend lactaat?
A
Zuurstofopname
B
inspanning
C
Trainingsvorm
D
Melkzuur

Slide 12 - Quiz

Energiesystemen

Slide 13 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van anaeroob lactisch uithoudingsvermogen
A
Marathon hardlopen
B
100m sprint
C
200m sprint
D
400m sprint

Slide 14 - Quiz

Welke twee interval vormen zijn er?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is een training die specifiek het anaeroob lactische uithoudingsvermogen stimuleert?
A
extensieve interval
B
intensieve interval

Slide 16 - Quiz

Extensieve interval

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Intensieve interval

Slide 19 - Diapositive

Effecten intensieve interval

Slide 20 - Diapositive

Opdracht: Maak een intensieve intervaltraining 
in 2-tallen voor handbal en voetbal. 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

HF is de afkorting voor?

Slide 23 - Question ouverte

Wat betekent de afkorting HB?
A
Heerlijk bloed
B
Hemoglobine
C
Hemo Body
D
Hemotromine

Slide 24 - Quiz

HMV is de afkorting voor?
A
Hartminuutvolume
B
Hoeveelheid melkzuur volume
C
Hartmatigvolume
D
Hartmetingvolume

Slide 25 - Quiz

Wat is het "school voorbeeld" van een gezonde bloedruk?

Slide 26 - Question ouverte

ideale lichaamsgewicht bepalen, welke hoort hier NIET bij?
A
Meten van je bloeddruk
B
berekenen BMI
C
meting vetpercentage
D
meting van skeletgewicht

Slide 27 - Quiz

Wat is de bovendruk?
A
De bloeddruk wanneer de kamers samentrekken.
B
De bloeddruk wanneer de boezems samentrekken.
C
De bloeddruk tijdens de hartpauze.

Slide 28 - Quiz

Wat is de onderdruk?
A
De bloeddruk wanneer de kamers samentrekken.
B
De bloeddruk wanneer de boezems samentrekken.
C
De bloeddruk tijdens de hartpauze.

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Welke uitspraak is juist?
A
A heeft de laagste bloeddruk
B
B heeft de laagste bloeddruk
C
C heeft de laagste bloeddruk
D
B heeft de hoogste bloeddruk

Slide 31 - Quiz

Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Aan welke 4 voorwaarden moeten de testen en metingen voldoen?

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Diapositive

Waar gaat een sportanamnese over?
A
Naam, adres en woonplaats
B
Over je sportverleden
C
Over eventuele blessures, klachten en kwalen
D
Over je gewicht

Slide 36 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een veldtest?
A
Windtunneltest
B
Spierbiopsie
C
Coopertest
D
VO2-max test

Slide 37 - Quiz

Wat is Geen biometing
A
Lichaamsgewicht
B
Bepalen BMI
C
Vetpercentage
D
VO2-max test

Slide 38 - Quiz

Lichaamssamenstelling meten we door biometingen

  • Lichaamslengte
  • Lichaamsgewicht
  • Skeletgewicht
  • Vetpercentage
  • Bepalen "normaal gewicht"
  • Bepalen BMI
  • Boeldruk en Hf-meting

Slide 39 - Diapositive

Wedstrijdanalyses
Gegevens van de wedstrijd kunnen we gebruiken om een goed beeld te krijgen over de sporter.  Denk hierbij aan:
- Aantal gelopen kilometers
- Aantal goede/ foute aanvallen
- Aantal keren balverlies
- Percentage balbezit

Slide 40 - Diapositive

Wie nemen laboratoriumtesten af?
A
Trainers
B
Terreinknecht
C
Artsen
D
Specialisten

Slide 41 - Quiz

Stof die je moet leren voor toets P4:

- LessonUps P4  
- Boek sportleider als trainer-coach:                
           *LE 5 UHV            
           *LE 8
PDF's in Teams, 1D -> Trainingskunde -> Bestanden

Slide 42 - Diapositive